Hallo vanuit Denemarken. Ik verkeer voor korte tijd aan de Deense kust en worstel dus een paar dagen met het lokale monopolygeld (waar men voorlopig niet vanaf wil). Denemarken is een mooi land om als vergelijking naast Nederland te leggen omdat de uitgangspunten zo vergelijkbaar zijn maar de beleidskeuzes vaak precies andersom. Dat geldt voor het geld, maar ook voor bijvoorbeeld het arbeidsmarktbeleid (Deense flexicurity versus Nederlandse ontslagbescherming – het CPB organiseerde er onlangs een conferentie over).
Een ander verschil is het uitbannen van de historische fout van het vroegpensioen. Waar we dat in Nederland vrij efficiënt gedaan hebben kwamen de Denen er niet goed uit. Hoewel ze in 2006 besloten dat hun efterløn op termijn niet houdbaar was, werd de verhoging van de bijbehorende leeftijdsgrens uitgesteld tot het verre 2019 (zie deze moeizaam vertaalde pagina). Iedereen die tijdens het besluit boven de 48 (!) was had van de hervorming geen last.
Dat was misschien wat oneerlijk en de huidige regering probeert er wat meer vaart achter te zetten. En dat had een heuse kleine crisis tot gevolg deze week, toen de Deense PvdA uit het overleg stapte. Dat vult de kranten en houdt de Denen bezig; de uitkomst is nog ongewis. Voor de passerende econoom is het geruststellend dat de ruzies gaan over de begroting van 2020, en niet die van vorig jaar.