Anoniem solliciteren

De gemeente Nijmegen, zo werd afgelopen woensdag bekend, wil sollicitanten anoniem laten solliciteren om discriminatie van allochtonen te voorkomen. Een sympathiek plan. Maar werkt het ook?

Economen onderzoeken alles, en dus ook het effect van namen op de kans om opgeroepen te worden voor een sollicitatiegesprek. Bertrand en Mullainathan reageerden op een groot aantal personeelsadvertenties in Boston en Chicago. Ze verstuurden fictieve sollicitatiebrieven met fictieve CV’s. Voor de ene helft van hun ‘sollicitaties’ gebruikten ze een naam die vooral onder blanken voorkomt, voor de andere helft een naam die vooral onder zwarte Amerikanen populair is. Wat bleek? De blanke sollicitanten mochten zo’n 50% vaker op gesprek komen dan de zwarte sollicitanten. Dat lijkt te pleiten voor het Nijmeegs initiatief.

Maar goed, het opgeroepen worden voor een sollicitatiegesprek is slechts een eerste stap op weg naar een baan. Of op weg naar een succesvolle carriere. Wanneer zo’n anonieme sollicitant eenmaal op gesprek toch een allochtoon blijkt te zijn, dan zal een beetje discriminerende personeelschef immers alsnog iemand anders uitkiezen, zo zou je kunnen redeneren. Als het hebben van een minderhedennaam echt je kansen op de arbeidsmarkt verkleint, dan zouden mensen met zo’n naam uiteindelijk minder verdienen. En ook dat is onderzocht. Fryer en Levitt vinden dat, opnieuw in de VS, een zwarte met een zwarte naam gemiddeld hetzelfde verdient als een zwarte met een blanke naam. Namen hebben blijkbaar dus geen invloed op de arbeidsmarktpositie.

Conclusie. Als de situatie in Nederland vergelijkbaar is met die in de VS, dan zal anoniem solliciteren er inderdaad toe leiden dat meer allochtonen worden opgeroepen voor een sollicitatiegesprek. Maar of allochtonen daarmee ook een betere positie op de arbeidsmarkt krijgen, valt nog te bezien.

Topmannen krijgen opties

Bestuurders van Nederlandse ondernemingen verdienden vorig jaar 34 miljoen euro met het verzilveren van hun opties. Dat is bijna drie keer zo veel als een jaar eerder, zo meldt de Volkskrant afgelopen zaterdag. “Opties in het eigen bedrijf zijn helemaal terug als beloning voor topmannen”, concludeert de krant dan ook. En ook het ANP weet dat opties “weer vaker deel uit van het beloningspakket van bestuurders.”

Niet dus. Tenminste, uit de cijfers van de Volkskrant zijn die conclusies niet te trekken. De krant constateerde slechts dat topmannen vorig jaar 34 miljoen euro verdienden aan het verzilveren van opties, tegen ruim 13 miljoen euro in 2004. Maar dat gaat over de opties die topmannen verzilveren, niet over de opties die ze uitgekeerd krijgen.

Een optie is het recht om een aandeel tegen een bepaalde koers te kopen. Stel, een topman heeft een optie om een aandeel tegen 100 euro aan te kopen. Is de koers van het aandeel 110 euro, dan is zo’n optie dus 10 euro waard. Maar is de koers 130 euro, dan is zo’n optie al 30 euro waard. De waardeschommelingen van een optie zijn dus veel sterker dan de koersschommelingen van het aandeel. Nu zijn de koersen op de Amsterdamse beurs in 2005 ruim 25% gestegen. In 2004 bedroeg de stijging een schamele 3%. De waarde van een bepaald optiepakket in 2005 kan dus makkelijk een veelvoud zijn van de waarde in 2004.

Wat leren we dus van de verdrievoudiging van de waarde van verzilverde opties in 2005? Eigenlijk helemaal niets. En al helemaal niet dat opties weer vaker deel zouden uitmaken van het beloningspakket van bestuurders.

Boeteverzekering

Een kleine mediahype, afgelopen zaterdag: het radionieuws en teletekst openen ermee, internet zoemt rond, politici spreken schande. Wat is er aan de hand?

