Transitiviteit op het EK

Om een nette nutsfunctie te kunnen postuleren, is het noodzakelijk dat voorkeuren transitief zijn. Wie A prefereert boven B, en B boven C, moet ook A prefereren boven C.

Voetbaluitslagen zijn lang niet altijd transitief. Als A wint van B, en B wint van C, dan betekent dat nog niet dat A ook wint van C. In de groep van Nederland op dit EK waren de uitslagen echter volledig transitief. En dat is dan toch weer aardig, als schrale troost voor de uitschakeling van Oranje.

Die transitiviteit betekent overigens ook dat we na drie wedstrijden net zo goed meteen al hadden kunnen stoppen. Ga maar na: Duitsland won van Portugal, Portugal won van Denemarken, Denemarken won van Nederland. De uitslag van de overige drie wedstrijden volgt dan onmiddellijk uit transitiviteit, en de eindstand daarmee ook.

Vakidioot!? Ik!? Dat valt best wel mee. Heus.

Kruispost van het economie.nl EK blog.

Merchandise

In de grote ruimte die het EK van 1988 in mijn herinneringen inneemt, bewaar ik een speciale plaats voor de afkondiging van de laatste wedstrijd vanuit de studio in Hilversum. Minuten nadat het Nederlands elftal de finale heeft gewonnen, laat Mart Smeets aan de camera een voetbal zien met de opdruk Nederland Europees Kampioen 1988. “Hij is er al jongens”, spreekt Mart, “deze bal”.  (Het fragment is te zien op 2:11 van deze video.)

De schrik sloeg mij om het jeugdige hart. Wat als we de finale niet hadden gewonnen? Dan zouden al die ballen waardeloos zijn!

Het was inderdaad een onschuldige tijd. En bij het vooruitkijken naar de wedstrijd van zondagavond, mogelijk Nederland’s laatste op dit toernooi, moeten we ook zeker even denken aan die slimme handelaren die ergens in de polder een pakhuis vol met merchandise hebben liggen. Nederland Europees Kampioen 2012. Er hangt veel van onze jongens af.

Om het zekere voor het onzekere te nemen zou het goed zijn als deze handelaren even hun licht opsteken bij de collega’s in de VS, die elk jaar voor beide deelnemers aan de Super Bowl een overwinningsshirt laten maken. De (ex-post) waardeloze helft van die order gaat met een container naar Afrika waar generaties kinderen er met veel plezier in lopen, zich onbewust van de tragische opdruk. Niet dat het nu al nodig is om de container te boeken, maar hou het in het achterhoofd.

Kruispost van het economie.nl EK-blog.

De Nobelzeepbel doorgeprikt

Ultieme ironie. Wegens de economische crisis en daarmee gepaard gaande tegenvallende beleggingsresultaten is de Nobelprijs economie dit jaar 20% lager dan voorheen.

Hetzelfde geldt overigens ook voor de andere prijzen. Dat is dan wel weer sneu.

Maar ach, dat betekent dat we in reele dollartermen weer precies terug zijn op het niveau van 1901. Eigenlijk was het dus gewoon een bubbel.

Overcapaciteit

Stel, er zijn twee producenten van bakfietsen in het dorp. U en uw buurman. U heeft allebei een fabriekje waarmee u 100 bakfietsen per jaar kan maken. Uw bakfietsen zijn degelijk, solide, en liggen prima in de markt. U verkoopt er 90 per jaar. De buurman, die wat meer nadruk legt op design, heeft het moeilijker. Hij verkoopt 70 bakfietsen per jaar.

Op een zonnige dag stapt de buurman naar de burgemeester. Er is een overcapaciteit van 40 stuks in de bakfietsenbusiness en daar moet maar eens een eind aan komen. Zijn voorstel: u krimpt allebei uw productiecapaciteit met 20 stuks in. De pijn moet immers eerlijk verdeeld worden.

Een absurd verhaal? Toch lijkt het precies wat Sergio Marchionne, baas van Fiat, voorstelt.

Wel creatief, die Italianen.

