BNP versus geluk

Lang artikel in de Volkskrant dit weekend over het verschil tussen Bruto Nationaal Product en het geluk van de burger. Terwijl het eerste maar blijft stijgen neemt het tweede niet echt toe, zo stelt de schrijver, en dus is de groei van de afgelopen decennia “voor niks geweest”. En ook, “waarom zouden we überhaupt nog geïnteresseerd zijn of de economie krimpt of groeit?”

Varianten op deze postmoderne benadering van de economie gaan terug naar tenminste eind jaren 60 (zie de beroemde quote van Bobby Kennedy) en ook op deze site waarschuwden we wel voor het gelijkschakelen van groei met geluk. Maar het VK-artikel gaat wel erg uit van de aanname dat de overheid streeft naar maximale groei, en het geluk daarbij uit het oog verliest. Die aanname is namelijk helemaal niet waar.

Het probleem is dat BNP in sommige opzichten juist wél een goede indicator van geluk is. Als we door economische tegenwind 3.5% krimpen dan is dat reden voor zorg, omdat die krimp waarschijnlijk niet wordt genoten doordat iedereen op vrijdagmiddag in de natuur gaat wandelen in plaats van te werken. Die krimp komt door ontslagen werknemers en failliete bedrijven, en daar kun je best somber van worden.

Maar buiten deze conjuncturele bezorgdheid kun je toch moeilijk volhouden dat de overheid blind de groei najaagt. De overheid belast, verbiedt, reguleert en beschermt en verlaagt daarmee vrijwel zeker het BNP. Neem bijvoorbeeld het optreden tegen kartels, waarmee bedrijfswinsten (onderdeel BNP) worden verlaagd en het consumentensurplus (geen BNP) toeneemt.  Of neem de verplichte vakantiedagen of de werktijdenwet.

Het kan ook moeilijk anders. Binnen een democratie worden politici gekozen die de onderdanen beter af maken, en “beter af” wordt gemeten in geluk. Dat wist Bobby Kennedy ook al. De enigen met een BNP-fixatie zijn de ambtenaren op Financiën die de belastingbasis in de gaten houden. Maar die hoeven niet herkozen te worden.

Lees verder “BNP versus geluk”

Nog niet helemaal wakker

Werd u vanochtend ook wakker met op uw wekkerradio het verontrustende nieuwsbericht dat u torenhoge kosten zou betalen voor “het simpelweg afbreken en beëindigen van een telefoongesprek”? Dan kan ik u gerust stellen. Er is hier slechts sprake van een Telegraaf-journalist die geen flauw benul heeft van waar hij het over heeft.

Wat is er wel aan de hand? Als ik met mijn KPN-mobieltje bel naar iemand met een Telfort-mobieltje dan maakt Telfort kosten, terwijl KPN mijn gesprekstarief opstrijkt. Dat is niet eerlijk. Daarom brengt Telfort aan KPN een ’termination tariff’ in rekening, een bedrag om het gesprek af te handelen. Iemand zonder enige kennis van zaken zou inderdaad geneigd kunnen zijn dat te vertalen als een ’tarief om het gesprek te beëindigen’.

Telecombedrijven zullen gesprekstarieven baseren op hun kosten. Ze kunnen die gesprekstarieven dus kunstmatig hoog houden door onderling hoge afhandeltarieven af te spreken, en dat is wat hier aan de orde is. U kunt dus met een gerust hart weer ophangen. Dat kost helemaal niets.

Going Dutch

In de New York Times staat vandaag een lang, overwegend lyrisch en zeer lezenswaardig artikel over het Nederlandse Model gezien door de ogen van een Amerikaan. Mooie quote:

American politics became entrenched in two positions […]: the old left-wing idea of vast and direct government control of social welfare, and the right-wing determination to […] privatize the system and leave people to their own devices. In Europe, meanwhile, the postwar cradle-to-grave idea of a welfare state gave way in the past few decades to some quite sophisticated mixing of public and private. And whether in health care, housing or the pension system […], the Dutch have proved to be particularly skilled at finding mixes that work.

Het belangrijkste nadeel? De winkelsluitingswet:

Indeed, most shops close by 6 p.m. ?” precisely when people leaving work might actually want to patronize them.

[via]