Iemand die Googlet op de zoektermen “broeikaseffect” en “CO2-uitstoot” veroorzaakt zelf 7 gram extra CO2 in de lucht, aldus een recent onderzoek.
Harvard-wetenschapper Alex Wissner-Gross rekende uit wat de gezamenlijke CO2-uitstoot van Googles datacentra zou zijn en deelde dat op het aantal gebruikers. Hij concludeert daaruit dat een keer Google’en evenveel broeikasgas oplevert als het zetten van een halve pot thee.
Dat is allemaal mooi, maar moet ik me hier als individuele gebruiker nu slecht over voelen? Het antwoord is natuurlijk nee, omdat de onderzoeker geen onderscheid maakt tussen de gemiddelde kosten (die hier worden uitgerekend) en de marginale kosten.
Vergelijk het met die andere milieuvervuilende activiteit, een reisje met het vliegtuig. Als ik vandaag besluit geen tickets meer te kopen dan werk ik niet meer mee aan de CO2-uitstoot van vliegtuigen. Tegelijkertijd neemt die uitstoot niet af, omdat het zeer onwaarschijnlijk is dat er door mijn besluit ook maar één vliegtuig minder vliegt. Idem voor zoekopdrachten. Het datacentrum staat er en stoot CO2 uit, ongeacht mijn beslissing wel of niet te zoeken. Het marginale effect is nul. Natuurlijk, als iedereen minder ging zoeken waren er minder datacentra nodig. Maar voor de individuele zoeker is die overweging irrelevant.
Overigens brengt het antwoord van Google nog een belangrijk gegeven in beeld: zelfs al was de marginale uitstoot 7 gram, de vraag is hoe het eerste alternatief milieutechnisch uit zou pakken. Een autorit naar de bibliotheek, misschien?