Het regent economensites

Maakten we twee weken geleden al melding van een nieuwe economie-site van de EUR, vandaag ontdekte uw nijvere verslaggever MeJudice, “een nieuw webforum voor economen”. MeJudice (‘naar mijn mening’) wordt bestuurd door twee Tilburgers heeft zo’n beetje de hele Nederlandse academische top aan boord. Er lijkt een doorplaatsovereenkomst te bestaan met VoxEu, dat eerder al meldde een Nederlandse editie in de maak te hebben. (update: Vox bevestigt) De concurrentie trekt aan.

Adverteren bij Google

Wie een zoekterm intikt bij Google, krijgt vaak ook een paar advertenties te zien. Die advertenties worden via een veiling verkocht, zo legt huiseconoom Hal Varian uit in een recente bijdrage aan Google’s eigen blog. Adverteerders kunnen bieden op zoektermen, en de winnaar betaalt het bod van de op 1 na hoogste bidder. Inderdaad, een Vickrey veiling.

Nu betalen adverteerders Google niet voor elke advertentie, maar pas als er iemand ook daadwerkelijk klikt op zo’n advertentie. Dat levert problemen op bij de organisatie van de veiling. Een adverteerder kan wel bereid zijn een hoog bedrag per klik te betalen, maar als er vervolgens niemand op die advertentie klikt, dan levert dat nog niets op.

Natuurlijk is daar rekening mee gehouden. Bij de veiling speelt ook de kwaliteit van de advertentie mee. In de praktijk is die kwaliteit gedefinieerd als hoe vaak iemand die zo’n advertentie voor z’n neus krijgt, er daadwerkelijk op klikt. Google houdt z’n veilingen vervolgens niet op basis van het hoogst geboden bedrag per klik, maar op het hoogst geboden bedrag per klik maal de kwaliteit van de advertentie. Op die manier gaat die adverteerder winnen, die voor Google de hoogste verwachte advertentieopbrengst genereert. Slim.

Economie!? Voor jou!?

Afgelopen vrijdag wees Thijs op een nieuwe concurrent. Een goede gelegenheid om weer eens te kijken hoe het staat met dat soortgelijke initiatief: Economie voor jou, de rubriek die een tijdje geleden transfereerde van NRC naar Volkskrant.

Antwoord: niet zo best. De laatste bijdrage is een warm pleidooi voor de vaste boekenprijs, gespeend van ook maar enig economisch argument of inzicht;

Wie de nieuwste Harry Potter wil, betaalt daarvoor €19,90. Of je nu bij boekhandel Broese Kemink in Utrecht komt, de Ako in IJmuiden, Bol.com op internet of de Albert Heijn in Heerhugowaard. […] De vaste boekenprijs verhindert dat bijvoorbeeld supermarktketens of internetbedrijven gaan stunten met de boekenprijs. Daardoor is de boekhandelaar in staat een breed assortiment te voeren. Dat is in het belang van auteurs die anders nooit een kans zouden hebben gekregen. […] Zonder vaste boekenprijs zou het boekenaanbod flink verschralen. Geen Paul Auster, geen Russische klassieken. Om van dichtbundels nog maar te zwijgen.

Tja. Markten zijn efficient als de prijs dicht ligt bij marginale kosten, en dat is bij een vaste boekenprijs zeker niet het geval. Zo’n vaste boekenprijs werkt ook nog eens denivellerend. Bijstandsmoeders die hun laatste dubbeltje moeten omdraaien om voor hun koters Harry Potter aan te schaffen, geven indirect een subsidie aan hoogleraren die een dichtbundel kopen. Als dergelijke kruissubsidies echt plaatsvinden tenminste, en dat betwijfel ik. Waarom zou een winstmaximerende uitgever immers de winst op Harry Potter gebruiken om een verliesgevende dichtbundel te financieren!? Als de overheid cultuur wil stimuleren zijn daar sowieso aanzienlijk efficientere instrumenten voor dan een vaste boekenprijs, bijvoorbeeld een directe subsidie, of, nog beter, het uitloven van prijzen.

Het argument dat nieuwe aanbieders op deze manier een kans krijgen, zou je in vrijwel elke andere sector ook kunnen hanteren om een vaste hoge prijs voor de zittende aanbieders te legitimeren. Maar dat doen we niet. En daar zijn goede redenen voor. Redenen die net zo goed gelden voor de boekenmarkt.

Concurrentie!

Hoe hebben we dit nu weer kunnen missen? De FEW van de Erasmus Universiteit doet al negen maanden de blog:

EconomieOpinie.nl is een initiatief van de Faculteit der Economische Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De website is een opinieplatform met nieuwswaardige en actuele opiniestukken over economische onderwerpen in binnen- en buitenland.

Misschien moet de afdelingen Marketing (wie heeft dit nog meer gemist?) en IT (waar is de RSS, bijvoorbeeld?) er ook nog even naar kijken. Maar de inhoud is gevarieerd en interessant, hoewel soms wat aan de lange kant. Zoals dat gaat is de consument bij een extra toetreder beter af (ook al is de prijs nul), kortom, goed nieuws.

[Dank aan Bert]

NMa Goes YouTube

Jawel. De Nederlandse Mededingingsautoriteit gaat met haar tijd mee en plaatste onlangs dit filmpje op YouTube “om de kijker een eerste indruk van de gang van zaken bij en volgend op de indiening van een clementieverzoek” te geven. Onder de clementieregeling krijgt de karteldeelnemer die als eerste klikt geen boete.



