Gasreserve neemt toe!

We schrijven 10 januari en ik ben vandaag zonder jas naar de broodjeszaak om de hoek gelopen. Oftewel, de winter is ongekend warm, de verwarming staat zacht, en het aardgasverbruik is laag.

Dat aardgas komt uit de Nederlandse bodem, en dus gaan de opbrengsten naar de Nederlandse overheid. Die heeft daarmee een gedeelte van haar vermogen letterlijk opgepot zitten. De snelheid waarmee dat vermogen geliquideerd wordt hangt samen met het gasverbruik, en dus kopt de Volkskrant vandaag Staat loopt miljard mis door warme winter.

Misleidend. Ten eerste wordt het gasvermogen wel langzamer geliquideerd, maar niet verminderd. De staat loopt net zomin inkomsten mis als de burger die een kapotte pinautomaat treft. Ten tweede hebben dit soort hikjes in de inkomsten, dankzij de scheidende MF, geen invloed op de bestedingen (tenzij we tegen de Europese tekortnorm opbotsen- niet waarschijnlijk).

Aan de andere kant is het verstoken van minder gas ontegenzeggelijk goed: voor het milieu, voor den burger’s portemonnee en voor de gasreserves. Zou die typering van het dagblad dan toch kloppen?

Cadeautje

Houd uw afschriften in de gaten, de komende week stort het kabinet €52 op uw bank- of girorekening. Het betreft de tegemoetkoming in de energiekosten waar we vorig jaar al over schreven. Zoals bekend zijn we voorstander van een lump sum uitkering en verrek, het lijkt er aardig op. Het vaste bedrag gaat naar elk huishouden en bedrijf met een aansluiting op het elektriciteitsnet. Dat is natuurlijk niet hetzelfde als een vast bedrag uitkeren aan elke inwoner: een zelfstandig ondernemer met een aparte aansluiting op de zaak krijgt €104, een echtpaar slechts €26,50 (oeps) €26 per persoon. Maar de uitkering is verder onafhankelijk van het stroomverbruik, en dat is goed.

Inmiddels zijn er vele initiatieven om u het geld weer afhandig te maken: het kan naar de minder bedeelden, of naar spaarlampen. Niet doen, natuurlijk: als u die doelen de moeite waard vindt dan hoeft u niet te wachten op een extra uitkerinkje, maar had u gisteren al kunnen storten. De €52 gaat gewoon op de spaarrekening.

Leiderschap

Als de klimaatverandering aanhoudt verdwijnen steden aan de kust onder water. Kustbewoners overal ter wereld beraden zich inmiddels: moeten we proberen het klimaat te sparen of verhogen we de dijken? In Nederland, hoewel goed op weg qua klimaat, gaan stemmen op voor het laatste, zie het rapport aan de regering. Een praktische, maar inefficiënte oplossing.

Maar er is hoop: in het kustrijke Groot Brittannië lijkt men te kiezen voor een echte oplossing, waarin de klimaatverandering gestopt wordt. Het Engelse rapport aan de regering voert aan dat de economische schade door klimaatverandering zó groot is dat zelfs dure preventie de moeite waard is. In plaats van de eigen voeten droog te houden kiezen de Engelsen er daarom voorom het probleem van collective action [pdf] aan te pakken. Omdat preventie zonder Amerika geen zin heeft, is Al Gore in dienst genomen om het plan aan de Amerikanen te verkopen. Het is maar de vraag of dat werkt, maar het getuigt in ieder geval van leiderschap in plaats van pragmatisme.

Zingen onder de douche

Van de directeur van Energy Australia mogen landgenoten niet meer onder de douche zingen en dagdromen, zo leerden wij dit weekend. Dat leidt maar tot verspilling. De gemiddelde Australische douche duurt zeven minuten en dat kan best wat korter.

Het is een klassieke fout: een kosten-baten-analyse doen, en dan maar naar een van beide kanten kijken. Natuurlijk kost het je wat, zeven minuten onder de douche staan, maar daar staan ook baten tegenover. Als Australiers zeven minuten onder de douche willen staan, dan doen ze dat blijkbaar omdat ze bereid zijn de kosten die daarmee gepaard gaan, te betalen. De enige reden om te pleiten voor een beperking van douchetijd zou dan zijn een situatie waarbij er negatieve externe effecten zijn van lang douchen: negatieve effecten die niet door de individuele doucher worden meegenomen in zijn of haar douchetijdafweging.

Maar het tegendeel lijkt het geval. Er zijn juist positieve externe effecten. Al dat dagdromen onder de douche, zo is mijn ervaring, leidt vaak juist tot uitstekende ideeen. Ideeen die niet alleen positief zijn voor de doucher in kwestie, maar soms zelfs voor de ganse mensheid. Stel dat deze meneer O’Brien een slordige 2500 jaar geleden directeur was geweest van Energy Hellas. Als het aan hem had gelegen was Archimedes dan al binnen zeven minuten uit zijn bad gestapt, nooit tot zijn Eureka-inzichten gekomen, en was daarmee de ontwikkeling van de westerse beschaving nodeloos vertraagd. Ik bedoel maar. Lang douchen moet juist gesubsidieerd worden.

