Specialisatie

De grootste verbetering in de productiviteit van arbeid lijkt te komen van het verdelen van taken. Of zoiets, in vrije vertaling van het origineel van Adam Smith. Als we het werk verdelen doet iedereen waar hij of zij goed in is en worden we allemaal productiever.

Wat werkt er tegen de aanhoudende verdeling van het werk? Volgens Smith zelf was dat the extent of the market, oftewel het aantal mensen met wie het werk gedeeld wordt. Hoe groter de markt, hoe productiever iedereen is: het is de reden dat economen veelal voor handel en globalisering zijn.

Maar volgens mij is er ook een andere, tijdelijke, tegenkracht: het gevoel van mensen dat je sommige dingen nou eenmaal zelf moet doen. Dat is vaak een generatiekwestie: ik koop rustig een zakje geschilde stukjes appel bij de supermarkt, mijn moeder uitsluitend zakken hele appels en haar vader had een eigen appelboom. En dus zullen mijn kinderen wel niet schromen gebruik te maken van deze voorgeschreven wenskaarten voor elke mogelijke situatie, van het bedanken van een orgaandonor tot het wensen van sterkte met haarverlies [link via]. Maar die arbeidsdeling gaat mij op dit moment echt te ver.

Tichelaar vs. CPB

Ergens begraven in een artikel over de kabinetsformatie doet PvdA-onderhandelaar Jacques Tichelaar in de NRC van afgelopen zaterdag een nogal opvallende aanval op het Centraal Planbureau: bij een bijeenkomst in Leeuwarden zegt hij

…het CPB ongeloofwaardig te vinden. Wat hem betreft kan het adviesbureau verdwijnen. “Ze passen hun modellen steeds aan. Het CPB noemt investeringen in milieu en onderwijs nutteloos, omdat het economisch rendement niet meetbaar is.”

Nu valt er natuurlijk wel het een ander op het werk van het CPB aan te merken. Maar dat hun modellen zich ontwikkeld hebben sinds de tijd van oprichter Jan Tinbergen, overigens ook fervent PvdA-aanhanger (toen nog SDAP), dat zou iedereen toch een gezonde wetenschappelijke ontwikkeling moeten vinden. Het tweede verwijt is complete lariekoek, en lijkt vooral ingegeven door een inherente afkeer van economen-die-het-toch-altijd-alleen-maar-over-geld-hebben. Jammer, want onjuist.

iPod Index

Economen hebben een probleem als ze het inkomen in twee landen met elkaar willen vergelijken. Verschillende landen gebruiken vaak verschillende valuta en de wisselkoers weerspiegelt lang niet altijd de correcte relatieve waarde van die valuta. Daarom wordt gebruik gemaakt van Purchasing Power Parity: de wisselkoers waarbij de valuta dezelfde koopkracht hebben. In de praktijk komt dat neer op het bepalen van een mandje met goederen die de gemiddelde inwoner van het gemiddelde land consumeert, uitrekenen wat dat mandje in elk land kost, en op basis daarvan de ware wisselkoers bepalen.

Inderdaad, een heel gedoe. The Economist kwam daarom twintig jaar geleden met een mandje waarvan de waardebepaling een stuk eenvoudiger is: de Big Mac. Dat was niet eens zo’n gek idee, vooral omdat de onderdelen van een Big Mac meestal lokaal worden geproduceerd. De kosten van het produceren van een Big Mac zijn dus een redelijke afspiegeling van het prijsniveau in een land, en zolang McDonald’s de prijs van een Big Mac baseert op de productiekosten, is ook de prijs van een Big Mac een niet onaardige weerspiegeling van het algehele prijsniveau. Sterker nog, wetenschappelijk onderzoek laat zien dat de Big Mac Index een verrassend goede voorspeller is van wisselkoersbewegingen.

Na de Big Mac Index introduceert een Australische bank nu de iPod Index, waarin de lokale prijzen van de 2 GB iPod Nano met elkaar vergeleken worden [via]. Helaas is zo’n iPod Index helemaal geen goed idee. Lees verder “iPod Index”

Stormachtige groei

Foto: de schutting van de auteur.

Het was druk bij de bouwmarkt, vrijdag. Na de storm had iedereen wel iets te repareren, en dus was ons klus-depôt snel door de kleine wintervoorraad schuttingen, paalmoffels en dakpannen heen. Het jaar begint goed voor de klusbranche.

