De Wall Street Journal geeft een overzicht van alle, maar dan ook alle) mogelijke kandidaten. Knap werk als de winnaar daar niet tussen zit.
Op Twitter tipt Joshua Gans een prijs voor Dixit, Sutton en Tirole, en dat zou helemaal geen gek idee zijn (al ben ik wat monder enthousiast over Sutton in dat rijtje). Iets richting econometrie zou ook niet gek zijn; Hanson, Angrist en Deaton zijn dan kansrijk.
Maar goed, dat zijn bespiegelingen voor volgend jaar. Uiteraard gaat de prijs dit jaar naar groeitheorie (en wel hierom). Thijs tipt Acemoglu, maar die lijkt me veel te jong. Eigenlijk is het volstrekt duidelijk. In huize Barro kan de champagne alvast koud worden gezet. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gaat de prijs dit jaar immers naar Robert Barro. Maandag om 13:00 uur weten we het zeker.
Wie nog terug wil kijken: deze website geeft een fraai panorama van het kantoor van Alvin Roth, een van de winnaars van vorig jaar. Wie goed rondkijkt ziet wat zijn geheim is: hij is eigenlijk met zijn drieën. En ik wil ook zo’n whiteboard.
Tot slot nog een aardige anekdote (via). Winnaars die bericht krijgen uit Stockholm geloven vaak niet dat ze echt hebben gewonnen. Dat geldt met name voor economen. Een van de eerste telefoontjes komt namelijk van de editor van de Nobel website, voor een interview. Zijn naam? Adam Smith.
Hier is het gesprek met mevrouw Phelps nog terug te luisteren.