Een Zweeds bedrijf blijkt verzekeringen aan te bieden voor verkeersboetes, en wil dat ook in Nederland gaan doen. Het principe: u betaalt een jaarlijkse premie en het bedrijf neemt, onder bepaalde voorwaarden, uw snelheidsboetes over. Schande, roept tout Den Haag. De Nederlander mag niet straffeloos met 150 langs de flitspaal.

Maar laten we even het hoofd koel houden. Bisso, het bedrijf in kwestie, rekent € 30 per jaar en dekt twee boetes, tot 15 km/h in de bebouwde kom en tot 30 km/h op de snelweg, met 15% eigen risico. De boetetabel geeft aan dat die boetes lopen van € 14 tot € 149. Ervan uitgaande dat onder de 10 km/h niet geflitst wordt is dat gemiddeld € 50 in de bebouwde kom en € 85 op de snelweg. Bisso gaat er dus vanuit dat de gemiddelde bestuurder minder dan één keer per twee jaar geflitst wordt.

Dat is misschien wel zo, maar er spelen twee dingen tegen de Zweden: ten eerste zal de groep die zo’n verzekering neemt meer dan gemiddeld te snel rijden, en ten tweede zullen houders van zo’n verzekering minder behoedzaam omgaan met het gaspedaal. Voor economen: endogene selectie en moral hazard spelen een rol. Reken dus maar dat die premie binnen de kortste keren omhoog gaat. Bisso is tenslotte geen liefdadigheidsinstelling.

Dan gebeurt er iets moois: voor de groep bestuurders die het minst vaak te hard rijdt, wordt de verzekering te duur. Ze moeten meebetalen aan de boetes van notoire hardrijders en zijn goedkoper uit als ze zichzelf verzekeren. Die houden er dus mee op, en daarmee stijgen de gemiddelde kosten. Opnieuw moet de premie omhoog, en zo voort totdat uiteindelijk niemand meer mee wil doen. Het is een omgekeerde Market for lemons, waarmee Akerlof de Nobelprijs won (eigenlijk zouden Zweden dat moeten weten). De beste reactie voor bezorgde politici is dus: even wachten, het lost zichzelf op.

De prijs voor de domste opmerking over dit onderwerp gaat overigens naar kamerlid Van der Ham, D66:

Het kan niet zo zijn dat mensen met een dikkere portemonnee op zo’n manier onder boetes uitkomen.

Hah! Niet alleen heeft inkomen hier natuurlijk helemaal niks mee te maken, de verzekering biedt juist arme mensen de kans om ook eens lekker te scheuren op kosten van een ander.

Economie en voetbalkaartjes

Deze zomer vindt het WK voetbal plaats. In totaal zijn er 812,000 toegangskaarten beschikbaar. De organisatie beweert dat ze, bij de geldende prijzen, zeker 9 miljoen kaarten had kunnen verkopen. Economen vinden dat vreemd. Als de vraag zoveel hoger is dan het aanbod, waarom gaat de prijs dan niet gewoon omhoog? Als de organisatie wat slimmer was geweest, dan had ze die kaartjes gewoon bij opbod verkocht. De totale opbrengst was dan een stuk hoger, en de kaartjes waren terecht gekomen bij degene die bereid zijn er het meest voor te betalen, in plaats van bij degene met het meeste geluk. Maar goed. De organisatie zal ongetwijfeld goede redenen hebben gehad om het op deze manier aan te pakken.

Er zijn echter nog meer economische inefficienties bij de verdeling van de kaarten. Neem bijvoorbeeld de kaartjes voor een kwartfinale. Als Oranjefan wilt u natuurlijk graag de kwartfinale bijwonen waar Nederland in speelt. Alle andere kwartfinales interesseren u een stuk minder. En dat is een probleem: op het moment dat de kaartjes moeten worden aangeschaft, is immers nog niet bekend in welke kwartfinale het Nederlands Elftal speelt. Als ze die kwartfinale al halen.