Wijn stopt subsidies duurzame energie

Minister Wijn heeft afgelopen weekend besloten om alle subsidies voor duurzame energie met onmiddellijke ingang stop te zetten. De doelstelling om in 2010 9% van de elektriciteit duurzaam te produceren is immers gehaald, dus meer subsidie is niet nodig. Vreemde redenering. Energiebedrijven, boeren en andere belanghebbenden schreeuwen moord en brand, omdat ze vergevorderde investeringsplannen in duigen zien vallen.

Economisch gezien rammelt het besluit natuurlijk aan alle kanten, nog los van die investeringsonzekerheid. Het gebruik van duurzame energie levert een voordeel op voor de maatschappij, in de vorm van minder vervuiling. Aan dat maatschappelijke voordeel valt in principe een prijskaartje te hangen. Idealiter zou de subsidie voor duurzame energie gelijk moeten zijn aan de hoogte van dat prijskaartje. Wie zo’n investering doet, creeert immers een maatschappelijk voordeel, en dus is het zowel eerlijk als economisch efficient als precies dat voordeel aan de investeerder wordt uitbetaald. Van het plotseling stopzetten van een subsidie kan dan geen sprake zijn. Vantevoren is niet duidelijk hoeveel duurzame energie de subsidie precies gaat opleveren. Maar het zal wel de maatschappelijk optimale hoeveelheid zijn.

Zelfs als de politiek toch wil vasthouden aan die 9%, dan had het allemaal een stuk slimmer gekund. Nu is er een subsidiebedrag vastgesteld, maar blijkt achteraf dat daarmee meer dan de doelstelling van 9% gehaald had kunnen worden. Met andere woorden: het subsidiebedrag was te hoog. Weggegooid geld. In theorie had het goedkoper gekund met een veiling. Iedereen die wil investeren in duurzame energie had dan aangegeven voor welke subsidie men bereid was geweest dat te doen, en vervolgens had de overheid het subsidiebedrag zodanig vastgesteld dat die doelstelling van 9% precies gehaald zou worden. Gemiste kans. Rantsoenering, de methode die nu gekozen is, kan nooit efficient zijn.

Indekken tegen prijsstijgingen

Begin deze week oordeelde de Consumentenbond dat een vast energiecontract niet snel loont. Er zijn energiebedrijven waarbij je de prijs die je voor energie moet betalen voor drie jaar vast kunt leggen. Het resultaat? ”Het lijkt erop dat de energieleveranciers het vaste contract meer zien als een klantenbinden dan als een buitenkans voor de consument”. Tja. De belangrijkste doelstelling van de meeste bedrijven is nu eenmaal niet het creeren van buitenkansjes voor de consument.

In dit concrete geval blijkt bijvoorbeeld bij een contract dat Nuon aanbiedt dat “pas bij een prijsstijging van ruim 38% na 18 maanden de consument voordeel gaat krijgen van het contract”. Op zich niet verbazend. Wie zekerheid wil, moet daarvoor betalen. Die 38% lijkt op het eerste gezicht wat fors, maar het is niet ongebruikelijk.

Wie nu een hypotheek afsluit bij de ABN Amro kan kiezen voor een variabele rente van 3,4%. Een andere mogelijkheid is om de rente drie jaar vast te zetten. In dat geval betaal je 4%. Gaan we voor het gemak uit van een aflossingsvrije hypotheek dan is het niet moeilijk om uit te rekenen bij welke prijsstijging na 18 maanden de consument met zo’n vast contract beter af is: 35%. Bijna hetzelfde percentage als bij het contract van Nuon.

Splitsing

Wie tegenwoordig nietsvermoedend een reclameblokje meepikt, loopt zo maar de kans geconfronteerd te worden met een TV-spot waarin hel en verdoemenis wordt voorspeld als de energiebedrijven worden gesplitst. De website www.splitsingnee.nl geeft meer informatie. De campagne ageert tegen het voornemen van het kabinet om de verkoop en de distributie van elektriciteit onder te brengen in afzonderlijke bedrijven. Splitsing dus. Toegegeven, of splitsing verstandig is, is een lastige vraag. Er zijn genoeg weldenkende economen die vinden dat het geen goed idee zou zijn. Maar als je de opruiende en ronduit volksverlakkende teksten op www.splitsingnee.nl leest, dan zou je spontaan voorstander van splitsing worden.

