Pijnlijk

We meldden het al, gisteren won Edmund Phelps de Nobelprijs Economie. Toch eens kijken wat NOS Teletekst daar van gebrouwen heeft. Lees even mee:

De Amerikaan Edmund Phelps krijgt dit jaar de Nobelprijs voor Economie. Phelps ontvangt 10 miljoen Zweedse kroon, omgerekend 1,1 miljoen euro. Hij is hoogleraar politieke economie aan de Universiteit van Columbia. Phelps toonde aan dat trends in lonen en prijzen afhankelijk zijn van de verwachtingen ten aanzien van inflatie en werkloosheid. Lage inflatie nu leidt tot de verwachting dat die ook laag zal blijven. Daarop nemen politici en de top in het bedrijfsleven hun beslissingen. Phelps (73) is de zesde Amerikaan die de Nobelprijs voor Economie krijgt. De eerste ging in 1969 naar Jan Tinbergen.

Goed. Als u nu de indruk heeft dat het hier een van de weinige Amerikanen betreft die ooit de Nobelprijs Economie heeft gekregen, iemand die op wonderlijke wijze in Columbia is terecht gekomen en die middels een enquete heeft vastgesteld dat politici en de top in het bedrijfsleven hun beslissingen vooral nemen op basis van hun inflatieverwachtingen, dan moet ik u teleurstellen. Phelps zit niet op de “Universiteit van Columbia” maar op Columbia University, en dat is in New York. De man heeft theoretisch onderzoek gedaan waarvan bovenstaande op z’n zachtst gezegd een nogal merkwaardige weergave is (zie Thijs’ bijdrage voor een degelijke beschouwing). Tenslotte hebben alleen deze eeuw al meer dan zes Amerikanen de Nobelprijs Economie gewonnen. Waarschijnlijk bedoelt de begrijpelijkerwijs anonieme journalist dat dit jaar al zes Amerikanen een Nobelprijs hebben gewonnen.

Toch macro

Inderdaad. Bijna iedereen zat er naast. De Nobel van dit jaar gaat naar Edmund Phelps voor “zijn analyse van intertemporele tradeoffs in macro-economisch beleid”. Volgens mijn macro-collega’s is dat terecht. Al lijkt de officiele reden, net als vorig jaar bij Aumann, nogal gezocht en lijkt er vooral sprake te zijn van een oeuvre-prijs. Zoals altijd heeft de Nobel-site weer uitstekende achtergrondinformatie.

Als de prijzen voor de Vrede en de Literatuur niet zouden bestaan, zou de Nobelprijs voor de Economie een vreemde eend in de bijt zijn. Pas later ingesteld en niet eens door Nobel zelf, maar ook een prijs die vaak gegeven wordt als kroon op een, reeds afgeronde, carrière. Dat is iets anders dan de prijzen voor Schei- en Natuurkunde, waar duidelijke ontdekkingen, vaak slechts enkele jaren oud, voor een prijs kunnen zorgen. Misschien komt het doordat de prijs voor economen pas sinds 1969 bestaat: er moest een hoop ingehaald worden! Maar het kan ook zijn dat het in de economie wat langer duurt voordat we zeker weten dat de theorieën ook echt werken.

Van dat laatste weet de laureaat van vandaag, Edmund Phelps, alles. Lees verder “Toch macro”

Nog één nachtje slapen!

Inderdaad. Morgen, rond 13:00 Nederlandse tijd, zal bekend worden gemaakt wie de Nobelprijs Economie 2006 gaat opstrijken. Het internet gonst al van de prognoses. Thijs wees al op de voorspellingen van Thomson Scientific. Op het gebied van Economie hebben die inderdaad een aardig track record (de laatste 10 jaar 5 keer raak), maar als je elk jaar pakweg 7 namen voorspeld en er vallen zo’n 2 tot 3 economen in de prijzen, dan is dat ook weer niet zo’n bijzondere prestatie.

