Hup Spanje!

Thijs had bijna gelijk. Nederland won van Uruguay, en als gevolg daarvan zijn de kansen dat ons land wereldkampioen wordt gestegen naar 39% volgens Betfair, een marktplaats voor weddenschappen. Dat is net iets minder dan de 41% die Thijs berekende op basis van Bayesian updating voor de wedstrijd. Blijkbaar zijn de handelaren op basis van het getoonde spel gisteravond toch net iets minder positief over de kansen van Nederland dan ze zouden zijn geweest puur op basis van alleen de informatie dat Nederland heeft gewonnen.

Met wat aanvullende Bayesiaanse analyse kunnen we meteen uitrekenen voor wie we vanavond moeten zijn, bij die tweede halve finale. Betfair geeft voor Duitsland een kans van 47.6% dat ze vanavond winnen, en een kans van 29.4% dat ze wereldkampioen worden. Dat impliceert dat een finale Duitsland-Nederland met kans 61.8% wordt gewonnen door Duitsland.

De kans dat Spanje vanavond wint staat op 52.9%, de kans dat ze wereldkampioen worden op 32.3%. Dat betekent dat een finale Spanje-Nederland met kans 61.1% wordt gewonnen door Spanje.

Oranje maakt dus een betere kans tegen Spanje dan tegen Duitsland.

30%

De kampioensvlag mag dan wel klaarliggen voor het Nederlands elftal, er doen nog drie andere landen mee met hoge verwachtingen van het toernooi. Wie wint aanstaande zondag de cup? Daarvoor kunnen we, aldus sporteconoom Ruud Koning, het beste kijken naar de odds bij de verschillende bookmakers. De informatie in die (zeg maar) prijzen weerspiegelt de inzichten van kenners wereldwijd, die bereid zijn geld in te zetten op hun voorspelling.

Corrigeren we voor de winstmarge van de bookmaker, dan is de kans dat Nederland wereldkampioen wordt bij Betfair en Oddschecker op dit moment beiden 30%. Spanje doet 32%, Duitsland tussen de 30% en 32%. De kans dat Nederland in de finale speelt is wel groot: zo’n 74%, volgens Oddschecker.

Met de kans op het kampioenschap en de kans dat we de finale spelen kunnen we ook uitrekenen wat de kans is dat we de cup winnen, gegeven dat Oranje dinsdag Uruguay verslaat (dit is een toepassing van het theorema van Bayes). Als we langs Uruguay komen, neemt de kans dat we wereldkampioen worden toe tot 41%.

Blijft u dus vooral nog even rustig.

TFP en de vrije stijl

Bij economische productie komen mensen, machines en kennis bij elkaar en resulteert een product. Om wat grip te krijgen op dit proces gebruiken economen vaak een productiefunctie, zeg Y=AF(K,L). Productie Y komt dan voort uit kapitaal K en arbeid L en de efficiëntie van het proces wordt bepaald door de term A, die vaak de totale factorproductiviteit (TFP) wordt genoemd. Uit de eigenschappen van de functie F kun je veel nuttige inzichten en modellen afleiden.

Maar dan die A, de TFP. Als je die nou eens zou kunnen verhogen, dan schiet het nog eens op met de groei. Op basis van die gedachte ontstond in de jaren ’80 de endogene groeitheorie. Die A, zo stelden de aanhangers, stond voor ideeën en met nieuwe ideeën kunnen oude machines en mensen efficiënter werken. Maar zit de innovatie niet vaak juist in nieuwe machines, in plaats van ideeën? Toen ik nog groeitheorie doceerde, kende ik maar één goed voorbeeld voor een rechtstreekse TFP-verhoging: nieuwe software voor de computer (meestal).

Groot was dus mijn blijdschap toen ik gisteravond een gaaf nieuw voorbeeld ontdekte. Tijdens de teamsprint vrije stijl (gewonnen door de Noren, gefeliciteerd) vertelde de commentator dat deze manier van langlaufen nog niet zo oud is. In het traditionele langlaufen beweegt men de skis langs elkaar door een spoor. In de jaren ’80 (alweer) ontdekte de Fin Pauli Siitonen dat je veel sneller kunt door met de skis een schaatbeweging te maken. Sindsdien kent het langlaufen wedstrijden in de “vrije stijl”, die een stuk sneller verlopen worden. Hebt u dat? Zelfde mensen, zelfde skis, nieuw idee en dus sneller vervoer. Dat is winst in de afdeling TFP.

Strijd tussen centrale banken

In onze rechterkolom heeft u al zien langskomen dat de kredietcrisis ook een aantal sponsoren in de Engelse Premier League treft. De Wall Street Journal geeft nog eens een aardige extra draai aan dat verhaal.

Manchester United wordt gesponsord door AIG. Inderdaad, hetzelfde AIG dat deze week werd gered door de Amerikaanse centrale bank, in ruil voor 80% van de aandelen. De facto is de Amerikaanse centrale bank nu eigenaar van AIG en dus shirtsponsor van Manchester United.

Newcastle United wordt gesponsord door Northern Rock. Inderdaad, hetzelfde Northern Rock dat een jaar geleden werd gered door de Britse centrale bank. De facto is de Britse centrale bank nu eigenaar van Northern Rock en dus shirtsponsor van Newcastle United.

Op 9 maart spelen beide clubs tegen elkaar, in wat door de WSJ nu al wordt geafficheerd als de “Battle of the Central Banks.”

Tevens meldt de krant dat de Europese centrale bank vooralsnog geen plannen lijkt te hebben om ook een voetbalclub te gaan sponsoren.