Voetbalplaatjes en mechanism design

Persoonlijk heb ik niet bijzonder veel met voetbal, en met het verzamelen van voetbalplaatjes al helemaal niet. Maar goed, Hollander als ik ben sla ik het aanbod van de kassajuffrouw van een zakje plaatjes bij elke 10 bestede euro’s natuurlijk niet af.

Wat blijkt? Er zijn tenminste twee collega’s die de plaatjes wel verzamelen. Inmiddels heb ik al tien pakjes liggen. Daar valt dus geld mee te verdienen. Het ligt voor de hand om de in mijn bezit zijnde plaatjes middels een veiling van de hand te doen.

Maar zo eenvoudig is dat niet. Hoe moet ik zo’n veiling organiseren? Uit de veilingtheorie weten wij inmiddels dat de keuze voor een Hollandse, een Engelse of een veiling bij opbod voor mijn opbrengst niet uit zal maken, mits we hier voldaan aan de voorwaarden van een private value veiling natuurlijk.

Maar de vraag die mij met name bezighoudt is: hoeveel informatie geef ik de bieders? Meer concreet, laat ik ze gewoon bieden op de afgesloten zakjes, of maak ik die zakjes eerst zelf open en laat ik de plaatjes zien aan de bieders? Verschillende collega’s missen verschillende plaatjes in hun album, en als blijkt dat in mijn collectie veel ontbrekende plaatjes zitten, dan zijn ze allicht bereid meer te bieden. Maar goed, als collega A veel ontbrekende plaatjes in mijn collectie ziet en collega B weinig, dan zal B niet veel bieden en zou A dus in staat kunnen zijn de gewilde plaatjes voor een prikje op de kop te tikken. Wellicht is het dan verstandiger om de zakjes maar dicht te laten.

Voor goed onderbouwde tips houd ik mij van harte aanbevolen. Misschien kan ik zelfs een deel van de opbrengst afstaan aan degene die voor mij het optimale mechanisme ontwerpt. Al moet ik dan natuurlijk wel weer eerst verzinnen hoe ik die provisie optimaal vaststel.

Prijseffecten van benzineveilingen

Sinds 2002 worden elk jaar de huurrechten geveild van een aantal benzinestations langs de snelweg. Het idee was dat er op die manier meer concurrentie zou komen, en dus lagere prijzen. De grote maatschappijen hadden bovendien een reductieverplichting: zij moesten voor 2006 een aantal van hun stations langs de snelweg afstoten.

Vandaag verschijnt in economenvakblad ESB een onderzoek naar de prijseffecten van die veilingen, van de hand van onder meer ondergetekende. De conclusie?

De veiling van pompstations langs de snelweg als zodanig heeft dus geen effect op concurrentie. Pas wanneer deze gepaard gaat met een reductieverplichting, is een prijseffect [van zo’n 2%] waarneembaar. In de toekomst kan meer concurrentie worden bewerkstelligd door een nieuwe reductieverplichting, niet door de veilingen in hun huidige vorm.

Wie (werkt bij een instituut dat) een abonnement heeft, haalt hier een pdf-je. De echte liefhebber leest hier [pdf] het volledige onderzoek.

Wimax

Bij de UMTS-veilingen in Nederland, acht jaar geleden, is er nogal wat misgegaan. De opbrengst was veel lager dan in omliggende landen. Dat kwam met name omdat er destijds 5 aanbieders van mobiele telefonie waren, terwijl er 5 UMTS-licenties werden aangeboden. De uitslag lag dus nogal voor de hand; de vijf zittende aanbieders wonnen allemaal een licentie. Omdat die uitslag zo voor de hand lag, namen nieuwkomers ook nauwelijks de moeite om aan de veiling mee te doen, waardoor de licenties voor een relatief prikje van de hand gingen. Zie bijvoorbeeld deze evaluatie. [pdf]

Daarom is het uitstekend nieuws dat er bij de op handen zijnde Wimax-veilingen op iniatief van PvdA-Kamerlid Martijn van Dam ruimte wordt gereserveerd voor nieuwkomers. Al is het nog even afwachten hoe dat precies wordt ingevuld.

Moet Duitsland Europees kampioen worden?

