Mes op tafel

Het is vast geen goed teken dat ik de televisie speciaal aanzet voor omroep Max, maar op vrijdagavond kan dat me even niet schelen. Het is namelijk de tijd van het jaar dat Met het mes op tafel op de buis is. Een quiz met een vragenronde gevolgd door, cruciaal, een spelletje bluffen. Vanwege dat laatste kan ik er hier zelfs een bericht aan wijden.

De vragen doen even niet terzake. Kandidaten beginnen een ronde met tussen de 0 en 4 goede antwoorden. Daarna volgt een simpele variant van poker, waarbij één kandidaat een bedrag in de pot doet en de anderen hetzelfde bijstorten. Of niet. Wie wel stort én van de storters het hoogste aantal goede antwoorden heeft, wint de pot. Bij gelijkspel volgt een shoot out (Joost Prinsen deze woorden horen uitspreken is, naast zijn uitneembare leesbril, één van de genoegens van het kijken naar dit programma) en wordt de winnaar alsnog bepaald.

Dit soort situaties vraagt natuurlijk om een speltheoretische analyse, zo zeer dat er al een groot gedeelte van de klassieker van Von Neumann en Morgenstern (1943, hier gratis te downloaden) aan een vergelijkbaar spel is gewijd. Daarin uiteraard geen quizvragen, maar iedere speler krijgt een willekeurig (en geheim) getal om mee te spelen. Er zijn verschillende varianten. De simpelste is dat twee spelers, na het zien van hun getal, gelijktijdig hoog of laag moeten inzetten. Kiezen ze hetzelfde, dan wint de speler met het grootste getal de (hoge of lage) inzet. Kiezen ze verschillend, dan wint degene die hoog inzet, ongeacht de getallen.

Het leuke van speltheorie is dat dit niet alleen een spel, maar ook een goed geformuleerd probleem met een optimale oplossing is. Tot hun plezier vinden Von Neumann en Morgenstern een strategie (die later een Nash-evenwicht zou gaan heten) waarbij de verwachte winst maximaal is: ligt zijn getal boven een bepaalde grens dan moet de speler altijd hoog inzetten, onder die grens moet hij willekeurig hoog en laag inzetten (p.202). Bij optimaal spelen hoort dus dat spelers met een slechte score af en toe bluffen.

Bij Met het mes zetten de spelers één voor één in, wat het spel iets verandert. In de jaren ’40 kwamen Von Neumann en Morgenstern daar maar moeilijk uit. Toch lijkt het bluffen wel te overleven. In een iets simpeler spel (p.211) vinden ze dat de eerste speler hoog inzet als hij een hele goede, of en hele slechte score heeft. Voor de tweede speler is het, ook bij een middelmatige trekking, optimaal om af en toe bij een hoge inzet toch de hand te zien.

Als ik bij dit tweede spel de minimale en maximale bedragen uit de quiz invul (en veronderstel dat het aantal goede antwoorden willekeurig is) dan volgt dat de eerste speler vrijwel nooit moet bluffen. Dat klopt wel ongeveer met de praktijk. Echter, in dit simpele spel moet hij bij een score van nul altijd bluffen, iets dat in de quiz vrijwel nooit gebeurt. Verder zou het bluffen in de latere rondes toe moeten nemen, als de hoge en lage inzet relatief dichter bij elkaar liggen. Dat klopt weer wel, alhoewel zich hier het repeated game karakter van de quiz wreekt. Degenen die bluffen zijn vaak de kandidaten die er slecht voorstaan, wat de bluf doorzichtig maakt. Het zou daarom beter zijn in het begin van de quiz juist een klein verschil tussen de lage en hoge inzet aan te houden, in tegenstelling tot de huidige regels, die precies andersom zijn.

Hoe dan ook, een prettige besteding van de vrijdagavond. Of een ander moment.  Kijk bijvoorbeeld online deze aflevering, waarin een economisch onderzoekster een puike partij speelt.

