Dure euro’s

Dit is een ANP-bericht over de koers van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De teneur van het artikel blijkt al uit de eerste paragraaf:

De euro is vrijdag gestegen naar 1,29 dollar, een niveau dat de afgelopen 2,5 maanden niet meer was gehaald. Op de valutamarkt piekte de Europese munteenheid op 1,2901 dollar, om daarna iets terug te zakken. Een dure euro is niet gunstig voor Europese bedrijven die hun producten willen uitvoeren.

Allemaal feitelijk juist, en opnieuw een reden om je zorgen te maken over die verdraaide euro. Gelukkig doet een beetje context wonderen. Kijk ten eerste eens naar de cijfers. Dit zijn de laatste drie maanden euro-dollar koersen. Ontwaart u een trend? De munten bewegen zeer behoedzaam in een band van (maar liefst) 4 dollarcent een beetje op en neer.

Maar goed, gesteld dat de euro een eindje doorstijgt, is dat erg? Vervelend voor bedrijven die naar Amerika exporteren, zeker, maar tegelijkertijd prima voor zij die hun goederen en diensten uit Amerika importeren. Daaronder de consumenten die prijzen van Amerikaanse auto’s en vakanties zien dalen. Bovendien luidt de olieprijs doorgaans in dollars, waardoor een dure euro leidt tot lagere benzineprijzen.

Het is uiteindelijk een typisch economenverhaal, aan de ene kant dit, aan de andere kant dat. Misschien is het bovenstaande ANP-bericht afkomstig van de mythische een-armige econoom.

Koffiedik

De daling van de 10-jaars rente in de VS en Europa ondersteund [sic] de visie dat economische groei op haar retour is. […] De zwakke huizenmarkt in de VS is een ander rood stoplicht voor de bulls. Als grondstoffen en edelmetalen de weg omhoog weer vinden is het tijd de aandelenportefeuille winterklaar te maken. Deze maand zullen beleggers de roze bril wel ophouden maar van een AEX op 420 in oktober sta ik niet te kijken.

Aldus Hans Jager van blikopdebeurs.com op 15 september. De AEX stond op dat moment op 470, zodat het uitkomen van deze voorspelling een kleine crash zou betekenen.

Het kan, natuurlijk. Oktober is een mooie maand voor paniek: vorige week 19 jaar geleden zagen we de grootste in de recente geschiedenis. Maar het hoeft niet. De begindagen van oktober waren eigenlijk best goed, zoals de voorspeller toegeeft in zijn column van 5 oktober:

Inmiddels quoteert de index rond de 480 punten. Het technische plaatje doet sterk denken aan een bergbeklimmer, bezig aan de laatste zware meters voor de top.

Tja. We schrijven 23 oktober, het is vandaag en volgende week opnieuw maandag dus ik wil niets uitsluiten maar de index staat vooralsnog rond de 490. De moraal: hoewel beurzen goede voorspellers zijn is het voorspellen van de beurs erg lastig. Wat wil je ook: de AEX is de weerslag van de analyse van duizenden handelaren, allemaal op zoek naar winst. Voorspellen wat die index over een maand gaat doen is een maand lang de toto helemaal correct invullen. Economen weten allang dat dit zeer onwaarschijnlijk is.

Weten dat de beurs inherent onvoorspelbaar is helpt om malafide of misleide tipgevers als zodanig te herkennen. Probeer daarbij met name gebruikers van technische analyse (te herkennen aan termen als weerstand, plafond, support) te mijden.

Ontwerpfout op Politieke Aandelenmarkt

De verkiezingen komen steeds dichterbij. Opiniepeilingen en de koersen op de politieke aandelenmarkt zullen de komende weken steeds meer aandacht krijgen. Wij zijn een groot voorstander van zo’n politieke aandelenmarkt. Maar helaas is er iets mis op de door de Volkskrant georganiseerde PAM.