In de VS hebben ze daar iets op gevonden: de Fan Forwards. Een futures markt waarop je kan handelen in kaartjes voor bijvoorbeeld de Superbowl. Maar met een interessante twist. Een voorbeeld. De “Fan Forward Chicago Bears in SuperBowl XL” doet momenteel $425. Voor die $425 koop je het recht om Superbowl XL bij te wonen – maar alleen als de Chicago Bears die wedstrijd halen. Is dat niet het geval, dan heb je helemaal niets. Eigenlijk koop je dus een optie op de gebeurtenis dat de Chicago Bears de Superbowl halen. De prijs van een Fan Forward is afhankelijk van twee factoren: de kans dat een team de Superbowl haalt, en de vraag naar tickets wanneer dat team inderdaad de Superbowl haalt. Zo kost een “Fan Forward Denver Broncos in Superbowl XL” slechts $175. Fan Forwards zijn verhandelbaar. Zelfs als je niet eens van plan bent de Superbowl bij te wonen, kan je op de markt dus nog een leuke speculatiewinst halen.

Het lijkt een interessante optie voor de WK 2010. Wie fan is van, ik zeg maar wat, Liberia, zal graag zijn favorieten zien schitteren in de finale van dat toernooi. Als ze die finale halen natuurlijk. Zo’n fan koopt nu voor een bescheiden bedrag de “Fan Forward Liberia in World Cup Final 2010”. Als die verhandeld zouden worden tenminste.

Deflatie!

Inflatie is de vijand van het volk. Ga een willekeurige bar binnen, vraag wat de clientèle vindt van de prijsontwikkeling en u hoort het zelf. Maar hoe zou men het vinden als de prijzen alsmaar zouden dalen? Geen in-, maar deflatie. Klinkt goed, niet?

Vreemd genoeg blijkt deflatie één grote ellende. Wetende dat prijzen constant dalen, zien slimme mensen in dat ze beter kunnen wachten met de aanschaf van allerlei goederen. Daardoor loopt de omzet van winkels terug, waardoor die moeten besluiten de prijzen nog verder te verlagen. Het proces houdt zichzelf dus in stand. Ondertussen zijn mensen met schulden de klos, want het wordt steeds moeilijker genoeg te verdienen om die af te betalen. Na een tijdje komt de economie in een depressie. De ECB heeft aangegeven alles te doen om deflatie te voorkomen.

Af en toe kom je een mini-deflatie tegen in de praktijk. De onderstaande foto maakte ik vandaag in de supermarkt. U leest het goed: men kondigt een toekomstige prijsdaling aan. De onderliggende tafel mandarijnen was nog helemaal vol.

dalende prijzen

Leegstand

Er staat in Nederland 6,3 miljoen m2 kantoorruimte leeg, 8% meer dan eind vorig jaar. Volgens een rapport uit de koker van een makelaar is loopt de vraag naar kantoorruimte echter ook op, zodat de toename van de leegstand binnenkort voorbij is. Goed nieuws!

Het zijn berichten als deze die mij ‘s nachts wakker houden. Wat is er toch mis met die vastgoed-types? Hun dure kantoren staan leeg, brengen helemaal niets op, en ondertussen vertellen ze aan iedereen die het horen wil dat het prima gaat. Waarom niet de huurprijs wat verlaagd, totdat zich een klant meldt? Het is toch altijd beter om je kantoor voor iets minder te verhuren dan het twee jaar leeg te laten staan, zoals al voor de helft van het aanbod geldt? Een nachtje woelen bracht mij niet echt verder; ik kom tot de volgende mogelijke verklaringen:

  • Collusie. Er is een type aanbieder dat met opzet de prijs (te) hoog houdt en toch de maximale winst behaalt: monopolisten. Als er genoeg kantooroppervlakte in handen van een paar aanbieders is, kan het voor die groep optimaal zijn om afspraken over de prijs te maken. Dat zou tot leegstand kunnen leiden. Niet erg waarschijnlijk, gezien de aantallen marktpartijen. Ook strafbaar.
  • Optiewaarde. Een kantoor verhuren voor een lagere prijs betekent ook dat je waarschijnlijk afziet van de optie om het volgend jaar te verhuren voor een hogere prijs. Huurverhogingen of uitzetting zijn lastig en duur, en als je verwacht dat de vraag binnenkort toeneemt kan het optimaal zijn om daarop te wachten. Resultaat: leegstand. Dit lijkt mij de meest waarschijnlijke verklaring. Daarbij geldt ook:
  • Loss aversion. De kantorenbezitter die de huurprijs halveert moet aan zichzelf (of zijn baas) toegeven dat eerdere verwachtingen niet uitgekomen zijn. Het is bekend dat mensen een hekel hebben aan dit soort verliezen, en liever irrationeel wachten dan dat ze hun ongelijk toegeven. Vergelijkbaar geval: bezitters van gekelderde aandelen die geloven dat ze geen verlies hebben, zolang ze de aandelen maar niet verkopen.