Druk was het ook bij de hotels in Arnhem, waar ik donderdagavond strandde toen de NS er de brui aan gaf. Geen kamer meer te krijgen. Taxi’s waren ook al schaars; de meesten waren weg op lange, dure, ritten buiten de regio. Het jaar begint goed voor de toeristenbranche.

En als de verzekeraars nu maar niet teveel van de schade uitkeren zodat de resultaten in die branche ook niet tegenvallen, dan kunnen we spreken van een goed begin van 2007. Qua economische groei dus.

Broken window! roepen de vaste lezers van deze pagina terecht. Eerst iets kapot maken om het dan te kunnen repareren, dat leidt wel tot werk maar we schieten er niet echt mee op. En toch zal bovenstaand leiden tot een hoger BBP in het eerste kwartaal van 2007: in het bruto binnenlands product telt wel de omzet van de Praxis, maar niet waardevermindering van mijn achtertuin. In Amerika, waar het binnenlands product GDP heet (en ze ook het een en ander van stormen weten), hebben ze daar een mooie naam voor: Gross Deceptive Product. Bruto Bedrieglijk Product. U bent gewaarschuwd.

Oud Europa

Op mijn nog-te-lezen stapel ligt een boek van Barry Eichengreen, de bijzonder productieve Amerikaanse prof die voor zo langzamerhand wel eens op de Nobel-lijstjes zou mogen staan. Het onderwerp is de Europese economische geschiedenis, gezien door Amerikaanse ogen en dat past goed in het debat dat dagelijks op internet gevoerd wordt, het debat of Amerika (hoge groei, dynamische economie, forse ongelijkheid) het beter doet dan Europa (bescheiden groei, hoge belastingen en uitkeringen, lage economische risico’s).

De these van Eichengreen (volgens de samenvatting): Europese instituties deden het goed in tijden van wederopbouw, waarin geen twijfel bestond over de investeringen die nodig zijn (huizen, infrastructuur, industrie) en waarin conflicten vermeden moesten worden. Dat betekende een sturende overheid en veel overleg. Maar diezelfde instituties zijn niet geschikt voor een situatie waarin groei voortkomt uit innovatie, en dus op voorhand niet duidelijk is waarin geïnvesteerd moet worden. Daarvoor is puur kapitalisme beter geschikt, en dat verklaart het economische succes van de Amerikanen op dit moment.

Zoals gezegd, ik moet het nog lezen, maar dit geval van eind vorig jaar past wel perfect in dat verhaal. De Amerikanen hebben de beste zoekmachine ter wereld, gebouwd door een Russische immigrant en een Amerikaan, gefinancierd door speculatieve investeerders. Het is het resultaat van een jarenlange strijd tussen verschillende bedrijven, waarin de rest van het veld ten onder is gegaan. De oprichters en de financiers zijn stinkend rijk.

Nu de Europese variant. Nadat de Amerikanen het voor hadden gedaan, besluiten de Franse en Duitse overheid zo’n €400 mln. belastinggeld te steken in een prestige-project: een eigen zoekmachine die minstens zo goed moet worden. Na ongeveer een jaar krijgt men ruzie en gaan de partners uiteen, zonder dat één zoekopdracht is uitgevoerd.

Broken Windows XP

Daar gaan we weer. Dit keer heeft een onderzoeksbureau berekend dat de introductie van het nieuwe Microsoft besturingssysteem Windows Vista goed is voor de Nederlandse economie.

In Europa levert volgens IDC elke euro die voor Windows Vista aan omzet binnenkomt, 13 euro aan omzet voor andere bedrijven op. In Nederland is dit zelfs 17 euro […] “In 2007 kan het Nederland meer dan 5 miljard euro opleveren”, vertelt Theo Rinsema, directeur Microsoft Nederland, trots.

Nog los van het feit dat deze bedragen mij absurd hoog lijken: een groot gedeelte van de extra omzet lijkt te worden veroorzaakt door allerlei applicaties die opnieuw geprogrammeerd en geinstalleerd moeten worden. In dat geval is hier dan ook sprake van een wel erg letterlijk geval van de Broken Windows Fallacy, waar Thijs al eens naar verwees.

