X, Bluesky en eigendomsrechten

Nog even over de micro-berichtenservice, het onderwerp houdt ons bezig. Het probleem is als volgt: door te schrijven op deze website blijven we zelf eigenaar van ons werk, zodat we bijvoorbeeld altijd terug kunnen linken naar een bericht uit 2006. De “content” wordt niet hergebruikt, in een andere context geplaatst of uitgebuit.

Maar berichten zijn pas leuk als ze gelezen worden en er discussie plaatsvindt. Daarvoor moeten mensen naar deze site gelokt worden, en iedereen die zelf wil schrijven zou een eigen site in de lucht moeten houden waar ook weer lezers naartoe moeten. Het weblog-model, zeg maar. Dat is niet efficiënt als er heel veel mensen meedoen, je kunt dan beter met zijn allen op een centrale site een netwerk opbouwen. Het Twitter/Facebook model.

Zo’n centrale site kost geld – moderatie, hosting, voldoen aan voorschriften – en dus moet er verdiend worden. En dat verdienmodel gaat ten koste van de gebruiker, die moet betalen, advertenties moet slikken of opgejut wordt. Veel controle over de omgeving is er niet. Die tegenstelling van belangen kwam voor ons al in 2016 aan het licht bij de bookmarkservice delicious, en recent bij het geval Twitter.

Nu is er een alternatief dat enorm op Twitter lijkt maar voorlopig nog niet dezelfde problemen heeft, BlueSky. De belofte is dat het bedrijf geen eigenaar wordt van de content, en dat de gebruiker in de toekomst het netwerk mee kan nemen naar een andere aanbieder. Aan de goede bedoelingen kan het niet liggen, maar het is niet goed in te schatten of dit echt een alternatief is of een zoveelste iteratie van hetzelfde probleem.

In tegenstelling tot wat ik eerder verwachtte lijkt er nu wel een kritieke massa van Twitter naar BlueSky te gaan, in ieder geval van de mensen die berichten over economie lezen. Omdat alles begint met publiek gaan we mee: er is een eco.nomie.nl account op BlueSky waar de berichten op deze site op zullen verschijnen, plus de interactie die we niet met onze eigen accounts willen doen. Of het allemaal future-proof is zullen we over een paar jaar wel weer zien. Op Twitter draait ons account gewoon door, totdat we ervoor moeten betalen. Het sterven van Twitter is kostbaar, we beginnen weer op nul volgers in plaats van de 462 invloedrijke lezers die we opgebouwd hadden.

Mijn persoonlijke goede voornemen is om mijn BlueSky berichten hier verder uit te werken, zodat ik het werk in eigendom hou als het netwerk er onverhoopt mee ophoudt. Bovendien is BlueSky nog niet voor iedereen toegankelijk, het systeem werkt nog met toegangscodes die bestaande gebruikers kunnen weggeven. We hebben er op dit moment geen, sorry, u bent nog even aan uw eigen netwerk overgeleverd. Hopelijk tot snel!

X

Meer dan 9 maanden geleden schreef ik op deze site een stukje over de service die toen nog gewoon Twitter heette. De teneur van destijds: het netwerkeffect is zo sterk dat er wel heel wat wanbeheer nodig zal zijn om Twitter kapot te maken.

Dat klopte wel, denk ik. Er is sindsdien behoorlijk wat wanbeheer geweest: daaronder valt in ieder geval het omkeren van de Verified categorie, het (opnieuw) toelaten van twijfelachtige lieden, het foeilelijke nieuwe logo en de bizarre beslissing om niet-leden het lezen te belemmeren. Naar verluidt staat nu ook nog de block-functie op de helling.

Tegelijkertijd is het platform maar moeilijk stuk te krijgen. Gebruikers klagen en klagen, maar blijven gewoon actief. Alternatieven duiken links en rechts op (zie Mastodon, Threads, Bluesky) maar weten de centrale functie niet over te nemen. Het lekke schip X vaart nog altijd.

Volgens de schrijver Cory Doctorow hangt de ellende op Twitter onder meer samen met het feit dat alle platforms sympathiek beginnen, maar over tijd steeds meer geld uit hun netwerk proberen te persen. Hij verzon daarvoor een Engelse term die je zou kunnen vertalen als “fecalificatie” (sorry).

Dat kan zo zijn, wat mij steeds meer begint te storen is dat ik het eigendomsrecht van mijn invallen weer eens achteloos heb weggegeven aan een andere partij. Ik zou beter moeten weten: in 2016 moesten we al concluderen het gratis hosten van andermans content een beperkt businessmodel is. En dat terwijl de waarde van stukjes op het internet nou juist in het archief zit. Zelf merk dat ik voor vrijwel elke vraag die de redactie van de website van mijn werkgever verzint, ik een oud artikel op deze site op kan vissen. Maar dan moet ik er wel bij kunnen, iets wat niet altijd zeker is als je de data uit handen hebt gegeven.