Namen die circuleren? Daar gaan we, in alfabetische volgorde (zie hier, hier en hier): Alchian, Baghwati, Demsetz, Diamond, Dixit, Fama, French, Hart, Holmstrom, Jorgenson, Maskin, Milgrom, Myerson, Krugman, Thaler, Tullock, Williamson, Wilson. Zo, daar kan het comité voorlopig mee vooruit. Wie hem gaat krijgen? Eens kijken, vorig jaar ging de prijs naar Aumann en Schelling. Twee speltheoretici, en daarom is het vrijwel ondenkbaar dat er dit jaar weer een speltheorieprijs uitgaat. Dat dunt bovenstaand rijtje al aardig uit. Voor een macro-prijs lijkt het ook nog te vroeg, na Kydland en Prescott twee jaar geleden. Persoonlijke favorieten zijn Dixit en Myerson. De laatste doet speltheorie en moet dus nog even wachten. Voor Dixit zijn eindeloos veel goede redenen te verzinnen. Bijvoorbeeld zijn bijdragen aan de handelstheorie, hij zou dan de prijs kunnen delen met Baghwati, een naam die bijzonder hardnekkig rondzoemt. (Aardige bijkomstigheid: Baghwati geeft over een paar weken de Tinbergen-lezing op de jaarlijkse toogdag van Nederlandse economen).

Nu heeft het comité de gewoonte om zo eens per decennium een prijs richting vakgebied financiering te sturen. De laatste was in 1997 (Merton and Scholes), dus misschien wordt het weer eens tijd. In dat geval ligt Fama voor de hand. Vooralsnog houd ik het echter op een licht grotere kans voor, en hoop ik op, Bhagwati en Dixit. Alleen al omdat het bijzonder ironisch zou zijn om, terwijl talloze Amerikanen zich druk maken over het outsourcen van banen naar India, een Nobelprijs voor internationale handel te geven aan twee Indiërs…

Stop de kopieerheffing!

Slecht nieuws. Hij lijkt er nu toch te komen, die kopieerheffing op MP3-spelers en nu zelfs ook op dvd-recorders met een harde schijf. De Volkskrant brengt het bericht. Onze mening gaven wij al eerder, hier en hier.

Update: Ook de consumentenbond is tegen. Stichting de Thuiskopie beweert echter dat consumenten het zelf willen(!) Volgens een onderzoek zou 77% van de bevolking de heffing steunen. Persoonlijk geloof ik daar helemaal niets van. Waarschijnlijk was er in dat onderzoek sprake van een uiterst suggestieve vraagstelling.

Update: (11/10) Het mag niet van de minister.

Kentekens

kenteken Hoera, we krijgen nieuwe kentekencombinaties. Zoals Marco al eens uitrekende betekent dat weer extra inkomsten voor autodealers, omdat mensen nou eenmaal graag met een recente combinatie rijden, maar het is ook een reden voor verdriet. Voor de Nederlandse belastingbetalers, om precies te zijn.

Want opnieuw laat de overheid het de burgers niet toe om, tegen een vergoeding, een eigen combinatie te kiezen. Zoals bekend kan dat in Amerika, maar ook in bijvoorbeeld Denemarken is het mogelijk. Wat zouden de kosten zijn van het toestaan van zelfgekozen combinaties? Er zal iets meer personeel bij de RDW moeten komen, maar dat valt in het niet bij de mogelijke opbrengsten: ik schat in dat menig autobezitter grif €100 betaalt voor een koele nummerplaat.

Andere nadelen? De zelfgekozen combaties zullen allicht makkelijker te onthouden zijn, en hoe erg is het werkelijk dat je niet meer meteen kunt zien hoe oud een auto is? Tegelijkertijd zorgen de extra inkomsten ervoor dat de overheid verstorende belastingen, zoals de BTW of de inkomstenbelasting, kan verlagen. Daar wordt iedereen vrolijk van. Ik stel me dan ook voor dat de politieke partij die met dit plan de verkiezingen ingaat daar veel garen bij kan spinnen. Graag hou ik me aanbevolen voor een gedegen analyse van de kosten en de opbrengsten.

