Bij de stemwijzer vullen kiezers hun mening in over 30 stellingen, waarna zij een stemadvies krijgen. Een aardig bijproduct van deze site is de statistiek over de voorkeuren van de verzamelde deelnemers. Als iedereen één keer meedoet en zijn/haar oprechte mening invult is dit een geweldige opiniepeiling. Dat komt vooral door de omvang van de steekproef. Toen ik vanochtend op de site keek waren er al 1.553.927 stemwijzers ingevuld.
Natuurlijk wordt aan de voorwaarden voor een echte steekproef niet voldaan. Ik vul de stemwijzer zelf minstens twee keer in, één keer voor een stemadvies en één keer met andere antwoorden om te kijken met welke partijen ik het helemaal niet eens ben. Als iedereen dat doet zijn de statistieken waardeloos. Aan de andere kant heeft een gewone enquête ook zo zijn nadelen, en heeft de stemwijzer als voordeel dat een eerlijk antwoord voor de deelnemer tot een nuttig advies leidt. Dat motiveert wellicht om open kaart te spelen.
In het verleden heb ik resultaten van eerdere stemwijzers gebruikt om te kijken hoe Nederlanders over economische onderwerpen denken (hier en hier). De conclusie was beide keren dat die gedachten nogal afwijken van de standaard economische wijsheden: liever geen lump sum, geen flexibiliteit of concurrentie. De kiezer heeft ook niet veel op met vrij verkeer van arbeid of een onafhankelijke centrale bank.
De aankomende verkiezingen geven de mogelijkheid om te kijken of er ook beweging zit in die meningen. Anderhalf jaar geleden waren er Provinciale Statenverkiezingen; er was er toen een stemwijzer Eerste Kamer beschikbaar. In de huidige stemwijzer is aantal stellingen (vrijwel) gelijk gebleven. Daarmee kunnen we zien of Nederlanders van mening veranderd zijn.
Kiezers kunnen bij elke stelling kiezen voor eens of oneens, of voor geen mening. Ook kunnen ze achteraf aangeven welke stellingen voor hen belangrijk zijn. In de tabel hieronder staan de percentages eens en oneens (die dus niet optellen tot 100) en de positie in de top-30 belangrijke stellingen (1 wordt het belangrijkst gevonden) die ik vanochtend op de site las. Ik licht de economische stellingen eruit:
Jaar | Stelling | Eens | Oneens | Belangrijk |
2012 | De leeftijd waarop iemand AOW krijgt moet 65 jaar blijven, in ieder geval tot 2020. | 50% | 42% | 2 |
2011 | De leeftijd waarop iemand een AOW-uitkering krijgt moet 65 jaar blijven | 54% | 37% | 2 |
2012 | Het moet voor werkgevers gemakkelijker worden om werknemers te ontslaan. | 32% | 59% | 4 |
2011 | Het moet voor werkgevers gemakkelijker worden om werknemers te ontslaan. | 33% | 54% | 7 |
2012 | De aftrek van de hypotheekrente moet niet verder worden beperkt. | 53% | 34% | 1 |
2011 | De hypotheekrenteaftrek moet de komende jaren onaangetast blijven. | 53% | 34% | 1 |
2012 | De hoogte van de kinderbijslag moet afhangen van het inkomen. | 75% | 21% | 8 |
2011 | De hoogte van de kinderbijslag moet afhankelijk worden van wat iemand verdient. | 74% | 21% | 5 |
2012 | De regering moet de studiebeurs afschaffen. Studenten moeten voortaan geld lenen voor hun studie. | 17% | 77% | 3 |
2011 | Het collegegeld moet fors omhoog voor studenten die meer dan een jaar extra over hun studie doen. | 33% | 56% | 3 |
Als eerste valt op dat er maar weinig beweging zit in de percentages. Iets minder kiezers willen de AOW-leeftijd handhaven, ondanks de minder scherpe stelling. Over ontslagrecht, hypotheekrente en kinderbijslag zijn de meningen vrijwel exact hetzelfde verdeeld als vorig jaar, alleen het aantal tegenstanders van een minder streng ontslagrecht loopt iets op, met stemmers uit het kamp “geen mening” zo te zien. De laatste stelling is wat aangescherpt, wat het hogere percentage tegenstanders wellicht verklaart. In alle gevallen stemt meer dan de helft tegen wat ik de economische orthodoxie* zou noemen (AOW omhoog ivm. hogere levensverwachting, flexibele arbeidsmarkt, afbouwen HRA, zoveel mogelijk lump sum uitkeringen, en investeringen in menselijk kapitaal zelf bekostigen). En dat niet uit desinteresse, want deze stellingen worden ook nog eens het belangrijkst gevonden.
Het volk tegen de economen? Dat beeld wordt wat afgezwakt als we naar de andere economische stellingen kijken, degenen die vorig jaar niet op de lijst stonden:
Stelling | Eens | Oneens | Belangrijk |
Het tekort op de begroting mag in 2013 niet meer dan 3% bedragen. | 58% | 24% | 7 |
Gemeenten moeten zelf kunnen bepalen of de winkels op zondag open mogen zijn. | 82% | 14% | 26 |
Er moet Europees toezicht op banken komen. | 75% | 16% | 10 |
De periode dat iemand een WW-uitkering krijgt moet veel korter worden, maar het bedrag moet de eerste maanden wel omhoog. | 33% | 50% | 11 |
Verhuurders van woningen moeten zelf kunnen bepalen hoeveel huur ze vragen. | 32% | 62% | 16 |
Er moet meer concurrentie tussen zorginstellingen (marktwerking) komen. | 35% | 55% | 12 |
Over het tekort kun je van mening verschillen, afhankelijk van de waarde die je hecht aan Europese regels (voor ons en andere landen) maar de kiezer gaat hier niet voor het makkelijke antwoord. Zondags winkelen is populair maar niet belangrijk, Europees bankentoezicht wel. Voor die twee stellingen is waarschijnlijk wel een groot aantal economen te vinden. Verder graag niets veranderen: de WW moet zo blijven, geen vrije huurmarkt en geen vrije zorgmarkt.
Het behoudzuchtige beeld dat opstijgt uit deze statistieken is misschien wat geflatteerd. De kiezer mag aangeven hoe het moet, maar er is geen beperking op de mogelijkheden. Een echte afruil wordt niet gevraagd, wat het makkelijk maakt om voor hoge uitkeringen en lage belastingen te kiezen. Een stemwijzer die rekening houdt met schaarste zou misschien een beter beeld geven.
* Het is mij bekend dat er voor elke mening ook een econoom bestaat – ik probeer hier aan te geven wat men, op grond van het wereldbeeld dat in de standaard economische theorie geschetst wordt, zou kunnen vinden.