Dus toch maar mijn archief van Twitter opgevraagd en zelf opgeslagen, net zoals ik dat bij deze site doe. De waarde van die gedownloade gegevens is minder groot dan tweets met een geverifieerde tijdstempel, maar ik zou de inhoud niet graag kwijt zijn. En opnieuw weer voorgenomen om minder op X, meer op deze site te schrijven. We zullen zien of het lukt.

Twitter

Ik ben enthousiast gebruiker van Twitter, ik geef het gewoon toe. Het is een prachtig medium om actuele discussies te volgen. Ook met dit weblog maakten we meer dan 11 jaar geleden een account aan, en twee jaar later concludeerden we al dat het zwaartepunt van de discussie onder economen van weblogs naar Twitter was verschoven. Daar ligt het nog steeds.

Netwerkeffecten: als een grote groep op Twitter zit, is het voor ieder individu rationeel om zich daarbij aan te sluiten. Is het netwerk eenmaal gecreëerd, dan kan het bijna niet meer stukgemaakt.

Dat wil zeggen. De paniek slaat nu wel echt toe onder Twittergebruikers. Het nieuwe bewind van Elon Musk hanteert de botte bijl zodanig dat de ondergang van het netwerk, door technische mankementen, al aanstaande lijkt. Apocalyptische tweets vliegen je om de oren:

Berg u voor de ondergang.

Dat is een fikse onderschatting van de kracht van het netwerkeffect. Want laten we wel wezen: het is best mogelijk dat Elon Musk, door wanbeheer, het bedrijf Twitter de grond in boort. Het is best mogelijk dat hij daarbij een groot financieel verlies lijdt, en met hem de banken die de overname van Twitter mede gefinancierd hebben. Het is ook mogelijk dat de site enige dagen niet functioneert omdat Musk de netwerkbeheerder, het kantinepersoneel en de man die de sleutels bewaart per ongeluk heeft ontslagen.

Maar zelfs als dat allemaal gebeurt is het netwerk (de gebruikers, hun onderlinge verbindingen, het archief) nog in stand. Dat netwerk vertegenwoordigt een enorme waarde voor de gebruikers, mits het enigszins capabel bestuurd wordt. Dat er tegen deze waarde een astronomisch bedrag geleend is, doet daar niet aan af: dat is vervelend voor de schuldeisers maar ook voor hen is het uiteindelijk beter om Twitter in goede staat weer te verkopen, dan om de rokende puinhopen helemaal af te schrijven. Een min of meer vergelijkbaar geval is de James Bond-franchise, waarover we in 2010 schreven toen die op sterven na dood leek. Sindsdien verschenen er drie nieuwe films.

Dus: migreer gerust naar Mastodon, maar kom ook gerust terug op het nieuwe Twitter als over een paar maanden de orde hersteld is.

update 25 nov: Tim Harford beschrijft in de Financial Times hetzelfde probleem en komt met een ideaal alternatief: netwerken zouden, net als bij telefoons, op de achtergrond moeten opereren en elkaars berichten doorgeven. Je kunt dan verhuizen naar een andere provider zonder dat je je contacten kwijtraakt. Good luck! Hij verwijst daarbij ook naar dit boek van Giblin en Doctorow dat, naar het lijkt, vooral pleit voor beleid als oplossing.

Optimaliseren

Terwijl mijn zoonje goed zijn best deed op het voetbalveld, was ik op mijn telefoon begonnen met dit spel dat draait om het produceren en verkopen van paperclips. Al gauw begon mijn oude OR-hart sneller te kloppen. Dat was nog eens optimaliseren! Mijn fabriek liep als een zonnetje, dankzij de uitgekiende balans tussen verkoopprijs, inkoopbeleid, en het investeren van de winst.

Doelpunt van de kleine Knaap! Tussen het juichen door verhoogde ik snel de stukprijs van de paperclips, om te zorgen dat de voorraad niet uitverkocht raakte. Maar wat was dat? Bovenin het scherm was de batterij van mijn telefoon inmiddels half leeg. In de instellingen zag ik dat op deze manier nog maar 34 minuten stroom beschikbaar was. De simulatie van mijn fabriek vereiste kennelijk een intensief programma dat de batterij in hoog tempo aan het leegzuigen was.

Maar dat was niet de bedoeling. Na de wedstrijd zou ik moeder en dochter in de stad ontmoeten, iets dat zonder werkende telefoon onmogelijk was. En zo kwam ik opeens in een meta-game terecht. Ik kon de paperclipfabriek moeilijk uitzetten, want dan moest ik later weer opnieuw beginnen. Maar zonder telefoon de stad in was ook geen acceptabele uitkomst. Tijdelijk stilzetten en op die manier net genoeg stroom overhouden voor het sms-en na de wedstrijd dan maar. Optimaliseren om te kunnen optimaliseren.

Goedbeschouwd een nog interessanter probleem, maar mijn verstandig batterij-beleid leidde niet tot een hogere score, wat het toch minder leuk maakte. Voor ik weer thuis was viel de telefoon alsnog uit.

(Meer over het spel. Alleen spelen als je een middag over hebt!) (en een stopcontact in de buurt.)

