Gratis boeken

Binnen de nieuwe groeitheorie (nou ja, nieuw in de jaren ’90 van de vorige eeuw) wordt veel nadruk gelegd op het feit dat sommige geproduceerde diensten nonrival zijn: als ik de dienst gebruik, kan iemand anders hem tegelijkertijd gebruiken. De dienst die de Nederlandse dijken ons leveren is bijvoorbeeld nonrival, maar vrijwel altijd gaat het in de groeitheorie over kennis. Want als ik een idee gebruik, is het niet verdwenen voor de andere geïnteresseerden.

Het zusterbegrip dat snel opduikt als het over rivaliteit gaat, is excludability. Netflix is een voorbeeld van een nonrival dienst waar de eigenaar wel degelijk geld voor kan vragen aan iedere gebruiker. Sommige nonrival diensten zijn niet op die manier te beheersen: de goede mop die ik heb bedacht is niet geheim te houden, nadat ik hem in het café verteld heb. De mop is non-excludable.

Opnieuw gaat het al snel over kennis. Patenten en copyrights maken nieuwe kennis enigszins excludable, maar de kopieermachine, en later het internet, ondergraven de praktische uitvoerbaarheid van die juridische middelen. Bovendien is de vraag of het wenselijk is om diensten, die in principe gratis geleverd kunnen worden, aan het publiek te onthouden. Ja, gaat dan het argument, want als degene die de kennis creëert er niets aan kan verdienen, dan komt er ook geen nieuwe kennis bij.

Midden in deze discussie staan de uitgevers van wetenschappelijke literatuur. Hun bedrijfsmodel stamt uit het excludable houden van kennis, maar dat is bijna niet vol te houden als die kennis met publieke middelen wordt opgebouwd. Het nieuwe model lijkt te worden dat de onderzoeker vooraf betaalt voor publicatie, waarna de kennis vrij beschikbaar wordt. Het is nog onduidelijk of er in dit systeem een werkelijke taak voor de uitgevers overblijft.

Maar wat doen we dan met de grote berg kennis die nog onder het oude systeem is gepubliceerd? Dat verschilt vooralsnog per uitgever. De meesten lijken tot in lengte van dagen voor de kennis betaald te willen worden, maar er is hoop: uitgeverij Springer heeft onlangs haar collectie van boeken ouder dan 10 jaar open op de website gezet. Hier staat de lijst met 3,539 economieboeken van voor 2006, met onder meer een Engels-Frans-Duits-Nederlands economiewoordenboek.

Een fijn kerstcadeau. Hoewel. Nu kennis weer wat minder schaars geworden is, neemt jammer genoeg de schaarse factor tijd weer in belang toe. 3,539 boeken! [Gevonden via Hacker news]

Commons, internet en hondenpoep

Het is een bekend probleem. Als meerdere mensen in dezelfde vijver vissen, zal ieder de neiging hebben om meer op te vissen dan maatschappelijk verantwoord is. Inderdaad, de tragedy of the commons. Volgens hardcore economen gaat het helemaal mis en is de vijver binnen de kortste keren leeggevist. Elinor Ostrom deed onderzoek naar wanneer het allemaal nog meevalt en kreeg daarvoor vorige jaar de Nobelprijs. Dat het probleem nog steeds actueel is bleek de afgelopen week.

Gevalletje 1, en al eerder in onze rechter kolom:  aanbieders van mobiel internet leveren dat voor een zacht prijsje, er van uitgaand dat gebruikers zich heus wel zullen beheersen. Dom natuurlijk.

Gevalletje 2: in de Groningse gemeente Thesinge krijgen alle hondenbezitters hun hondenbelasting terug, mits de collectieve hondenpoepoverlast aantoonbaar afneemt. En verdraaid, het lijkt te werken. Zie ook de berichtgeving van de gemeente zelf.

Een voorbeeldige markt

Er wordt wat afgestolen en bedrogen in Nederland. De laatste jaren gebeurt dat meer en meer via internet, schrijft de Volkskrant. In dat artikel wordt gedaan alsof list en bedrog endemisch zijn aan het internet, maar al eerder schreven we hier dat het misschien ook een kwestie is van de verkeerde instituties. Maar de bron van alle kwaad is natuurlijk de heterogeniteit van producten. Wie ongezien een gebreide trui of een gebruikte radio koopt kan nou eenmaal op vele manieren bedrogen worden.

Hoe anders is het bij de handel in gestandaardiseerde producten. Mijn favoriete voorbeeld (en veelgebruikte hulp) is de website tweakers.net, die een pricewatch bijhoudt van computers en -onderdelen. De econoom haalt zijn hart op: voor de meeste producten is er vrijwel volledige mededinging. De artikelen zijn natuurlijk overal hetzelfde, maar bijgeleverde diensten zoals service, garantie en snelheid zijn dat niet. Daarom is er een rating-systeem met uitgebreide ervaringen van klanten. Van elk product bestaat een lijst met aanbieders, hun prijs en rating en een historie van de laagste en gemiddelde prijs (voorbeeld). Het is de wachten op de eerste Nederlandse econoom die met deze data een baanbrekend empirisch onderzoek doet.

Waarom gaat dit zo goed? Een gedeelte van het antwoord moet zijn dat techneuten, voor wie deze informatie bedoeld is,  mensen zijn die snel van zo’n on-line service gebruik maken. Dat biedt weer een mooie niche advertentiemarkt, die de site zo te zien in de lucht kan houden. Ook zijn de taal en de wensen binnen deze doelgroep homogeen, zodat de beschreven ervaringen van de één inderdaad nuttig zijn voor de ander. Vergelijk dat maar eens met een algemene variant als kieskeurig of vergelijk.