Twee koppen boven hetzelfde bericht, beide niet erg gelukkig gekozen: Lok vrouwen om eerder kinderen te krijgen en Zwangerschap stimuleren bij studentes. Aanleiding is een persbericht van de Raad voor Volksgezondheid en Zorg waarin de raad stelt:
Vrouwen in Nederland staan voor een dilemma: eerder kinderen krijgen levert maatschappelijke schade op, terwijl later kinderen krijgen tot veel medische schade kan leiden. […] Gynaecologen trekken al langer aan de bel en waarschuwen voor de medische risico’s voor moeder en kind.
Typisch optimalisatieprobleem: de vrouw die jong kinderen krijgt ziet haar carrière, waarin vaak al veel geïnvesteerd is, de mist ingaan; zij die te lang wacht heeft een hoger risico op complicaties. Het optimale tijdstip ligt ergens tussen de 18 en de 40, en volgens gynaecologen ligt het te hoog.
Dat laatste hoeft niet te betekenen dat de moeders in kwestie dat ook vinden. Immers, de gynaecoloog kijkt alleen naar de kosten van laat moederschap, niet naar de baten. Het feit dat zij aan de bel trekken is dus op zich geen reden voor ongerustheid. Er is slechts een probleem als de calculerende moeders de risico’s van een laat moederschap onderschatten.
Als dat het geval is, is het probleem overigens simpel op te lossen: betere voorlichting aan jonge vrouwen. Gek genoeg wordt dat niet voorgesteld door de Raad. Zij zoeken de oplossing in maatregelen die de carrièrekosten moeten verlagen, zoals “een voor starters toegankelijker woningmarkt” en “betere mogelijkheden werk en zorg te combineren”. Lovenswaardige idealen, beide. Maar hoe gaan we dat doen?