Trudo heeft gelijk, een peiling toont aan dat een overweldigende 46 procent van alle Nederlanders denkt dat Oranje dit EK kampioen gaat worden. Bij het horen van dit getal vroeg ik me af of, de wijsheid van de massa indachtig, dit nu betekent dat de kans dat Nederland straks de finale wint 46% is. Dit hoeft niet logisch te volgen en een tegenvoorbeeld is snel gevonden: stel dat elk land een even grote kans heeft om te winnen (1/16 min een beetje), en Nederland een net iets grotere kans (1/16 plus wat beetjes). Stel vervolgens dat alle Nederlanders dit perfect weten, dan zou je peilen dat 100% van de Nederlanders verwacht dat Oranje kampioen wordt, terwijl de kans in werkelijkheid maar net boven de 6 procent is.
Toch vrees ik dat de gepeilde Nederlanders misschien wat optimistisch zijn over de kansen van ons elftal. De odds voor Nederland staan op het moment van schrijven op 8, wat ons een kans van 12,5% op de titel geeft. Spanje en Duitsland gaan ons voor met ieder rond de 25%. Het is niet onredelijk om deze getallen aan te houden als objectieve kansen, wat de vraag oproept waarom het vertrouwen van het Nederlands publiek in Oranje zo groot is.
Het is een bekend verschijnsel dat de manier waarop een vraag gesteld wordt, grote invloed heeft op het antwoord. Persoonlijk denk ik dat de Nederlanders in deze peiling vooral aangeven dat ze het erg leuk zouden vinden als ons land kampioen zou worden. Ze weten dat enig zelfvertrouwen hierbij essentieel is. Een betere inschatting van onze kansen wordt waarschijnlijk verkregen als we de Nederlanders ook vragen: “zou u verbaasd zijn als Oranje dit EK géén kampioen werd?”.
Kruispost van het economie.nl EK-blog.