Best informatief en aardig gedaan, zij het hier en daar misschien een tikje te dramatisch. Wie prijsafspraken maakt weet nu dat hij op moet passen als tijdens kartelbesprekingen iemand zenuwachtig uit het raam gaat staan staren.

Wie overtuigd is door het filmpje kan hier zijn kartel opbiechten.

Econoogle

Dit kon wel eens heel handig zijn. Al jarenlang houdt Bill Goffe alle websites bij die voor economen van belang zijn, de Resources For Economists on the Internet. Maar nu is daar een zoekmachine aan toegevoegd die via Google alleen zoekt op die economenwebsites.

Vergelijk bijvoorbeeld eens de zoekresultaten van een vakterm als ‘signalling’ met die van de reguliere Google. Helaas vermeldt de economiezoekmachine het lemma bij Wikipedia niet, maar verder moet de reguliere Googelaar het met allerlei nutteloze verwijzingen uit de elektronica doen, terwijl de econoogelaar relevante hits krijgt. [via]

Geschiedenis

Geschiedenis van het economisch denken is een belangrijk vak, al was het alleen om mee te kunnen doen met TV-spelletjes. Voor wie nog niets weet schreef John Creedy een bij vlagen extreem grappige inleiding in 1 les [pdf]. Citaat:

Some historians see the history of economics in terms of a series of revolutions. This may have something to do with the observation that many economists have spent their professional lives going round in circles, and some of them were indeed quite revolting.

of

The physiocrats also recognised the important principle that what goes in must come out, but they were not able to invert a matrix, so further development of this insight had to wait another 150 years when it was later reinvented as input-output analysis.

Voor wie dit nog allemaal te lang duurt, is er ook deze kernachtige geschiedenis-in-vier-minuten:

3. The Mercantilists: They said that exports are good, imports are bad. What idiots!

Voor de meer geinteresseerde lezer is er altijd nog deze website. Wel een stuk saaier. [via]

Het succes van Google

Hal Varian, vooral bekend vanwege zijn fraaie microeconomie-tekstboeken, doet een poging om het aanhoudende succes van Google te verklaren. Het zijn niet de schaaleffecten, omschakelkosten of netwerkeffecten, zo betoogt hij, maar learning-by-doing; wegens meer ervaring heeft Google nu eenmaal een voorsprong op de concurrent en zal die altijd wel houden.

Nu is Varian in deze niet bepaald een onverdachte bron, aangezien de man tegenwoordig Chef Econoom is van Google, en deze bijdrage verscheen op het officiele Google blog. Hier is bijvoorbeeld iemand die betoogt dat het wel degelijk omschakelkosten zijn.

Meer vragen dan antwoorden

In dit artikel op de geschiedenissite Anno worden in het kort de beginjaren van Shell en directeur Deterding beschreven. Kijk of u het kunt volgen:

In die beginjaren van de oliewinning was Standard Oil (SO, tegenwoordig Esso) van John D. Rockefeller de grootste olieproducent ter wereld. Dit bedrijf produceerde veel meer olie dan er vraag was. Door het overschot tegen dumpprijzen aan te bieden, maakte SO het kleinere oliemaatschappijen bijna onmogelijk om te overleven. Deterding was tegen deze dumping. […] Door samen te werken met het Russische oliebedrijf van de Franse Rothschilds en de Britse gebroeders Samuel doorbrak Deterding de Amerikaanse machtspositie.

Dit gedrag van SO kan moeilijk optimaal geweest zijn, en de beschreven situatie kun je samenwerken wat je wilt maar hoe helpt dat tegen een dumpende marktpartij? Van dit verhaal klopt duidelijk niet veel.

Er is gelukkig een uitgebreider artikel beschikbaar waaruit bovenstaande slechte samenvatting voortkomt. Het blijkt dat SO de Amerikaanse markt beheerste en bij een te groot aanbod het teveel aan olie buiten Amerika aanbood om te voorkomen dat de prijs op de thuismarkt zou zakken. Dat is nog steeds niet optimaal – waarom de olie niet opgeslagen? – maar in ieder geval begrijpelijk. Ook wordt duidelijk hoe SO bestreden werd: door zelf een grote speler op de Amerikaanse markt te worden en dus te kunnen dreigen daar de prijs te beïnvloeden. Als SO inziet dat er zaken gedaan moeten worden dreigt (in 1927) nog even een OPEC avant la lettre opgericht te worden, maar het kartel houdt geen stand.

Grabbelton

  1. Wie de Tragedy of the Commons niet begrijpt, kan het online zelf naspelen middels de Tragedy of the Bunnies. Economie voor de lagere school. Geinig. Al zou het toch leuk zijn geweest als er na de eerste ronde op z’n minst nog een paar konijnen zouden overblijven in de Public Game. [via]
  2. Alweer een oplossing voor uitstelgedrag: deze wekker, de SnūzNLūz, schrijft volautomatisch minimaal 10 dollar over naar uw meest gehate goede doel, elke keer als u op de snooze-knop drukt. [via]
  3. In Mexico schijnt een heus interactief economiemuseum te zitten. Dit is de nogal vermoeiende website. Tyler Cowen is niet onverdeeld positief.