Wat is er aan de hand? De PAM heeft ook een groot aantal kleine partijen op de markt: PVV, Een NL, Fortuyn, Partij voor Nederland, Partij voor de Dieren. Stuk voor stuk partijen waarbij het maar afwachten is of ze in de kamer komen. Maar op de PAM wordt gehandeld in hele percentages. De ‘voorspelling’ van de PAM, zoals die wordt gepubliceerd in bijvoorbeeld de Volkskrant, is gebaseerd op de laatste koers die voor een partij tot stand is gekomen. Aangezien je voor nul cent niet kunt handelen, zal de laatste koers altijd minimaal 1 cent bedragen, wat neerkomt op 1% van de stemmen. Maar 1% van de stemmen betekent al 1 zetel in de kamer. De PAM zal dus voor iedere partij minimaal 1 zetel ‘voorspellen’. Een duidelijke ontwerpfout. Het kan zelfs invloed hebben op de ‘voorspelling’ van de grote partijen: als het totaal aantal te verdelen zetels op de markt steeds 150 bedraagt, en er worden op deze manier al vijf zetels ‘gereserveeerd’ voor splinterpartijen, dan kon de zetelvoorspelling op de PAM van de grote partijen wel eens een onderschatting zijn. En dat is jammer.

Het probleem is makkelijk op te lossen door de deelnemers aan de markt te laten handelen in tienden van procenten, in plaats van alleen in hele procenten. Op die manier kan de koers van een partij zakken tot 0,1%, lang niet genoeg voor een zetel.

Politieke Aandelenmarkt

Ten tijde van het Wereldkampioenschap voetbal schreven wij al uitgebreid over de zegeningen van voorspelmarkten, ideaal om de kans op onzekere gebeurtenissen in de toekomst te voorspellen. Tot onze vreugde heeft de Volkskrant heeft met het oog op de aanstaande verkiezingen weer zo’n voorspelmarkt geopend: de Politieke Aandelenmarkt (PAM). De krant wijdde er ook een aardig achtergrondartikel aan.

De markt is zojuist geopend. Er kan gehandeld worden in stempercentages, coalities en premiers. Helemaal in evenwicht is de markt nog niet. Op dit moment worden er op grond van de koersen maar liefst 172 zetels verdeeld. En op de premiermarkt staat Wouter Bos op 57%, tegen 52% voor Balkenende, en 15% voor een VVD-kandidaat. Op de coalitiemarkt tellen de percentages zelfs op tot 175%. Met een beetje arbitrage valt hier dus geld te verdienen.

Betalingen kosten banken miljoenen

… luidt de alarmerende kop in het NRC. Hoezo dat? Uit onderzoek blijkt “dat banken vooral geld toeleggen op betalingen van consumenten. Vorig jaar leverden die een verlies op van 642 miljoen euro. Op creditcardbetalingen en internationale overboekingen leden de banken nog eens 89 miljoen euro verlies. Op het zakelijke betalingsverkeer in Nederland boekten de banken 708 miljoen euro winst.” Netto komen we dus uit op een bescheiden verlies van 23 miljoen euro, waarbij het bedrijfsleven de consument subsidieert voor een dikke half miljard, een bedrag dat zonder twijfel weer keurig wordt doorberekend aan de consument.

De conclusie? De consument moet meer gaan pinnen, vindt DNB, want dat is goedkoper. Uit de cijfers blijkt dat de kostenstructuur van het Nederlandse betalingsverkeer ongezond is, vindt de Nederlandse Vereniging van Banken. Beide conclusies lijken wat vreemd. Banken zetten immers zelf de tarieven voor het betalingsverkeer. Als ze er voor kiezen om die tarieven zo te zetten dat consumenten te weinig pinnen en een verlies van ruim 700 miljoen euro opleveren, dan is dat hun eigen keuze en dus hun eigen schuld. Dat heeft weinig met kostenstructuur te maken, maar alles met tarievenstructuur. Bovendien is een netto verlies van 23 miljoen maar een schijntje. Dat verdienen banken zo weer terug, bijvoorbeeld door de spaarrente niet te verhogen.

