Terug in Nederland kan ik melden dat ik op vakantie in ieder geval één economische klassieker gelezen heb, The Strategy of Conflict van Thomas Schelling .Vier jaar geleden moest ik het doen met zijn biografie, maar ’s mans proza is een stuk interessanter.
Speltheorie, natuurlijk. Het onderwerp van de eerste hoofdstukken is de situatie waarin twee spelers zowel een tegengesteld als een gemeenschappelijk belang hebben. In het werk van Schelling zijn die spelers meestal de VS en de USSR, die kleine voordelen ten opzichte van elkaar willen halen maar allebei de totale oorlog willen vermijden. Maar er zijn veel meer toepassingen, zoals ouders die streng (maar niet te streng) zijn en hun kinderen die daar gebruik van maken.
De mooiste conclusie van Schelling is het tegen-intuïtieve weakness is strength. Wie in een dergelijk conflict zit en maar erg weinig mogelijkheden heeft, komt vaak als beste uit het spel. De dronken fietser krijgt ruim baan, wie zijn schepen verbrandt wint de strijd op het land, er zijn vele voorbeelden te verzinnen. De truuk is om als speler zo snel mogelijk een commitment te hebben waar je niet meer onderuit komt. De tegenspeler die ziet dat je niet anders kunt zal zich naar zijn lot schikken.
Ik schreef jaren geleden al eens over dit principe als verklaring voor het mysterieuze bordje “slagbomen dalen automatisch” dat je op de Nederlandse wegen nogal eens tegenkomt. Ook in Italië bood het lokale verkeer een mooi voorbeeld. Kijk eens naar deze typische invoegstrook van de Italiaanse autostrada (vergelijk een Nederlands exemplaar). De Hollandse automobilist schrikt zich in eerste instantie rot: het verkeer wordt zonder pardon op de rijbaan gesmeten, zonder de invoegstrook van honderden meters die wij gewend zijn. Maar ook hier geldt dat de zwakte een sterkte blijkt: andere bestuurders weten dat de invoeger geen kant opkan en maken netjes een gaatje. Na een tijdje blijkt dat het invoegen beter gaat dan thuis.