Terug naar Bidster

En opnieuw is ie in het nieuws, “veiling”-website Bidster, waar degene met het laagste unieke bod een prijs kan winnen. Aanleiding: Finse Rotterdammer Samuli Stenberg won vorige week met een bod van 23 euro een huis van 180.000 euro. “Volgens de Fin heeft hij het huis te danken aan zijn bied-strategie”, zo wordt gemeld. Onzin natuurlijk. De man heeft gewoon ongelooflijke mazzel gehad. En uiteraard houdt de uitbater van de website ook bij hoog en bij laag vol dat het hier absoluut geen kansspel betreft:

Bidster is een e-commerceonderneming met een bijzonder prijsmechanisme. Vergelijkbaar met een veiling bij afslag.

Wij denken daar anders over.

Is poker een kansspel?

Vorig jaar vroegen we ons al eens af of Bidster een kansspel is. Bijzonder leuk: gisteravond mocht bij VARA’s Nieuwslicht de Tilburgse econometrist Ben van der Genugten een experiment doen om vast te stellen of poker een kansspel of een behendigheidsspel is. Kort gezegd definieert hij de mate van behendigheid als het verschil in uitkomst tussen een beginnende en een gevorderde speler, gedeeld door het verschil in uitkomst tussen een beginnende speler en een gevorderde speler met volledige informatie. Bij roulette is die maatstaf nul: het maakt niet uit of je een beginnende of een gevorderde speler bent, maar het maakt heel erg uit of je een beginnende speler bent of eentje die al weet waar het balletje gaat vallen. Bij schaken is de maatstaf 1: bij schaken speelt toeval immers geen rol en is er geen verschil tussen een gevorderde speler en eentje die alles al weet.

Op basis van simulaties [pdf] kwam van der Genugten met zijn co-auteurs voor poker op een behendigheidsniveau van 0.3. Een opzet met 18 echte spelers in de kelder van de VARA kwam grofweg tot dezelfde uitkomst – mits de eerste rondes niet worden meegeteld. Een complete beschrijving van het experiment en de uitkomsten staat hier [pdf]. De bewuste uitzending staat op dit moment nog niet online.

(dank aan Bart)

Is Bidster een kansspel?

Met enige regelmaat duiken ze op bij de commerciele omroepen. Een ‘veiling’ waarbij iedereen een bedrag mag sms-en, en degene met het laagste unieke bod de prijs wint. Speltheoretisch is het een interessant probleem. Je kunt wel 1 cent bieden, maar als iemand anders het lumineuze idee heeft gekregen om hetzelfde te doen, dan ben je de klos en had je beter twee cent kunnen bieden, tenzij er al iemand is die dat ook doet, etc. Met een paar collega’s heb ik er eens een verloren vrijdagmiddag op zitten rekenen. We kwamen tot de conclusie dat dit spel, onder bepaalde vereenvoudigende aannames, een evenwicht heeft in gemengde strategieen, waarbij geldt dat hoe hoger het bedrag, des te kleiner de kans is dat je dat bedrag gaat spelen.

Nu blijkt er een website te zijn die deze ‘veiling’ ook hanteert: Bidster. Het nieuws van vandaag is dat het ministerie van Justitie van mening is dat hier sprake is van een kansspel, en niet van een veilingsite.

Bidster schrijft op de eigen website dat de veiling geen loterij is. “Bij een laagste bod-veiling kan de deelnemer de loop van de gebeurtenissen beïnvloeden en daarmee ook het uiteindelijke resultaat”. Het ministerie van Justitie ziet dat anders. “De vraag of iets wel of niet een kansspel is, hangt er van af in hoeverre de deelnemers zelf hun lot kunnen beïnvloeden. Dat is hier niet of nauwelijks het geval”, meent een woordvoerder.

Tja. Uiteraard kunnen deelnemers op Bidster zelf hun lot beïnvloeden. Door een idioot hoog bedrag te bieden ben je er bijna zeker van dat je niet wint. Door slim te spelen (inderdaad: door dat evenwicht in gemengde strategieen te volgen) kun je de kans vergroten dat je wint, maar ook dan win je slechts met kleine kans. Maar als iedereen dat doet, dan is de kans dat je wint weer gewoon gelijk aan 1 gedeeld door het aantal deelnemers, en dat klinkt verdraaid veel als een kansspel. Van een veiling is in economische zin zeker geen sprake. Speltheoretici spreken slechts van een veiling als degene die het hoogste bod uitbrengt de veiling wint, en dat is hier duidelijk niet het geval.

[dank aan Pim].