WK krach

Het houdt ons wel bezig, dat verband tussen WK voetbal en financiele markten. Nu blijkt dat je niet alleen aandelenmarkten kunt gebruiken om voetbaluitslagen te voorspellen, maar dat zo’n WK invloed ook heeft op de Echte Aandelenmarkt. Uit onderzoek dat binnenkort gepubliceerd gaat worden in het Journal of Finance blijkt namelijk dat een overwinning geen invloed heeft op de aandelenbeurs van land in kwestie, maar dat uitschakeling een dag later leidt tot een (extra) koersdaling van gemiddeld 0.38% in de groepsfase, en 0.49% in de knock-out fase van het toernooi. Nog eens een dag later herstellen de koersen weliswaar, maar dat is met een schamele 0,07%. Toegegeven, na de ernstige koersdalingen op het Damrak van de afgelopen weken doet zo’n half procentje meer of minder er niet echt meer toe, maar toch. Tenzij Oranje wereldkampioen wordt (inmiddels een kans van 5,6%), zullen de koersen vrijwel zeker gaan dalen.

Het bericht werd een tijdje geleden ook al door het ANP gebracht, op een nogal merkwaardige manier. Het onderzoek is weliswaar geaccepteerd door het meest gerenommeerde financieringstijdschrift, wat betekent dat een groot aantal vakbroeders er zeer kritisch naar gekeken heeft en het correct heeft bevonden, toch weet het ANP wel een betere bron: Handelaar Léon Cornelissen van effectenhuis Iris. Hij schampert: ,,Ik heb nog nooit een teleurgestelde klant gehad die na een nederlaag zei: verkoop m’n hele portfolio maar”. Beleggend Nederland kan weer rustig gaan slapen.

WK Beleggen

Terwijl mijn vrouw naar een krimi op Talpa kijkt houd ik de stand van de WK-wedstrijd Duitsland-Polen via internet in de gaten. Niet dat ik veel geef om één van de twee elftallen per se, maar ik heb een aardig fortuin geïnvesteerd in een Pools succes. Als de Polen het vandaag verprutsen, is mijn WK voorbij.

Het WK beleggen, natuurlijk. Het principe is eerder door Marco uitgelegd: een aandeel in een land betaalt alleen uit (zeg €100) als het land kampioen wordt, en dus is de waarde op ieder moment gelijk aan 100*p, met p de kans dat het land de cup wint. Wie een goede schatting van p kan maken, koopt de ondergewaardeerde aandelen en wacht tot ze stijgen. Ook kun je arbitrage plegen door gebruik te maken van de zekerheid dat een mandje met een aandeel in elk land een zekere waarde van €100 heeft.

Bij de vorige editie van deze markt ging het mis: de arbitrage bleef uit, waardoor er een echte bubble ontstond (via). De reden: het geld op deze markt is niet echt, en alleen de top-3 beleggers krijgt een prijsje uitgekeerd. Dat maakt dat het niet de moeite is om kleine arbitrage-klusjes op te knappen, omdat daarmee de top 3 nooit binnen bereik komt. Ook kan je op deze markt niet short gaan, zodat het afstraffen van overwaarderingen lastig is. (Waarom is niet duidelijk, maar volgens mij gaat de helft van de informatie zo verloren.)

Hoe dan ook, dit jaar gaat het beter: ik vermoed dat de organisatie zelf actief handelt om het prijsniveau in toom te houden. Maar omdat alleen de buitensporig goede beleggers iets verdienen en de brokkenpiloten niet echt failliet gaan, blijft de handel een stuk wilder dan op het Damrak. Dat speelde mij een tijd lang in de kaart, maar door het verlies van Ghana en Togo ben ik helaas uit de top 50 (user:thijsco) gekelderd. Maar het kan nog: Hup, Polen!

Marktpsychologie

Wat doen financiële markten? Die bepalen de waarde van aandelen, obligaties, valuta en nog een hoop ander papier. Wat ligt er ten grondslag aan die waarde? Toekomstige gebeurtenissen.

