Voetbal!

Ik heb een collega die na jaren in de VS weer in Nederland werkt en die maar over één ding klaagt: tijdens de lunch ouwehoeren die Nederlandse economen constant over voetbal. En het klopt, hoor. Vorige week op congres in Zweden (vandaar het intermezzo hier, excuses) nam ik plaats aan de Nederlandse tafel en hup, daar werd het resultaat van Ajax alweer besproken. Gelukkig was het niveau van de conversatie hoog en later op de avond hoorde ik nog een fraai staaltje analyse.

Het was niet helemaal spontaan, want ik zat te praten met Loek Groot die er een heel boek over geschreven heeft, maar toch. Zijn stelling is dat de rol van het geluk in het voetbal (scheidsrechterlijke dwaling, balletje net onder de keeper door etc.) essentieel is in het handhaven van een precair evenwicht. Door geluk, en het doorgaans kleine verschil in goals, kan een slechtere ploeg toch winnen.

En dat is belangrijk, want als de beste ploeg altijd wint komt er een dynamiek op gang die de rijke ploegen nog rijker maakt, waardoor ze nog beter worden, tot er niets meer aan is. Bij sporten met cameratoezicht of een groot verschil in score dreigt dit gevaar en moeten allerlei lapmiddelen worden ingezet om de boel weer recht te trekken. Verrassende conclusie: laat de scheidsrechters maar lekker dwalen en maak de goals vooral niet groter, want anders houden we geen competitie meer over.

Later die week besprak ik deze theorie met een gekende expert op het gebied van voetbal (mijn vader, die sinds zijn pensioen wel erg veel eredivisie live kijkt) die het probleem onmiddellijk onderkende. Hij stelde voor om periodetitels in de eredivisie te introduceren. Op die manier valt er met wat geluk nog meer te halen.

[Eerder over Loek Groot. Overigens bleken zijn ideeën onafhankelijk te zijn ontwikkeld in de Donald Duck.]

Hoe win ik de voetbalpool?

In economenblad ESB staat vandaag een bijzonder intrigerend artikel van Loek Groot en Michel van de Velden over het voorspellen van voetbaluitslagen en, meer concreet, het invullen van de WK-po0l. De auteurs beginnen met wat eenvoudige tips (voorbeeld: als je punten krijgt voor elk goed voorspelde aantal doelpunten dat een team maakt vul dan altijd een 0 in, wat dat is nu eenmaal de meest voorkomende score). Vervolgens geven de auteurs op basis van Poisson parameters en Elo– en Voros-ratings een schatting van winkansen en meest waarschijnlijke uitslagen.

Toch heb ik mijn twijfels of het verstandig is om op basis hiervan je WK-pool in te vullen. De impliciete suggestie (zeker in het artikel op Z24) lijkt dat je de po0l zodanig moet invullen dat je je verwachte score maximaliseert door steeds de meest waarschijnlijke antwoorden te geven (zie bijvoorbeeld ook hier). En volgens mij is dat niet verstandig.

Natuurlijk, wie betaald wordt op basis van de score die hij haalt, moet de meest waarschijnlijke uitkomsten invullen. Maar de meeste pools werken zo niet. Alleen degene met de hoogste score krijgt een prijs. En daarom kan het verstandig zijn om te speculeren door juist niet de meest waarschijnlijke scores in te vullen. Wie op safe speelt zal nooit een uitschieter zijn. En wie geen uitschieter is, zal nooit de pool winnen. Het maximaliseren van de kans op winst is heel iets anders dan het maximaliseren van je verwachte score.

Een eenvoudig voorbeeld. Stel Brazilie heeft 80% om van Ivoorkust te winnen, andersom is de kans 20%. U doet mee aan een pool met 10 deelnemers, waarvan de andere 9 allemaal Brazilie tippen. Dat land heeft immers de grootste kans om te winnen. Wat doet u? Als u ook Brazilie tipt, heeft iedereen dezelfde voorspelling, zal de winnaar willekeurig worden getrokken, en heeft u dus 10% kans de pool te winnen. Maar als u Ivoorkust tipt, dan is er slechts een kans van 20% dat u gelijk heeft, maar als u gelijk heeft, wint u ook zeker de pool. Ergo: de kans dat u de pool wint is dan 20%, en dat is meer dan wanneer u het favoriete Brazilie tipt.

Misschien dat ik toch maar ga inzetten op een finale Japan — Honduras.