Families als de onze

De afgelopen dagen hebben we in dit economengezin de Deense serie Families like ours gebinged. Klimaatfictie met een intrigerend idee: met het oog op het stijgen van de zeespiegel besluit de Deense regering het land te evacueren en de 6 miljoen Denen elders onder te brengen. Het water loopt nog niet door de straten maar de “situatie in Nederland” doet besluiten dat ze de overstroming beter voor kunnen zijn.

De Nederlander, inmiddels op het puntje van zijn stoel, komt niet te weten wat zich hier heeft afgespeeld, anders dan dat de Nederlandse staat kennelijk failliet is gegaan in een ultieme poging het water tegen te houden. Verderop in de serie loopt één van de hoofdrolspelers na twee dagen in de wildernis een Pools station binnen; vraagt een voorbijganger “Nederland?”.

Naast de Nederlander komt ook de econoom goed aan bod. Dat begint al als het nieuws over de evacuatie alleen onder een kleine groep mensen bekend is, die prompt hun huis verkopen en hun geld van de bank halen. Daarmee zijn ze de adembenemende krach voor die zich in Denemarken ontrolt na het bevel tot evacuatie. Huizen, maar ook ander immobiel kapitaal is op slag waardeloos, het financiële systeem stort in.

Waar moeten de Denen naartoe? In families worden de grenscontroles strenger en moeten de Deense middenklassegezinnen zich als een echte vluchteling gaan gedragen – dat was natuurlijk het hele idee achter de serie. In werkelijkheid lijkt me dat 6 miljoen Denen wel terecht kunnen in Europa, dat bijna 5 miljoen Oekraïners herbergt. Vooral als ze hun menselijk en financieel kapitaal meenemen. Hoewel er natuurlijk al eerder ettelijke miljoenen Nederlanders opgevangen zullen zijn.

Dat is al een mooi economisch scenario, maar wat me vooral trok in dit verhaal is de vraag wat er van een land overblijft als het grondgebied verdwijnt. Dit is een oude fascinatie. In principe zou je ook zonder land een groep mensen kunnen verenigen, in de praktijk is het lastig. De serie loopt niet lang genoeg door, maar we zien al wel aankomen dat de vluchtelingen straks opgaan in hun nieuwe thuislanden. Hopelijk maken ze hun nieuwe thuisland iets meer high trust. Het verdronken land Denemarken wordt een windmolenpark, om verdere zeespiegelstijging te voorkomen.

Het luxepaper

Wie een huis in Nederland koopt moet rekening houden met het risico van overstroming. Dat risico vermindert de waarde van het huis en inderdaad wordt voor een laaggelegen huis zo’n €3000 minder betaald dan voor een hoger gelegen, vergelijkbare, woning. Dat zeggen althans mijn oud-collega’s bij de UU, de heren Garretsen, Bosker, Marlet en Van Woerkens in een nieuw boek, zo las ik vorige week op nu.nl.

Deze economen hebben geluk, want de verschijning van hun boek valt precies samen met de discussie over een verplichte verzekering tegen overstromingen voor alle Nederlanders (ligt niet voor de hand gegeven de korting op het huis, schrijft het kwartet) en de nodige wateroverlast over de grens. De pers nam hun conclusie veelvuldig over.

Snel het boek besteld om de volgende dag het naadje van de kous te achterhalen. En dat, beste lezers, is waar het me eigenlijk om te doen is. Die volgende dag bracht de postbode een kleine envelop waarin een minuscuul werkje opgeborgen bleek. Het boek van de vier economen was een gepopulariseerde versie van een wetenschappelijk artikel, dat eveneens in 2013 verschijnt. Mijn oud-collega’s hadden een working paper in het Nederlands vertaald en rijkelijk voorzien van foto’s van stromend water dat traag door oneindig laagland, afijn, de bekende plaatjes. Er stonden enkele prachtige kaarten in, dat wel. Maar de slechts twee tabellen en verwijzingen naar “complexe cijfermatige analyses” zonder die te laten zien (het gaat om fixed effects paneldata) zijn toch niet helemaal gericht op de econometristen onder ons.

Toch voelde ik me niet bekocht, eerder kwam er bewondering in me op voor de slimme collega’s die een heel nieuw genre in de wetenschap hadden weten te introduceren. Naast hun moeilijk te verteren, zwart-wit uitgevoerde, wetenschappelijk verslag was hier sprake van een luxepaper, dat zomaar door een gemiddelde Nederlander gelezen kon worden. Aansprekend onderwerp, een goed te begrijpen resultaat en een heldere aanbeveling in een makkelijk te behappen boekje. Iets om uit de tas te toveren op verjaardagen, maar ook een werk dat zomaar door een beleidsmaker serieus genomen kan worden.

In de discussie over media-economen waarvan niet altijd duidelijk is waar onderzoek overgaat in eigen mening, is dit wellicht een goed voorbeeld. Er is een wetenschappelijk resultaat, maar ook een publieksvriendelijk formaat met plaatjes en voorbeelden. Het één lijdt niet onder het ander en (economen let op) er lijkt zelfs een markt voor te zijn.

boekje