EEA/ESEM online

Voor wie zoals ik niet in staat was de laatste bijeenkomst van de European Economic Association en Econometrics Society in Oslo bij te wonen: de videos van alle plenaire sessies staan nu integraal online: Krusell, Holmstrom, Pissarides, Athey, Wright, Acemoglu en een Nobel sessie. En dat is erg mooi. Alle videos staan op 1 pagina wat het ook mogelijk maakt ze tegelijkertijd af te spelen hetgeen een nogal desorienterend effect geeft. Maar dit terzijde.

Oh ja, ook niet onbelangrijk; de sessie over hoe je je werk gepubliceerd kan krijgen is ook te bekijken.

Google correlate

Is het al weer vier en een half jaar geleden dat ik een berichtje tikte over de website swivel, waar je correlaties tussen verschillende tijdreeksen kon uitrekenen? De site bestaat inmiddels al niet meer maar het idee leeft nog steeds, zo merken we aan de introductie van Google correlate, eerder deze week. Het principe van die site is simpel: de gebruiker upload een tijdreeks en ziet meteen welke Google zoekterm een vergelijkbaar verloop heeft.

Het algoritme achter de site bleek goed te werken bij Google flu trends, dat gebruik maakt van het feit dat mensen vaak zoeken op de term “griep” als ze de griep hebben. Zo kan aan de data van de zoekmachine worden afgelezen hoeveel personen ziek zijn, zonder dat daar verder onderzoek voor nodig is. Wie wil proberen of zoiets ook voor andere ziektes of verschijnselen geldt kan nu dus zelf correleren.

Een mooie gelegenheid om eens uit te zoeken wat er toch achter al die bewegingen in de koers van de Euro ten opzichte van de Amerikaanse Dollar zit. Ik laadde de dollarkoers van de laatste tien jaar naar de site en drukte op “go”. Het antwoord stelt niet teleur!

De (wekelijkse) koers van de dollar blijkt sinds 2003 een correlatie van 0,85 te hebben met Google-searches naar Avior Airlines, een kleine vliegmaatschappij uit Venezuela. Hoe meer er naar deze term gezocht werd, hoe verder de Euro apprecieerde. Nam de belangstelling af, dan kroop de dollar weer omhoog.

Nu alleen nog een logische verklaring. [eerder: Google n-gram, Google trends en, in dezelfde categorie, de Google barometer] [update: meer hier]

Twitter

Nu al meer dan de helft van de wereldbevolking op Twitter lijkt te zitten, wordt het misschien eens tijd dat wij dat ook gaan doen. Vaart der volkeren en zo, u kent dat wel. Hoe dan ook, vanaf nu kunt u ons vinden onder @eco_nomie_nl. Verwacht er niet te veel van: vooralsnog staan er vooral automatische linkjes naar onze artikelen, links en reacties. Maar wie weet.

Facebook lijkt ons vooralsnog duidelijk een stap te ver.

Creatieve destructie is zo’n helder idee

Aardige column in de Volkskrant van Frank Kalshoven, die kennelijk in Spanje verblijft en de economie om zich heen observeert (leuk idee!) Uit de losse pols beschrijft hij het stadsgezicht in Valencia, waar je in een winkelstraat nog zeven reisbureaus kunt tellen. Twee zijn er al op de fles, en zo kan Kalshoven uitleggen hoe de recessie zorgt voor creatieve destructie, want reizen die boek je veel beter via internet. De meisjes van het reisbureau kunnen zich nu op een andere manier nuttig maken in de economie.

Ik zou zeggen, lees het zelf, maar dat kan alleen als u de papieren krant vanochtend in uw bus gevonden heeft. Want de column van Kalshoven is, zoals gewoonlijk, niet op de website van de Volkskrant te vinden. Nou vráág ik u!

N-gram

Google heeft weer een nieuw speeltje: de N-gram viewer. Van elk woord of combinatie van woorden is na te zoeken hoe vaak die in de loop van de tijd voorkwam in alle boeken die Google heeft ingescand. En dat is erg geinig. Zo blijkt dat, ik noem maar iets, men tot halverwege de jaren ’50 zich vooral zorgen maakte over de conjunctuur, maar dat vanaf dat moment economische groei een populairder onderwerp werd (klik voor vergroting):

image

De populariteit (in Engelse boeken althans) van speltheorie kende de vorige eeuw een curieus verloop:

image

Nederlandse boeken zitten er helaas nog niet in, Duits, Frans en Spaans doen al wel mee.

Hier staan nog een paar economie-voorbeelden.

Stemwijzer

Sinds gisteren is ie er weer, de stemwijzer. Eerder lieten we ons al laatdunkend uit over dit instrument, maar de editie van dit jaar maakt het nog veel bonter. Op het al eerder geprezen NRC weblog Verdraaide Feiten verscheen al een reeks berichten waarin wordt geconstateerd dat wat partijen volgens de stemwijzer vinden niet altijd overeenkomt met wat er in hun verkiezingsprogramma staat. En dat is vreemd, want de partijen hebben de antwoorden voor de stemwijzer zelf aangeleverd.