De Amerikaanse kapitaalmarkt

Wie zijn geld belegt in de MSCI World aandelenindex stuurt bijna driekwart van het vermogen naar Amerikaanse beurzen. Dat is disproportioneel veel: het Amerikaanse bbp is maar 48% van de totale productie van de landen die in die index vertegenwoordigd zijn. Dat is overigens niet de hele wereld, zoals de naam suggereert, maar slechts de 23 “ontwikkelde landen” volgens de definitie van MSCI.

Hoe kan het dat er zoveel beleggingsgeld naar Amerika gaat? De AFM schreef er recent een artikel over, zie hoofdstuk drie van deze PDF. Beleggen buiten de eigen regio spreidt het risico, en levert in het geval van de VS ook nog eens een goed netto rendement. Dat heeft te maken met de grote Amerikaanse markt, het beleid aldaar en (verrassend) de Amerikaanse risicotolerantie.

Het FD vroeg mij om mijn eigen lijstje met redenen waarom Amerika zo’n aantrekkelijke bestemming is. In de twee artikelen over dit onderwerp die vanochtend verschenen laten meerdere experts hun licht op de zaak schijnen. Zoals dat gaat had ik een lange lijst argumenten gemaakt, waarvan slechts een minderheid de krant haalde. Voor wie het interesseert hieronder mijn hele verhaal.

Om te beginnen geldt dat ieder genoteerd aandeel (of obligatie) bij iemand in bezit moet zijn. Als je vraagt waarom de wereld zoveel op Amerikaanse markten investeert, kun je net zo goed vragen waarom Amerikaanse markten zoveel stukken uitgeven. In grote lijnen zijn daar twee redenen voor: de eerste is dat er meer (en meer succesvolle) bedrijven zijn die kapitaal ophalen via Amerikaanse markten. Dat zijn overigens niet alleen Amerikaanse bedrijven, zie bijvoorbeeld dit stuk in de FT over het Zweedse Klarna, dat een notering in New York heeft aangevraagd. Een belangrijke motivatie daarvoor zal de tweede reden zijn: Amerikaanse markten zijn groter en meer liquide, waardoor een bedrijf makkelijker geld op kan halen. Deze twee redenen vormen samen een typisch netwerkeffect, waarbij kopers en verkopers elkaar opzoeken en het voor een individu niet rationeel is om ergens anders naartoe te gaan.

Daar komt nog eens bij, zoals de AFM al aangeeft, dat beleggers de afgelopen jaren zeer goed beloond zijn op Amerikaanse markten. Het jaarlijks rendement op de Amerikaanse S&P500 (in euro’s) was tussen 2018 en 2023 zo’n 16,6%, tegen 9,8% op de MSCI Europe. Nemen we 2024 tot nu toe mee, dan komen de Amerikanen zelfs bijna aan 20%. Ook als je vanaf 2013 of 1999 kijkt zijn Amerikaanse rendementen ruim hoger.

Hoe kan het dat Amerikaanse aandelen het zo lang, zoveel beter doen? Een gedeelte van het verhaal is de sterk opgelopen waardering van de Amerikaanse markt, die nu een stuk duurder is dan de Europese. Maar de winstgroei in Amerika is ook een stuk hoger dan in Europa. Daar is een hele lijst redenen voor aan te voeren:

  1. Sectoren: veel van de snelgroeiende tech-sector zit in de VS. Die laat hogere winstgroei (en verwachte winstgroei) zien dan de industriële bedrijven in Europa.
  2. Innovatie: ook een proces dat sterke netwerkeffecten kent. Om historische redenen zijn er sterke clusters onderzoekers in Silicon Valley en in Boston.
  3. Instituties: betrouwbare instituties zijn cruciaal voor de groei, zo zagen we onlangs nog maar eens. De Amerikaanse staan (voorsalsnog) bekend als onpartijdig en betrouwbaar.
  4. Daarnaast is de VS een grote, homogene, afzetmarkt voor de productie van bedrijven die vanuit daar opereren.
  5. Er is een goed werkend ecosysteem van venture capital dat zorgt dat er een pijplijn van nieuwe, snelgroeiende, bedrijven naar de markt is.
  6. Amerikaanse bedrijven kopen veelvuldig hun eigen aandelen in, waardoor de winstgroei per aandeel groot is.
  7. Kapitaal wordt goed beloond, omdat de factor arbeid minder goed voor zichzelf zorgt. Voortdurende immigratie en relatief zwakke vakbonden dragen daaraan bij.
  8. En dan is er nog de rol van de Amerikaanse overheid, die graag grote tekorten draait. Volgens de winstvergelijking van Kalecki komen die tekorten uiteindelijk terecht in de winsten van bedrijven. Groeiende tekorten zorgen voor groeiende winsten.

De eerste vijf redenen komen terug in de aanbevelingen die Mario Draghi onlangs deed om de Europese groei te versterken. Allemaal goede ideeën, maar de pest is dat een gevestigd netwerk niet zomaar te verstoren is. Pas als Europa héél veel beter is dan de VS (door eigen kracht of door het afkalven van de Amerikanen) kun je het centrum verleggen. Paul Krugman schrijft er deze week over in de New York Times, met voorbeelden van het netwerk rond de Amerikaanse dollar en Twitter.

Auteur: Thijs

Econoom. Krantenlezer. Stuurman aan wal.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comments will be closed on 23 December 2024.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.