De speelgoedgids

Het nageslacht verlekkert zich aan de glanzende pagina's

Gisteren, op 19 september, viel hij op de mat: de eerste speelgoedgids van het seizoen, meer dan 200 pagina’s dik, tweeënhalve maand voor Sinterklaas. De kinderen zijn al druk aan het aanstrepen.

Wat is het optimale tijdstip om dit telefoonboek door de bus te doen? Te ver voor 5 december en de gids is kwijt, of versleten, voordat de Sint zijn inkopen doet. Te kort ervoor en de winkelier mist de boot. Omdat de cadeau’s al ingeslagen zijn, of omdat de gids van de concurrent al is gebruikt om de wensenlijst op te stellen.

Ik kan me niet anders voorstellen dan dat de laatste overweging voor de producent van dit boekwerk het belangrijkst is geweest. Wie als eerste door de brievenbus is, wint de slag. Maar we moeten nog maar zien of het inderdaad zo uitpakt: vanochtend lag de gids alweer in de hoek, en onze Sinterklaas gaat nog laaang geen boodschappen doen.

Is Sinterklaas efficient?

Economen zijn nooit te beroerd om andermans feestje te vergallen. Neem nu Joel Waldfogel. In een inmiddels klassieke studie laat hij zien dat de waardering van zijn studenten voor hun kerstkadootjes gemiddeld ongeveer 15% onder de aanschafwaarde ligt. Met andere woorden: in plaats van dat kado van 100 dollar waren ze net zo gelukkig geweest met 85 dollar contant. The Deadweight Loss of Christmas, noemde hij dat. Vorige week had de Volkskrant er nog een aardig artikel over, compleet met beleidsimplicaties voor Sinterklaas. Een alternatief is natuurlijk om kadobonnen te geven, maar helaas, ook die gaan op eBay van de hand voor 85% van hun nominale waarde, zo meldt Tim Harford.

Een beetje flauw is het natuurlijk wel. Waldfogel gaf zijn studenten expliciet opdracht om “sentimentele waarde” buiten beschouwing te laten, terwijl het daar vaak juist om gaat. Bovendien deden Solnick en Hemenway een soortgelijke studie onder gewone burgers en vonden daar een positief rendement van kado’s dat meer dan 100% bedraagt (zie bijvoorbeeld hier).

Vooralsnog luidt onze conclusie derhalve:Laat Die Goede Sint Maar Komen.