Het is waar: de waarde van een bedrijf (en dus van aandelen in dat bedrijf) is de som van alle toekomstige winsten, verdisconteerd met een bepaald percentage. En de huidige waarde van een munt hangt in grote mate samen met de toekomstige waarde van die munt. Wie dus op de financiële markten handelt, moet iets weten over de toekomst. Dat maakt het vak bijzonder lastig.

Wanneer verandert de waarde van een stuk? Als de informatie over de toekomst verandert. Daarom is bijvoorbeeld het effect van een renteverhoging niet altijd hetzelfde: het maakt uit of de verhoging groter of kleiner is dan werd verwacht.

Dit alles maakt het verklaren van marktbewegingen tot een bijzonder lastige zaak, omdat je niet alleen iets moet weten over de feitelijke gebeurtenissen, maar ook over de voorafgaande verwachtingen daaromtrent. Een marktanalist moet, behalve econoom, ook psycholoog zijn. Dat gaat niet altijd goed: zie bijvoorbeeld deze korte analyse in de Volkskrant van de gebeurtenissen gisteren.

De feiten: de ECB verhoogt de rente met 0,25%, waarop de beurzen fors zakken. Logisch, volgens het artikel, want een renteverhoging is op alle fronten slecht voor de aandelenkoersen: de winsten van bedrijven lijden eronder en de alternatieve belegging in vaste waarden wordt aantrekkelijker (of: de discontovoet van de winsten stijgt). Maar wacht: een verandering in de prijzen wordt veroorzaakt door een onverwachte gebeurtenis. Dus was de rentestijging hoger dan verwacht. Maar dat is niet het geval, blijkt, als de koersval van de Euro verderop ter sprake komt: “De daling kwam doordat een deel van de handelaren had gerekend op een renteverhoging van een half procent in plaats van een kwart.” Ah. Maar zouden de aandelenkoersen dan niet omhoog moeten?

Nou ja, ik geef het je te doen: dagelijks verwerken de markten meer informatie dan de hele krant van de volgende ochtend. Het samenvatten daarvan in een kort berichtje is als het sturen van een SMS op vakantie: je laat 95% achterwege. Maar enige consistentie in het bericht, dat is toch niet teveel gevraagd?

De kans dat Oranje kampioen wordt? 5,7%.

Nog een paar weken, en het WK voetbal barst weer los. Over de kansen van het Nederlands elftal lijken de meningen nogal verdeeld. Dat is nergens voor nodig. De kans dat Nederland wereldkampioen wordt is objectief te bepalen en bedraagt momenteel 5,7%. Hoezo? Omdat financiële markten alle beschikbare informatie perfect en op een efficiënte manier aggregeren. En omdat op zo’n financiële markt het aandeel dat 1 dollar uitbetaald als Nederland wereldkampioen wordt, op dit moment voor 5,7 cent wordt verhandeld. Torenhoog favoriet is Brazilië, momenteel met een kans van 26,5% op de titel, gevolgd door Duitsland en Engeland, die allebei op 10,8% staan. De kans dat Nederland groepswinnaar wordt is 40%, tegen 41,5% voor Argentinië, 10% voor Servië-Montenegro, en 8,5% voor Ivoorkust.

Lees verder “De kans dat Oranje kampioen wordt? 5,7%.”

Centrale bank

In Nederland kennen we al de battle tussen burgemeester Leers van Maastricht en Minister Donner. In de VS lijkt nu iets soortgelijks te ontstaan, maar dan onder economen. Glenn Hubbard, topeconoom aan de Columbia Business School, werd getipt als opvolger van Alan Greenspan als leider van de centrale bank. Uiteindelijk ging de baan naar Ben Bernanke. Hubbard slaat nu terug met dit filmpje.

(tip afkomstig van Marginal Revolution).

Update: De man in de video is toch niet de echte Glenn Hubbard, zo meldt de Washington Post. Toch jammer. Maar het blijft leuk.