Een Nobelprijs voor endogene groeitheorie, hadden we die niet al eens eerder gehad? Jazeker, in 2018, toen Paul Romer de eer moest delen met William Nordhaus. Het is dan ook tamelijk onverwacht dat er nog drie groei-economen aan het lijstje der winnaars worden toegevoegd. Aan de andere kant, dit is een vakgebied dat in de jaren ’90 van de vorige eeuw veel nieuwe ideeën opleverde, en een groot aantal van de sterren van het veld. Voor het eerst werd er echt vooruitgang geboekt, na het Solow-model uit 1956.
Van de drie is Mokyr degene die zich bezighoudt met het fascinerende (en tegenwoordig vaak wegbezuinigde) vak economische geschiedenis. Geboren in Leiden, en gepromoveerd op een proefschrift over groei in de Lage Landen, kwam je hem geregeld tegen bij Nederlandse conferenties en seminars. Zijn gave is om in de historie een economisch mechanisme te ontdekken dat verklaart waarom er sinds de industriële revolutie vrijwel continuë groei is, en daarvoor niet. Zoals het comité uitlegt heeft dat te maken met het soort kennis dat wordt ontwikkeld, dat dieper moet gaan dan alleen praktische instructies.
Aghion en Howitt zijn de theoretici, die de logica van kennisopbouw gevangen hebben in een model. Dat had Romer ook al gedaan, maar het vernieuwende van deze twee was dat ze specifiek keken naar de gevolgen van concurrentie tussen innoverende bedrijven, iets dat Romer slim had omzeild. In het kort is het dilemma daar als volgt: wie investeert in kennis, verwacht daar vervolgens iets mee te verdienen. Maar als je pech hebt, komt er al snel een concurrent die óók investeert en nóg iets beters vindt. Omdat je dan uit de markt gedrukt wordt, kun je niet de volledige waarde van je kennis realiseren. Dat leidt tot onderinvestering. Aan de andere kant houdt die concurrent ook geen rekening met de schade die hij bij jou aanricht. Allemaal externaliteiten, die leiden tot een theorie over concurrentie, marktmacht en innovatie.
Bij Howitt heb ik nog wel eens een cursus gevolgd, waarvan me tot mijn schande vooral is bijgebleven dat hij, als Canadees, “oet” zei in plaats van “out”. En hoewel twee van de drie laureaten gewoon in de VS werken, lijkt ook bij deze prijs dit jaar met zorg een internationaal gezelschap geselecteerd en staat in het persbericht een waarschuwend woord dat Amerikaanse economen moet doen huiveren:
[innovation] creates conflicts that must be managed in a constructive manner. Otherwise, innovation will be blocked by established companies and interest groups