Koopzondag

Altijd mooi als economisch onderzoek invloed heeft op de beleidsdiscussie. Gemeenten moeten zelf maar bepalen op welke zondagen hun winkels open mogen, vinden D66 en GroenLinks, die recent onderzoek in De Economist aanhalen dat dezelfde conclusie trekt. Saillant detail is dat een van de auteurs van dat onderzoek Elbert Dijkgraaf is, nu prominent kamerlid van de SGP, een partij die fel tegenstander is van het plan.

In het bewuste artikel verklaren de auteurs het aantal koopzondagen waar een gemeente voor kiest uit een aantal demografische en politieke variabelen. Die blijken een duidelijke invloed te hebben. Met andere woorden: gemeenten zijn prima in staat hun eigen beslissingen op dit punt te nemen. Echter

Dijkgraaf stelt dat zijn D66-collega [van der Ham] verkeerd uit zijn stuk citeert. Volgens hem gaat het er om dat gemeenten binnen de marge van de landelijk vastgelegde maximum van twaalf koopzondagen zelf moeten beslissen of ze een koopzondag willen. “Omdat het een wetenschappelijke analyse is zou mijn conclusie nooit kunnen zijn zoals Van der Ham die stelt”, aldus Dijkgraaf. “Simpelweg omdat gemeenten die volledige vrijheid niet hadden en die cijfers er dus ook niet waren.”

Nogal flauw en opportunistisch. Hier blijkt haast sprake van PVV-logica: de situatie is anders, dus kunnen we er niets over zeggen. De conclusie van het artikel luidt immers:

Clearly, by taking into account [of] these differences a clear-cut case exist[s] to decentralize the decision on Sunday shopping opening compared with rules on a national level.

en daar is geen woord Chinees bij.

Een saillant detail dat onvermeld blijft is dat de co-auteur van het stuk Raymond Gradus is, directeur van het wetenschappelijk instituut van het CDA.

De koopzondagen (2)

In de discussie over koopzondagen wordt af en toe het volgende argument gebruikt:

de grotere supermarkten kunnen zich dit soort investeringen (in extra personele inzet bijvoorbeeld) permitteren. Extra openstelling op zondag voor supermarkten […] werkt dus ook concurrentievervalsend ten opzichte van de kleine buurtsupers. En daar zijn we nu juist zo zuinig op.

Een stukje uit het betoog van een Apeldoorns raadslid voor verplichte sluiting op zondag. Het lijkt (alweer) op de verhalen die je hoort als het over het Europees landbouwbeleid gaat. We moeten zuinig zijn op de boeren vanwege hun rol als landschapsbeheerder, en daarom moet de melk subsidie krijgen.

Ook hier klopt de redenering niet. Misschien moeten we inderdaad zuinig zijn op buurtsupers, die vaak belangrijk zijn voor bijvoorbeeld bejaarden met een kleine actieradius. Maar het instrument is verkeerd: is de functie in de buurt belangrijk, dan moet de buurtsuper betaald worden voor die functie, bijvoorbeeld met een subsidie op het open zijn. Dat kost geld, maar een verplichte sluiting op zondag is ook niet gratis. Gewenste (en belastbare) activiteiten worden daardoor voorkomen, wat welvaartsverlies oplevert voor klant en winkelier. De ervaring leert dat het verstoren van de markt altijd duurder uitpakt dan direct betalen voor hetgeen je wilt.

[meer]

De koopzondagen (1)

Er ligt een plan om het aantal koopzondagen in Nederland te beperken. De Tweede Kamer sprak er vorige week al over. Het platform detailhandel is tegen en claimt dat de beperking 20.000 banen kost. Dat getal domineert inmiddels het debat, mede door een advertentie die het platform vandaag laat plaatsen.

Waar komt het getal vandaan? Van het platform zelf, maar op hun site staat geen verantwoording. Om iets over de methode te weten te komen moeten we naar dit interview op BNR luisteren. Jelger Zee van het platform licht daar toe: 1) de achterban vreest 3 tot 4% omzetverlies en 2) elk procent omzetverlies kost 5.000 banen. Het argument dat gemiste omzet op andere dagen wordt goedgemaakt klopt niet, want “op zondag gaan mensen anders winkelen, mensen gaan funshoppen.”

Dit “onderzoek” is redelijk arbitrair en hangt op de natte vinger van de winkelier. Dat de kranten het toch afdrukken toont maar weer eens hoe verleidelijk een getal kan zijn, ook al valt het uit de lucht. Twintigduizend banen, meneer, in deze tijd.

Maar stel dat het klopt, een mogelijkheid die we niet mogen uitsluiten. Zijn die 20.000 mensen dan voor altijd werkloos? Welnee, de consument moet ergens naartoe met zijn geld. De bestedingen buiten de detailhandel groeien, internetwinkels (altijd open!) zoeken personeel, de horeca. De juiste kop is in dat geval, “minder koopzondagen kost 20.000 banen in de detailhandel“. Op langere termijn komt iedereen wel weer onder dak. Maar de langere termijn, dat duurt even, en het is een feit dat het niet handig is om juist nu werkgevers in het nauw te brengen.

Ik snap dat het platform het via de banen speelt, een politiek moeilijk punt in deze tijd. Maar de werkelijke kwestie is volgens mij een andere. Door winkels te verbieden op zondag te openen maakt de regering transacties onmogelijk, transacties tussen volwassen mensen die daar allebei beter van worden. Zondagssluiting is niet alleen slecht voor winkelpersoneel, maar vooral voor de consument. En het zijn de consumenten die over twee jaar de regering gaan beoordelen.