H-woord

Dat de VVD soms toch wat minder economisch verantwoord is dan de partij zelf beweert, constateerden we al eerder. Gisteravond bij Met het Oog op Morgen (start op 20m30) doet Betty de Boer er nog een schepje bovenop, in een discussie met Bas Jacobs over de hypotheekrenteaftrek. Vermakelijk is vooral de kernachtige samenvatting die Jacobs vandaag op zijn weblog plaatst. Fragment:

Mevr. de Boer beweerde eerst dat afschaffing van de hypotheekrenteaftrek tot verschrikkelijke prijsdalingen in de huizenmarkt leidt. Vervolgens betoogt ze dat de hypotheekrenteaftrek niet prijsopdrijving in de huizenmarkt veroorzaakt. Mevr. de Boer toont hiermee aan helemaal niets van economie te begrijpen, maar meent zich wel forse uitspraken over economen te permitteren.

Lees vooral de hele tirade.

H-woord-effect?

Het politieke debat over beperking van de hypotheekrenteaftrek heeft de woningmarkt geen goed gedaan.

zo meldt de Volkskrant. En waar zou dat dan uit blijken?

Het aantal afgesloten hypotheken is de eerste twee maanden van dit jaar gedaald met 11 procent ten opzichte van een jaar geleden.

Een hypotheek afsluiten is een langdurige geschiedenis: tussen het moment dat je een huis besluit te kopen en daadwerkelijk bij de notaris zit om de hypotheek af te sluiten zit al snel een maand of 1 tot 2. Wie in de eerste twee maanden van dit jaar een hypotheek afsluit heeft dus pakweg in de laatste twee maanden van 2009 die beslissing al genomen. En dat terwijl Google Trends laat zien dat het debat eigenlijk pas in de loop van maart dit jaar losbarstte:

Hwoord 

De conclusie van de Volkskrant is dus op z’n zachtst gezegd nogal voorbarig.

Niet waar de kinderen bij zijn!

De hypotheekrenteaftrek (HRA schijft de Telegraaf) houdt de gemoederen bezig. Goede zaak, zou je zeggen, want zo ontstaat er een gezonde discussie over de toekomst van deze regeling. Maar dat is buiten Nout Wellink gerekend. Over het aanpakken van de HRA:

Dit soort maatregelen moet je nemen op de top van de conjunctuur. Daar is het nu niet het moment voor.

Plannen maken voor een wijziging over bijvoorbeeld vier jaar  mag ook niet:

Mensen anticiperen daarop en daarmee ontregel je de woningmarkt nu al.

Natuurlijk, Wellink maakt zich zorgen over de banken. Maar zou er een groot verschil zijn tussen “over vier jaar doen we iets aan de HRA” en “We hebben het er niet over. Wacht tot de top van de conjunctuur. Dan kijken we naar de HRA”.

(Kenners weten dat een conjunctuurcyclus 7 à 9 jaar duurt en we sinds kort door het dieptepunt heen zijn.)

Hobbels, drempels en de aftrek

Op de voorpagina van de Volkskrant laten economen zich vandaag uit over de toekomst van de hypotheekrenteaftrek, in reactie op politieke plannen. Zoals altijd zijn de meesten vóór afschaffing, maar is de vraag hoe dat moet gebeuren.

Een slecht idee is het om bestaande gevallen anders te behandelen dan nieuwe hypotheken. U kon een jaar geleden al bij ons lezen dat zoiets dodelijk is voor de mobiliteit, dan wel grof onrechtvaardig. De economen op de voorpagina zijn het hiermee eens.

Ander punt van zorg, volgens een van de geïnterviewden:

invoering van een prijsplafond zoals onder meer D66 nu bepleit, is ‘economisch niet verstandig’. ‘Dan gebeuren er rare dingen op de huizenmarkt rond dat plafond.’

Ik ben toch benieuwd welke rare dingen dat zijn. Tenzij er een plafond komt van de Duckstadse variant, waarbij alle voordelen verdwijnen als de prijs een drempel passeert. Zoiets zag je vroeger nog wel eens bij inkomensmaatregelen, dat alle steun pardoes verdween als er meer dan bedrag X werd verdiend: een klassieke armoedeval.

Maar als de belastingaftrek tot vijf ton 52% is, en voor verdere geleende euro’s de helft, dan leidt dat volgens mij niet tot ‘rare dingen’. De hogere lasten zijn proportioneel met het bedrag boven de drempel, en lopen dus langzaam op. Dat maakt niet dat alle villa’s van zes ton ineens een ton minder waard worden.

Toch heeft een goede econoom eigenlijk een hekel aan drempels. Zo’n schijvensysteem bij de belastingen bijvoorbeeld, dat leidt toch voornamelijk tot lastige econometrie en is een benadering van het optimale verloop van het tarief. Is het een menselijke beperking dat we het tarief niet gewoon kunnen specificeren in een mooie (desnoods lineaire) functie? Misschien kunnen we dat op dit dossier eens proberen.