Het is wat mager, maar verder kom ik niet. Commentaar is welkom.

And the winner is…

Het is weer die tijd van het jaar. 2005 is bijna ten einde, dus is het tijd om terug te kijken. Wij kunnen niet achterblijven. Op deze website plachten wij ons doorgaans druk te maken over uitspraken en plannen waar de meest elementaire economische logica aan ontbreekt. Het lijkt mij dan ook gepast om over te gaan tot de instelling van de Prijs voor het Slechtste Voorstel van het Jaar. Een voorstel waarvan de initiatiefnemer geen enkele rekening houdt met de desastreuze economische gevolgen ervan. Of, nog erger, die gevolgen volledig verkeerd inschat. Natuurlijk verdient zo’n prijs een pakkende naam. Ik stel voor: de Jopie Award. Genoemd naar de vrouw die het afgelopen jaar zo’n waardevolle bijdrage leverde aan de discussie over kinderopvang in het onvolprezen vakblad Libelle. Nu is de Jopie Award van dit jaar slechts een aanloopje. Een soort van aanmoedigingsprijs. Deze site is immers pas sinds juni in de lucht, dus konden de slechte voorstellen van het eerste halfjaar helaas niet meedingen. Maar niet getreurd. Er is nog steeds een ruimschootse keuze voorhanden.

De genomineerden zijn, in chronologische volgorde:

  1. De VVD, voor de automatische compensatie van hogere benzineprijzen.
  2. MKB Nederland, voor het verbod op dumpprijzen.
  3. De PvdA, voor het afschaffen van de overdrachtsbelasting voor starters op de woningmarkt.
  4. De Stichting Thuiskopie, voor een belasting op MP3-spelers.
  5. De Vereniging Eigen Huis voor een belastingvrije gift van 250,000 euro van ouders aan kinderen, mits de kinderen daarmee starten op de woningmarkt.

De jury was unaniem. Het juryrapport meldt: “Dit plan slaagt er in een markt die al volledig verstoord is, nog verder te verstoren. Het slaagt er in de prijzen te verhogen op een markt die al gekenmerkt wordt door kunstmatig hoge prijzen. Bovendien doet het dat op een manier die uitermate corruptiegevoelig is, en ook nog eens leidt tot een aanzienlijke onbedoelde vergroting van de inkomensverschillen.”

Onze felicitaties en de eerste Jopie Award gaan naar de Vereniging Eigen Huis.

Londen verslaat Parijs verslaat Madrid verslaat Londen

Ik heb het op deze plek al eens eerder gehad over sociale keuzetheorie, een nogal ontnuchterende tak van de sociale wetenschappen die ons leert dat verkiezingen en peilingen veel minder eenduidig zijn dan je op het eerste gezicht zou denken. De manier waarop een verkiezing georganiseerd wordt, kan een beslissend effect hebben op de uitkomst ervan. Het gelijk van die stelling blijkt deze week maar weer eens. Morgen zendt de BBC een reportage uit waaruit zou blijken dat de Olympische Spelen in Londen in 2012 het gevolg zijn van een stemfoutje.

De toekenning van de lokatie van de Olympische Spelen gaat in een aantal stemrondes. In elke ronde valt de stad met de minste stemmen af. In de voorlaatste stemronde waren Madrid, Parijs en Londen nog in de race. Londen haalde Parijs haalde 33 stemmen, Madrid 31 en viel daarmee af. Het verhaal wil echter dat een van de afgevaardigden op Parijs stemde, maar eigenlijk op Madrid had willen stemmen. De stand zou dan gelijk zijn. In een herstemming tussen Madrid en Parijs zou Madrid hebben gewonnen, omdat Parijs werd beschouwd als sterkste kandidaat en alle supporters van Londen in de herstemming dus op Madrid zouden hebben gestemd. In de finale tussen Madrid en Londen zou Madrid vervolgens hebben gewonnen, juist omdat alle supporters van Parijs hun steun nu aan Madrid zouden hebben gegeven. Dat allemaal volgens de aangehaalde deskundigen.