Het belangrijkste argument? Op dit moment zijn de energiebedrijven in handen van vriendelijke landgenoten die absoluut het beste met u voor hebben. Maar als de splitsing doorgaat, zullen al die bedrijven in handen vallen van Boosaardige Buitenlanders. En “je moet er toch niet aan denken dat onze energievoorziening straks wordt aangestuurd vanuit Brussel, Parijs of Berlijn!”. En “als die buitenlanders [sic] te weinig investeren in centrales, kan er (af en toe) nog een tekort aan elektriciteit ontstaan ook”. Ze schrijven het echt. En “als grote buitenlandse ondernemingen energie leveren, hebben we zelf niks meer te zeggen over de prijs. Die wordt voortaan in Düsseldorf, Parijs of Londen bepaald. ” En dat terwijl we nu als Nederlands volk gewoon samen die energieprijs bepalen. Gelooft u het zelf? En dit is ook een hele fijne: “Wie wel eens in Frankrijk heeft gekampeerd, weet uit ondervinding dat daar de kans op stroomuitval groter is dan bij ons.” En bovendien: “Het is slecht voor de werkgelegenheid. Duizenden banen gaan verloren.” Dat is grappig, want er wordt ook beweerd dat de energiebedrijven “buitengewoon efficiënt werken”. Toch merkwaardig, dat splitsing dan tot banenverlies leidt. Blijkbaar kan het dus toch efficiënter.

Een belangrijk argument voor splitsing is dat een energiebedrijf nu haar eigendom van het distributienetwerk kan misbruiken om het concurrenten op de consumentenmarkt lastiger te maken. Concurrenten hebben immers toegang tot het distributienetwerk nodig hebben om ook elektriciteit te kunnen verkopen. De netwerkeigenaar kan bijvoorbeeld een kunstmatig hoge prijs zetten voor toegang tot het netwerk, of aansluitingen van de concurrent net even iets trager tot stand brengen. Elke verstandige onderneming zou dat proberen, al is het niet netjes. KPN deed het regelmatig op de telefoniemarkt. Maar de energiebedrijven, moderne Robin Hoods als ze zijn, zullen dat natuurlijk nooit doen. Dat zijn “verdachtmakingen” van “valse streken” waar de minister “nimmer ook maar enig bewijs voor [heeft] weten aan te dragen”. Waar die minister het lef vandaan haalt om te beweren dat die geprivatiseerde energiebedrijven straks hun winst gaan maximaliseren, je begrijpt het niet.

Benzine

De VVD heeft het plan opgevat om iets te doen aan de hoge benzineprijzen. De Telegraaf bijvoorbeeld meldt een paar dagen geleden:

De VVD vindt dat het kabinet iets moet doen om de automobilist te compenseren voor de sterk stijgende benzineprijzen. Het liberale Tweede-Kamerlid Hofstra denkt aan het teruggeven van de helft van de extra BTW-opbrengst op de hogere benzineprijs. “Dat betekent dat als de bezineprijs met een dubbeltje omhoog gaat, je 1 cent zou kunnen teruggeven.”

Een beetje inconsequent is het wel. In het verleden leek de VVD een principieel voorstander van de Werking van de Vrije Markt, maar nu blijkt dat die principes al snel uit het autoraampje worden gekieperd als ze ten koste gaan van het eigen benzineslurpende electoraat. Maar dit terzijde. Veel belangrijker is dat dit een uitermate onzalig plan is. Nog los van het ad-hoc en schaamteloos populistische gehalte. Het kan nooit verstandig zijn om op deze manier in een markt in te grijpen en producenten bij voorbaat al een vrijbrief te geven om de prijzen te verhogen.

Hoezo? Stel dat de overheid zich vastlegt om elke keer dat de benzineprijs een nieuw hoogtepunt bereikt dat een een veelvoud is van tien cent, de BTW met een cent te verlagen. Stel bovendien dat de adviesprijs, ik zeg maar wat, 1,48 euro bedraagt. Ergens op het hoofdkantoor van Shell, al sinds mensenheugenis de marktleider op de Nederlandse benzinemarkt, wordt overwogen om die adviesprijs te verhogen naar 1,49. Het besluit is al bijna genomen als het slimste jongetje van het bestuur plots opspringt. “Maar wacht eens even!”, roept hij uit. “Bij een stijging naar 1,49 moet de consument 1,49 betalen. Maar als we de prijs verhogen naar 1,50, dan wordt de BTW met 1 cent verlaagt, zodat de consument nog steeds maar 1,49 betaalt! Maar wij vangen mooi 1,50! Voor de consument maakt het niets uit, terwijl wij die extra cent per liter opstrijken!”. Bewondering alom. Inderdaad, in dit geval komt die cent BTW-verlaging volledig ten goede van de olieproducent, en niet van de consument.

Natuurlijk is bovenstaand voorbeeld wat extreem. Maar hoe je het ook wendt of keert, het blijft wat naief om te denken dat een regel als “elke keer als de prijs met een dubbeltje stijgt, doen wij een cent van de BTW af” geen effect zal hebben op de prijs.