Volgens economen is er sprake van een efficiente allocatie als goederen terecht komen bij degene die er de hoogste waardering voor heeft. Wat betekent dat voor het komende EK voetbal? De ING heeft het uitgezocht [pdf, zie ook hier] . De gemiddelde Nederlander heeft er 30 euro voor over als Nederland kampioen wordt. Een verrassend laag bedrag, overigens. Met 16.5 miljoen inwoners [bron], waarbij we voor het gemak alle zuigelingen en anderszins niet handelsbekwamen ook maar even meerekenen, komt dat op een totale nationale willingness to pay van een half miljard euro. ING heeft het ook uitgezocht voor een aantal andere Europese landen. Via een soortgelijke berekening komen we dan op 300 miljoen voor Belgie (30 per inwoner), 790 miljoen voor Frankrijk (13), 3 miljard voor Engeland (59), 3,5 miljard voor Italie (60) en een verpletterende 6,7 miljard voor Duitsland (80 per inwoner). Andere landen zijn helaas niet onderzocht, maar komen vast niet hoger uit.

Op basis hiervan lijkt het wel duidelijk wie er Europees kampioen moet worden. Hoewel. Stel nu eens dat we alle niet-Duitse Europeanen vragen hoeveel zij er voor over hebben als Duitsland geen Europees kampioen wordt. Ik vrees dat dat een behoorlijk bedrag gaat opleveren, misschien nog wel meer dan wat de Duitsers bereid zijn op te hoesten voor een titel. En natuurlijk moeten we ook dat bedrag meenemen als we de totale Europese welvaart berekenen. De Engelsen en Italianen hebben ook zo hun vijanden, zij het waarschijnlijk in wat mindere mate dan de Duitsers. Bijna iedereen, daarentegen, vindt het Nederlands elftal sympathiek.

Misschien kunnen we zo toch nog op economische gronden argumenteren dat het Nederlands elftal de Europese titel moet winnen.

Overigens staat hier de theorie achter dergelijke veilingen met externaliteiten. Van een Duitse, een Franse en een Italiaanse econoom.

Adverteren bij Google

Wie een zoekterm intikt bij Google, krijgt vaak ook een paar advertenties te zien. Die advertenties worden via een veiling verkocht, zo legt huiseconoom Hal Varian uit in een recente bijdrage aan Google’s eigen blog. Adverteerders kunnen bieden op zoektermen, en de winnaar betaalt het bod van de op 1 na hoogste bidder. Inderdaad, een Vickrey veiling.

Nu betalen adverteerders Google niet voor elke advertentie, maar pas als er iemand ook daadwerkelijk klikt op zo’n advertentie. Dat levert problemen op bij de organisatie van de veiling. Een adverteerder kan wel bereid zijn een hoog bedrag per klik te betalen, maar als er vervolgens niemand op die advertentie klikt, dan levert dat nog niets op.

Natuurlijk is daar rekening mee gehouden. Bij de veiling speelt ook de kwaliteit van de advertentie mee. In de praktijk is die kwaliteit gedefinieerd als hoe vaak iemand die zo’n advertentie voor z’n neus krijgt, er daadwerkelijk op klikt. Google houdt z’n veilingen vervolgens niet op basis van het hoogst geboden bedrag per klik, maar op het hoogst geboden bedrag per klik maal de kwaliteit van de advertentie. Op die manier gaat die adverteerder winnen, die voor Google de hoogste verwachte advertentieopbrengst genereert. Slim.

Terug naar Bidster

En opnieuw is ie in het nieuws, “veiling”-website Bidster, waar degene met het laagste unieke bod een prijs kan winnen. Aanleiding: Finse Rotterdammer Samuli Stenberg won vorige week met een bod van 23 euro een huis van 180.000 euro. “Volgens de Fin heeft hij het huis te danken aan zijn bied-strategie”, zo wordt gemeld. Onzin natuurlijk. De man heeft gewoon ongelooflijke mazzel gehad. En uiteraard houdt de uitbater van de website ook bij hoog en bij laag vol dat het hier absoluut geen kansspel betreft:

Bidster is een e-commerceonderneming met een bijzonder prijsmechanisme. Vergelijkbaar met een veiling bij afslag.

Wij denken daar anders over.

Bieden op Ebay- en dan nerveus gaan zitten doen.