Ontwerpfout op Politieke Aandelenmarkt

De verkiezingen komen steeds dichterbij. Opiniepeilingen en de koersen op de politieke aandelenmarkt zullen de komende weken steeds meer aandacht krijgen. Wij zijn een groot voorstander van zo’n politieke aandelenmarkt. Maar helaas is er iets mis op de door de Volkskrant georganiseerde PAM.

Wat is er aan de hand? De PAM heeft ook een groot aantal kleine partijen op de markt: PVV, Een NL, Fortuyn, Partij voor Nederland, Partij voor de Dieren. Stuk voor stuk partijen waarbij het maar afwachten is of ze in de kamer komen. Maar op de PAM wordt gehandeld in hele percentages. De ‘voorspelling’ van de PAM, zoals die wordt gepubliceerd in bijvoorbeeld de Volkskrant, is gebaseerd op de laatste koers die voor een partij tot stand is gekomen. Aangezien je voor nul cent niet kunt handelen, zal de laatste koers altijd minimaal 1 cent bedragen, wat neerkomt op 1% van de stemmen. Maar 1% van de stemmen betekent al 1 zetel in de kamer. De PAM zal dus voor iedere partij minimaal 1 zetel ‘voorspellen’. Een duidelijke ontwerpfout. Het kan zelfs invloed hebben op de ‘voorspelling’ van de grote partijen: als het totaal aantal te verdelen zetels op de markt steeds 150 bedraagt, en er worden op deze manier al vijf zetels ‘gereserveeerd’ voor splinterpartijen, dan kon de zetelvoorspelling op de PAM van de grote partijen wel eens een onderschatting zijn. En dat is jammer.

Het probleem is makkelijk op te lossen door de deelnemers aan de markt te laten handelen in tienden van procenten, in plaats van alleen in hele procenten. Op die manier kan de koers van een partij zakken tot 0,1%, lang niet genoeg voor een zetel.

Geld en macht

In de week dat een Zuid-Koreaan gekozen wordt tot de nieuwe SG van de VN komt het gezaghebbende Journal of Political Economy uit met dit aardige (helaas alleen voor abonnees toegankelijke) artikel over de waarde van een stoel in de veiligheidsraad.

De niet-permanente leden van die raad roteren, zodat willekeurige landen opeens een tijdelijke, belangrijke, stem hebben in de wereldpolitiek. En wat blijkt: zit je in de raad, dan loopt de ontwikkelingshulp vanuit de VS met 200% op. Totdat je beurt weer voorbij is. In jaren met een flinke crisis kan het effect groter zijn. Kennelijk is invloed op die manier te koop.

Dat leidt tot een interessante vraag. Nederland zat van 1999 tot 2000 in de veiligheidsraad. Waar is het geld gebleven?

No claim

Het gesteggel over de no-claim korting groeit menig verzekerde boven het hoofd. Als zelfs de beleidsmakers er niet genoeg van weten om te oordelen of de korting kan worden afgeschaft, dan heeft de consument behoefte aan begeleiding. Gelukkig is daar de Volkskrant, met vijf vragen over de no-claimkorting. Eens kijken.

Gemiddeld krijgen Nederlanders 91 euro terug van de no-claim. Feitelijk betalen verzekerden dus een gemiddelde eigen bijdrage van 164 euro (255 no-claim minus 91 euro korting). De nominale premie kan dus volgend jaar voor iedereen met 91 euro omlaag, rekenen de zorgverzekeraars voor.

Veel profijt zullen verzekerden daar overigens niet van hebben omdat al is voorzien is dat de premie volgend jaar met ruim 100 euro omhoog gaat naar 1134 euro. Hiermee wordt de jaarlijkse kostenstijging in de zorg opgevangen. Als de no-claim wordt afgeschaft, stijgt de premie dus nog steeds, zij het met slechts een paar euro.

