Olie en de electrische auto

Dit ingezonden artikel in de Volkskrant werpt een kritische blik op de milieuwinst die we boeken als Nederlanders massaal in een elektrische auto gaan rijden. De redenatie is als volgt: door olie te verstoken kun je energie opwekken, in de vorm van beweging en warmte. Een dieselmotor zet ongeveer 40% van de energie om in beweging. Bij een elektrische auto gaat het via meerdere schakels: een energiecentrale maakt stroom, de auto sleept die in 200 kilo accu mee en maakt beweging. Eindafrekening: 35% van de energie in de olie komt in de wielen terecht.

Als we alleen maar elektriciteit maakten uit olie dan was de kous daarmee af: de elektrische auto gaat minder efficiënt om met energie. Voor zover vervuiling op de ene plaats erger is dan op de andere is er winst te boeken (geen diesels in oude stadscentra, bijvoorbeeld) maar op het gebied van CO2 niet.

Er is natuurlijk ook stroom uit windenergie. Maar de schrijver geeft aan dat wat hem betreft de marginale productie uit olie komt:

die duurzame stroom wordt eenvoudig weggehaald bij de andere elektriciteitsgebruikers. Er wordt namelijk niet meer wind-, zonne- of andere elektriciteit opgewekt bij de aankoop van een elektrische auto. Uiteindelijk moet de elektriciteit voor die auto’s gewoon uit centrales komen.

Hier ben ik het niet helemaal mee eens. Op de korte termijn is dat misschien waar, maar als grote groepen elektrisch gaan rijden zal er een uitbreiding van de capaciteit moeten komen. Dat kan best op een duurzame manier gebeuren. Er is echter een ander probleem. De uitstoot van CO2 wordt alleen voorkomen als de olie die wij minder verstoken dankzij de elektrische auto, niet elders opgebruikt wordt. Om de uitstoot echt te verminderen moet de olie in de grond blijven zitten. En dat is zeer onwaarschijnlijk. Zelfs bij een compleet succes en een sterk afgenomen vraag naar olie uit Nederland (of voor mijn part uit Europa) heeft dat tot gevolg dat de olieprijs daalt, of minder snel stijgt, en andere landen hun verbruik vergroten. Alleen voor zover de lagere olieprijs leidt tot minder exploratie is er milieuwinst geboekt. Daar staat tegen over dat een (verwachte) lagere prijs leidt tot een sneller oppompen van de huidige voorraden.

De sloopregeling

De sloopregeling (of, in Haags p.r. jargon: de schone-lucht premie) is er. Wie een oude auto inlevert en krijgt een bedrag tussen de €750 en de €1.000 korting op de aankoop van een nieuwe. De oude auto moet dan wel gesloopt worden, wat betekent dat we de slooppremie moeten afzetten tegen de inruilprijs die de auto nog opbrengt.

De volksmening bij de Telegraaf is daarom dat deze premie te laag is. Iedere dealer geeft altijd €1.000 inruil op alles wat rijdt, is de heersende mening. Maar wie wel eens een auto gekocht heeft weet ook dat die inruil vaak fictief is: wie niets inruilt krijgt opeens een aantrekkelijke korting aangeboden.

Er zal dus wel wat gesloopt worden dankzij deze premie. Dat is goed voor de autodealers, die het moeilijk hebben, en voor de fabrikanten (dat laatste is het weglekeffect). De hogere efficiëntie van de nieuwe auto maakt dat de uitstoot in Nederland vermindert (mits bezitters niet méér gaan rijden in de nieuwe kar) maar zoals Willem Buiter al opmerkte is het totale milieu-effect negatief. Een nieuwe auto moet immers ook geproduceerd worden. Andere verliezers zijn de gebruikelijke afnemers van oude Nederlandse auto’s, de inwoners van Oost-Europa en Afrika. Zij zien het aanbod tijdelijk opdrogen.

Zoekopdrachten en het broeikaseffect

Iemand die Googlet op de zoektermen “broeikaseffect” en “CO2-uitstoot” veroorzaakt zelf 7 gram extra CO2 in de lucht, aldus een recent onderzoek.

Harvard-wetenschapper Alex Wissner-Gross rekende uit wat de gezamenlijke CO2-uitstoot van Googles datacentra zou zijn en deelde dat op het aantal gebruikers. Hij concludeert daaruit dat een keer Google’en evenveel broeikasgas oplevert als het zetten van een halve pot thee.

Dat is allemaal mooi, maar moet ik me hier als individuele gebruiker nu slecht over voelen? Het antwoord is natuurlijk nee, omdat de onderzoeker geen onderscheid maakt tussen de gemiddelde kosten (die hier worden uitgerekend) en de marginale kosten.

Vergelijk het met die andere milieuvervuilende activiteit, een reisje met het vliegtuig. Als ik vandaag besluit geen tickets meer te kopen dan werk ik niet meer mee aan de CO2-uitstoot van vliegtuigen. Tegelijkertijd neemt die uitstoot niet af, omdat het zeer onwaarschijnlijk is dat er door mijn besluit ook maar één vliegtuig minder vliegt. Idem voor zoekopdrachten. Het datacentrum staat er en stoot CO2 uit, ongeacht mijn beslissing wel of niet te zoeken. Het marginale effect is nul. Natuurlijk, als iedereen minder ging zoeken waren er minder datacentra nodig. Maar voor de individuele zoeker is die overweging irrelevant.

Overigens brengt het antwoord van Google nog een belangrijk gegeven in beeld: zelfs al was de marginale uitstoot 7 gram, de vraag is hoe het eerste alternatief milieutechnisch uit zou pakken. Een autorit naar de bibliotheek, misschien?

Verwarmde terrassen, externe effecten

Is het erg dat alles in Nederland later gebeurt dan elders in de wereld? Soms wel, maar het heeft zijn voordelen. Dit initiatief van GroenLinks om verwarmde terrassen in Utrecht te verbieden (in verband met de uitstoot van broeikasgassen-nou ja) komt zo’n twee en een halve maand nadat hetzelfde geval in Engeland speelde.  Mooi, want dan hoef ik hier niet te verhalen over de inefficiëntie van een verbod vergeleken met een corrigerende Pigou-belasting: er is namelijk al een Engelsman die deze sterke argumenten in heeft zitten typen. Vertaalt u het zelf even?

Met twee maten meten

Volgens staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën leidt de belasting op vliegtickets die het kabinet volgend jaar wil invoeren, niet tot een verlies van werkgelegenheid op de Nederlandse luchthavens:

De staatssecretaris noemde het een misverstand dat het aantal passagiers door de vliegbelasting met 5 tot 10 procent afneemt. Er is alleen sprake van een lagere groei van de hoeveelheid reizigers tot 2011.

Maar, wacht eens even, die heffing was toch goed voor het milieu? Volgens onderzoek daalt door de belasting de uitstoot van schadelijke gassen rond 2011 immers tussen de 3 en 9 procent.

Wie goed leest, ziet dat het strikt genomen allemaal klopt. Maar tegelijkertijd is het een wel heel flauwe truc. De heffing leidt tot minder milieuvervuiling. Immers: zonder de belasting zou er meer vervuild worden. Maar de heffing leidt niet tot minder werkgelegenheid. Immers: er zijn na de invoering van de heffing niet minder banen dan daarvoor. Zo lusten wij er nog wel een paar.