Spaanse immigranten

Voor de VVD is een generaal pardon voor 26.000 asielzoekers een breekpunt, zo laat minister Verdonk weten. Daarbij wijst de partij voortdurend op wat er in Spanje gebeurde: “daar zijn 600.000 illegalen gelegaliseerd. Niet voor niets gaan alle mensen daar naartoe.”

Waar heeft dat toe geleid, economisch gezien, die enorme toestroom van migranten in Spanje? Spanje geldt inmiddels als Europees succesverhaal, met een economische groei van 3.4%, ruim twee keer zoveel als het Europees gemiddelde. Hoe dat komt? Volgens een rapport dat vandaag verscheen (maar nog niet werd opgemerkt door de Nederlandse media) is de helft van de groei toe te schrijven aan immigranten. Precies het verschil tussen het groeicijfer van Spanje en dat van de rest van de EU. Toch grappig.

Luddisme!

De geschiedenis herhaalt zich, razendsnel, in de wereld van on-line spelen zoals second life. Inmiddels zijn we ongeveer aangekomen in de industriële revolutie, te oordelen aan het verschijnen van de eerste Luddisten.

In onze eigen wereld zien we de Luddisten aan het begin van de 19e eeuw in Engeland. Het zijn textielarbeiders wiens werk overgenomen dreigt te worden door een nieuwe uitvinding, het mechanische weefgetouw. Als protest tegen de technologische vooruitgang worden enkele weefgetouwen vernield en, uiteraard, aangedrongen op een verbod. De autoriteiten gaan niet akkoord, hetzij vanwege diep economisch inzicht, hetzij omdat de kapitaalbezitters destijds de baas waren. Hoe dan ook, er wordt een aantal Luddisten opgeknoopt en dat was dat.

Hoe anders is de virtuele wereld. Zoals misschien bekend wordt er heel wat afgeploeterd on line om de speelomgeving zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Economieën ontstaan (en economen) rondom de productie van gewilde items. Die productie vindt plaats door urenlang saaie handelingen te verrichten (of te laten verrichten) achter een toetsenbord en dus is er een levendige handel in het eindproduct.

Totdat een nieuwe techniek de saaie handelingen overbodig maakt. Een slimme programmeur bedacht onlangs een programmaatje dat eindproducten eindeloos kan kopiëren, waarmee de noeste arbeid van tal van mensen overbodig dreigde te worden. Vooruitgang? Niet voor de bezittende klasse, die dure dollars had betaald voor (voorheen) schaarse goederen. En dus volgde een demonstratie en, welja, een verbod.

Het verschil is duidelijk: de autoriteiten van de on line wereld hebben helemaal geen belang bij het opheffen van schaarste. Als iedereen alles had (in een virtuele wereld geen enkel probleem) zou het spelen snel saai worden. En dat is slecht voor de omzet. [meer hier] [nog meer]

Zingen onder de douche

Van de directeur van Energy Australia mogen landgenoten niet meer onder de douche zingen en dagdromen, zo leerden wij dit weekend. Dat leidt maar tot verspilling. De gemiddelde Australische douche duurt zeven minuten en dat kan best wat korter.

Het is een klassieke fout: een kosten-baten-analyse doen, en dan maar naar een van beide kanten kijken. Natuurlijk kost het je wat, zeven minuten onder de douche staan, maar daar staan ook baten tegenover. Als Australiers zeven minuten onder de douche willen staan, dan doen ze dat blijkbaar omdat ze bereid zijn de kosten die daarmee gepaard gaan, te betalen. De enige reden om te pleiten voor een beperking van douchetijd zou dan zijn een situatie waarbij er negatieve externe effecten zijn van lang douchen: negatieve effecten die niet door de individuele doucher worden meegenomen in zijn of haar douchetijdafweging.

Maar het tegendeel lijkt het geval. Er zijn juist positieve externe effecten. Al dat dagdromen onder de douche, zo is mijn ervaring, leidt vaak juist tot uitstekende ideeen. Ideeen die niet alleen positief zijn voor de doucher in kwestie, maar soms zelfs voor de ganse mensheid. Stel dat deze meneer O’Brien een slordige 2500 jaar geleden directeur was geweest van Energy Hellas. Als het aan hem had gelegen was Archimedes dan al binnen zeven minuten uit zijn bad gestapt, nooit tot zijn Eureka-inzichten gekomen, en was daarmee de ontwikkeling van de westerse beschaving nodeloos vertraagd. Ik bedoel maar. Lang douchen moet juist gesubsidieerd worden.