Tja. Maar gaat dit verhaal over de gemiddelde verzekerde niet helemaal voorbij aan het belangrijkste aspect van de korting, namelijk dat er onderscheid gemaakt wordt tussen mensen die nooit ziek zijn, en zij die veel gebruik maken van de verzekering? Dat maakt nogal een verschil. Eens kijken.

Mensen die nooit ziek zijn krijgen gemiddeld 255 euro terug en betalen geen eigen bijdrage. Bij het afschaffen van de no-claimkorting gaat de nominale premie voor hen met 164 euro omhoog. Veel profijt zullen ze daar niet van hebben omdat een verdere premiestijging is voorzien. Hun premie stijgt uiteindelijk met iets meer dan 255 euro. Ze betalen daarmee de kosten van mensen die vaak ziek zijn. Voor hen gaat de premie maar met enkele euro’s omhoog.

Je kunt erover van mening verschillen of dit een goede zaak is, zoals de politiek nu doet. Een groot gedeelte van je gezondheid overkomt je, en er is een redelijk argument om mensen met veel pech daarvoor te compenseren. Voor optionele zorg die mensen zelf kiezen, zouden ze zelf moeten betalen. De vraag is of de huidige regeling die balans goed weergeeft. De gemiddelde verzekerde is daarvoor irrelevant.

Update 12/10: Er gaan er meer op deze manier de fout in.

Overheidsvoorzieningen

Toen ik vanochtend wakker werd en verwoede pogingen deed om op te staan, liet de volgende melding op mijn wekkerradiootje mij in opperste verwarring weer terugzakken in mijn kussen:

Mensen met een hoog inkomen profiteren het meest van overheidsvoorzieningen zoals onderwijs. […] De huishoudens met het laagste inkomen zijn overwegend studenten. […]

Hu!?

Bitumenkartel

In HP/DeTijd van afgelopen week een uitgebreide analyse van het bitumenkartel dat een paar weken geleden door de Europese Commissie is beboet. Het blad heeft beslag weten te leggen op het vertrouwelijke onderzoeksdossier van de EU. Bitumen is een belangrijk bestanddeel van asfalt en een bijprodukt van olieraffinage. Het kartel ging geraffineerd te werk. Olieproducenten zetten een hoge prijs aan wegenbouwers, maar gaven onder de tafel kortingen aan de grootste bouwers. Het hoge bedrag werd aan de overheid in rekening gebracht, en de extra winst die dat opleverde werd door alle betrokkenen verdeeld. Een olieproducent die betrapt werd op het ook korting geven aan kleinere wegenbouwers moest voor straf een hogere korting geven aan de grote jongens. Het kartel werd geleid door Shell, dat in interne stukken ook ongegeneerd over een kartel sprak.

HP/DeTijd heeft becijferd dat het kartel de Nederlandse belastingbetaler heeft benadeeld voor een slordige 200 tot 300 miljoen euro. Merkwaardig genoeg was het niemand opgevallen dat de prijs van bitumen in Nederland ongeveer 40% hoger was dan in de ons omringende landen. Toch is, in tegenstelling tot de bouwfraudezaak, een Grote Maatschappelijke Verontwaardiging uitgebleven. Ten onrechte. De commissie deelde 267 miljoen aan boetes uit. Wegenbouwers waren ‘geschokt‘. Dat is ongeveer hetzelfde als een bankrover die ‘geschokt’ is als hij na een kraak in de cel beland. Sterker nog, eigenlijk zijn die boetes natuurlijk veel te laag. Ze zijn immers ruwweg even hoog als het bedrag dat de deelnemers aan hun kartel hebben verdiend. Bij kartels geldt dus nog steeds dat misdaad loont. Zelfs als je wordt opgepakt.