Voetbal en economie

Economen krijgen vaak het verwijt hun analyses te pas en te onpas op de meest uiteenlopende onderwerpen los te laten. Dat is niet geheel onbegrijpelijk. Er zijn immers maar weinig onderdelen van het dagelijks leven waar economische argumenten en overwegingen geen rol van betekenis spelen. Neem voetbal. Op het eerste gezicht een simpel spelletje waar lokale en nationale sentimenten een belangrijke rol spelen. Maar wie beter kijkt ziet een bedrijfstak met internationale kapitaal- en migratiestromen die maar weinig verschilt van veel andere bedrijfstakken. En die zich uitstekend leent voor een economische analyse.

Laten we dat nu net gedaan hebben. In een zojuist verschenen artikel in het Journal of Economics and Statistics (The Effects of Institutional Change in European Soccer, 2012, pp. 318-335, working paper hier) geven ondergetekende, Ruud Koning, en Arjen van Witteloostuijn een theoretische analyse van de effecten van meer internationale arbeidsmobiliteit van topspelers (bijvoorbeeld naar aanleiding van het Bosman arrest in de jaren ’90) enerzijds en het toenemend belang van internationale competities zoals de Champions League anderzijds. Vaak worden dergelijke ontwikkelingen gezien als de doodsteek voor het voetbal in het algemeen en nationale competities in het bijzonder. Een nuchtere economische analyse laat zien dat het tegendeel het geval is. Die nationale competities worden juist spannender.

In essentie is het model eenvoudig. In een aantal landen zijn voetbalclubs actief die hun winst willen maximaliseren. Hun opbrengst hangt samen met hoeveel talent, en dus goede spelers, ze aantrekken. Meer talent betekent immers meer kans op overwinningen en dus meer bezoekers en verkoop van shirtjes. De kosten van een club bestaan vooral uit de salarissen van de spelers. In elk land zijn er grote clubs, met een grote potentiele achterban, en kleinere clubs. Analoog zijn er grote landen en kleinere landen.

Wat gebeurt er in het model als internationale arbeidsmobiliteit groter wordt? Talent stroomt dan van kleine landen naar grotere. Die grotere landen zijn immers bereid meer te betalen voor goede voetballers. Salarissen zullen stijgen. Omdat alle goede spelers in de grote landen terecht komen zullen internationale clubcompetities eenzijdiger worden. Maar nationale competities worden juist spannender. In grote landen zullen de topteams elkaar meer in evenwicht houden, omdat ze in staat zijn de beste spelers aan te trekken. Maar ook in kleine landen wordt de competitie spannender: omdat, zeg, alle grote talenten van Ajax naar het buitenland gaan, kunnen ook AZ en Twente een gooi doen naar het kampioenschap.

Ook competities als de Champions League hebben invloed op de internationale verdeling van talent. Voor clubs die succesvol zijn in zulke competities vallen er enorme bedragen te verdienen. Dat geldt ook voor kleinere clubs, die daardoor een sterke prikkel hebben om ook meer talent aan te trekken. Krachtverschillen binnen nationale competities worden daardoor kleiner.

Volgens Rinus Michels is voetbal oorlog. Hij zat er naast. Het is allemaal economie.

Driewegskruispost van het economie.nl EK-blog en het FEBlog.

Hoe win ik de voetbalpool?

Wie in deze tijden van oranjekoorts veel bezoekers op zijn weblog wil, moet zorgen voor een bericht met bovenstaande titel in zijn archieven, zo bleek de afgelopen weken. Op dit bericht, twee jaar geleden, kwamen honderden extra bezoekers af.

De essentie, mocht u uw formuliertje nog niet hebben ingeleverd? Wie meedoet aan de voetbalpool moet een lastige afweging maken tussen statistiek en speltheorie. Het gaat er immers niet om dat de kans op winst zo groot mogelijk is, maar juist dat u de verwachte opbrengst maximaliseert. Een voorbeeld. Stel Duitsland heeft 80% kans om van Denemarken te winnen, andersom is de kans 20% (die kansen haalt u natuurlijk uit het werk van Loek Groot). U doet mee aan een pool met 10 deelnemers, waarvan de andere 9 allemaal favoriet Duitsland tippen. Wat doet u? Als u ook Duitsland tipt, dan heeft iedereen dezelfde voorspelling, zal de winnaar willekeurig worden getrokken, en heeft u dus 10% kans de pool te winnen. Als u Denemarken tipt, dan is er slechts een kans van 20% dat u gelijk heeft, maar als u gelijk heeft, wint u ook zeker de pool. Ergo: de kans dat u de pool wint is dan 20%, en dat is meer dan wanneer u het favoriete Duitsland tipt.