Onenigheid in ons huishouden gisteravond. Mevrouw Nomie zit de ganse tijd achter haar laptop op Ebay te kijken of ze nog de hoogste bieder is. Wordt ze voorbijgestreefd dan verhoogt ze haar bod.

Onzin natuurlijk. Op Ebay geef je een proxy-bod met je maximale prijs. Er wordt dan voor je geboden tot dat bedrag; valt de prijs lager uit dan win je, valt de prijs hoger uit dan niet. Meneer Nomie biedt dus precies één keer en hoort dan wel wat het geworden is.

“Maar”, zegt ze dan, “als een ander meebiedt dan weet ik dat het artikel meer waard is. Het is een kwaliteitssignaal”. Maar dat maakt niks uit, eerst wachten tot er andere bieders zijn en dan pas je bod verhogen levert precies hetzelfde resultaat als meteen een hoog proxy-bod indienen.

Afijn, het internet creëert problemen maar lost ze ook weer op. Hier is Wikipedia over het gedrag van mevrouw (“sniping”) en hier is iemand met een samenhangende verklaring, gebaseerd op behavioral economics: wie pas op een laat moment biedt maakt gebruik van de irrationaliteit van anderen. Daar kan ik vanavond mee thuiskomen.

Is Bidster een kansspel?

Met enige regelmaat duiken ze op bij de commerciele omroepen. Een ‘veiling’ waarbij iedereen een bedrag mag sms-en, en degene met het laagste unieke bod de prijs wint. Speltheoretisch is het een interessant probleem. Je kunt wel 1 cent bieden, maar als iemand anders het lumineuze idee heeft gekregen om hetzelfde te doen, dan ben je de klos en had je beter twee cent kunnen bieden, tenzij er al iemand is die dat ook doet, etc. Met een paar collega’s heb ik er eens een verloren vrijdagmiddag op zitten rekenen. We kwamen tot de conclusie dat dit spel, onder bepaalde vereenvoudigende aannames, een evenwicht heeft in gemengde strategieen, waarbij geldt dat hoe hoger het bedrag, des te kleiner de kans is dat je dat bedrag gaat spelen.

Nu blijkt er een website te zijn die deze ‘veiling’ ook hanteert: Bidster. Het nieuws van vandaag is dat het ministerie van Justitie van mening is dat hier sprake is van een kansspel, en niet van een veilingsite.

Bidster schrijft op de eigen website dat de veiling geen loterij is. “Bij een laagste bod-veiling kan de deelnemer de loop van de gebeurtenissen beïnvloeden en daarmee ook het uiteindelijke resultaat”. Het ministerie van Justitie ziet dat anders. “De vraag of iets wel of niet een kansspel is, hangt er van af in hoeverre de deelnemers zelf hun lot kunnen beïnvloeden. Dat is hier niet of nauwelijks het geval”, meent een woordvoerder.

Tja. Uiteraard kunnen deelnemers op Bidster zelf hun lot beïnvloeden. Door een idioot hoog bedrag te bieden ben je er bijna zeker van dat je niet wint. Door slim te spelen (inderdaad: door dat evenwicht in gemengde strategieen te volgen) kun je de kans vergroten dat je wint, maar ook dan win je slechts met kleine kans. Maar als iedereen dat doet, dan is de kans dat je wint weer gewoon gelijk aan 1 gedeeld door het aantal deelnemers, en dat klinkt verdraaid veel als een kansspel. Van een veiling is in economische zin zeker geen sprake. Speltheoretici spreken slechts van een veiling als degene die het hoogste bod uitbrengt de veiling wint, en dat is hier duidelijk niet het geval.

[dank aan Pim].

Haainaamveiling

Wij zijn een groot voorstander van veilingen. Dat levert immers aanzienlijk meer op dan iets voor niks weggeven. En, economisch gezien nog belangrijker: het geveilde object komt terecht bij degene die er de hoogste waardering voor heeft.

Hulde dus voor natuurbeschermingsorganisatie Conservation International, die op 20 september bij Christie’s onder meer de naamgevingsrechten van een epaulethaai gaat verkopen aan de hoogste bieder, zo meldt de Volkskrant. Het bieden start op een half miljoen dollar. De eco.nomie.nl-epaulethaai zit er daarom voorlopig nog niet in.