Een andere verstandige strategie, die overigens opvallend weinig landgenoten lijken te hanteren, is die van de emotionele hedge. Komt het van een finale Nederland – Duitsland, zet dan vooral al uw geld op Duitsland. Ga maar na. Wordt Nederland kampioen, dan bent u blij. Het verloren geld is slechts bijzaak. Gaat de titel naar Duitsland, dan heeft u altijd nog een leuk geldbedrag gewonnen.

Kruispost van het economie.nl EK-blog.

Beursbericht – 2

Het is alweer veel te lang geleden dat u een update kreeg over onze Politieke Aandelenmarkt. De handel was dan ook wat lauwtjes, maar trekt de laatste paar dagen weer duidelijk aan.

In onderstaande tabel de virtuele zetelverdeling op basis van de koersen van hedenochtend, in de rij ‘Verschil’ het verschil met het vorige beursbericht, bijna drie week geleden. Voor de volledigheid ook de laatste peilingen van de Politieke Barometer en Maurice de Hond.

  VVD PvdA PVV CDA SP D66 GrnL ChrU Ov
PAM 28 22 21 20 28 15 5 5 6
Verschil – 4 – 1 + 3     + 1     + 1
PolBar 32 24 22 14 27 15 5 5 6
MdeH 25 21 24 15 29 16 6 6 8

De belangrijkste verschuiving van de afgelopen weken is een verlies van 4 zetels van de VVD die (netto) met name ten goede zijn gekomen van de PVV. Meest opvallend is nog steeds een sterk geloof in het CDA van onze handelaren. Hoe serieus we dat moeten nemen? Bij de vorige editie van deze PAM stond de VVD al op 30 zetels wekenlang voordat dat in de peilingen het geval was, en we weten allemaal hoe dat is afgelopen. Verder bewegen de PAM-koersen zich vrij netjes tussen die van beide opiniepeilers.

Uiteraard kunt u nog steeds meedoen. Het is leuk en kost niets. Volg de instructies op deze pagina.

Nederland die heeft de bal

Trudo heeft gelijk, een peiling toont aan dat een overweldigende 46 procent van alle Nederlanders denkt dat Oranje dit EK kampioen gaat worden. Bij het horen van dit getal vroeg ik me af of, de wijsheid van de massa indachtig, dit nu betekent dat de kans dat Nederland straks de finale wint 46% is. Dit hoeft niet logisch te volgen en een tegenvoorbeeld is snel gevonden: stel dat elk land een even grote kans heeft om te winnen (1/16 min een beetje), en Nederland een net iets grotere kans (1/16 plus wat beetjes). Stel vervolgens dat alle Nederlanders dit perfect weten, dan zou je peilen dat 100% van de Nederlanders verwacht dat Oranje kampioen wordt, terwijl de kans in werkelijkheid maar net boven de 6 procent is.

Toch vrees ik dat de gepeilde Nederlanders misschien wat optimistisch zijn over de kansen van ons elftal. De odds voor Nederland staan op het moment van schrijven op 8, wat ons een kans van 12,5% op de titel geeft. Spanje en Duitsland gaan ons voor met ieder rond de 25%. Het is niet onredelijk om deze getallen aan te houden als objectieve kansen, wat de vraag oproept waarom het vertrouwen van het Nederlands publiek in Oranje zo groot is.

Het is een bekend verschijnsel dat de manier waarop een vraag gesteld wordt, grote invloed heeft op het antwoord. Persoonlijk denk ik dat de Nederlanders in deze peiling vooral aangeven dat ze het erg leuk zouden vinden als ons land kampioen zou worden. Ze weten dat enig zelfvertrouwen hierbij essentieel is. Een betere inschatting van onze kansen wordt waarschijnlijk verkregen als we de Nederlanders ook vragen: “zou u verbaasd zijn als Oranje dit EK géén kampioen werd?”.

Kruispost van het economie.nl EK-blog.