Toegegeven, het verhaal is nogal speculatief. Maar de conclusie is duidelijk. De stemprocedure biedt absoluut geen garantie dat die stad wint die volgens de meerderheid van de stemmers ook de beste kandidaat is. Zo suggereert het verhaal dat een finale tussen Londen en Madrid zou worden gewonnen door Madrid, een finale tussen Parijs en Madrid zou worden geworden door Parijs, terwijl is gebleken dat een finale tussen Parijs en Londen wordt gewonnen door Londen. Een typisch geval van wat sociale keuzetheoretici een stemcyclus noemen. Als de stemprocedure van het IOC wat anders in elkaar had gezeten, had de uitslag dus ook heel anders kunnen zijn.

Keuzestress

Mensen die recent een simpel belegd broodje besteld hebben kennen het verschijnsel misschien: een overschot aan keuzes. Wilt u bruin of wit? Mayo of ketchup? Sla of komkommer? Meenemen of hier opeten? We spraken er al eerder over, een uitbreiding van de keuzes wordt niet altijd door iedereen op prijs gesteld. Onderzoek toont nu ook aan: 58% van de consumenten heeft last van keuzestress.

Voor klassieke economen is dat een wonderlijk fenomeen: een uitbreiding van de keuzes maakt de kans groter dat je een product vindt dat precies aansluit bij je wensen, en is dus meestal een vooruitgang. Klassieke economen houden er echter geen rekening mee dat het bekijken van elk alternatief extra tijd kost, en tijd is een schaars goed waarvan de prijs de laatste jaren steeds hoger oploopt. Het voordeel van de extra keuzes weegt misschien niet op tegen de kosten van de verloren tijd.

In deze tijden van keuzestress kan het geen kwaad de voordelen van de keuzevrijheid nog eens te benadrukken. Het is natuurlijk mooi dat u een verzekering af kunt sluiten die precies op uw wensen is afgesteld, als u die al heeft. Maar dat is niet het belangrijkste: omdat u kunt kiezen, staat er voor de producent iets op het spel. Bij wanprestatie kunt u namelijk uw keuze wijzigen. Keuzevrijheid is dus macht, en hoe meer macht er bij de consumenten ligt, hoe beter dat is voor de kwaliteit van het gebodene. (Voor een goede demonstratie van dit principe mag u proberen vandaag nog snel even uw paspoort te verlengen.)

In feite maken de gestresste consumenten een fout: de vrijheid om te kiezen is iets anders dan de plicht om alle opties af te wegen. Als uw tijd u te dierbaar is, kies gewoon het eerste alternatief dat voorbij komt. Als het niet bevalt kunt u altijd nog wijzigen.

Bureaucratie

Het aantal mensen dat fraudeert met het theorie-examen voor het rijbewijs groeit. […] De opheffing van het versnelde examen voor mensen met een buitenlands rijbewijs in april van dit jaar heeft volgens het CBR tot de toename van fraude geleid.

schrijft nu.nl (zie ook hier). U kent het misschien nog wel: het theorie-examen. Op zich niet moeilijk, maar voor velen een hindernis. Met name door de bureaucratische manier waarop het afgenomen wordt: op een beperkt aantal momenten, altijd onder werktijd, op slechts dertig plaatsen in het land waar de kandidaat uiteraard met het openbaar vervoer naartoe moet. Allemaal niet vreselijk, maar het kost wel een hoop tijd.

Verplaatst u zich nu eens in de positie van een buitenlands werknemer van een duur bedrijf. Al die verloren tijd is misschien niet zo vreselijk voor een achttienjarige met een uurloon van € 8, maar voor een veertigjarige manager loopt het al gauw in de papieren. Geen wonder dat er dan naar alternatieven gezocht wordt. Volgens het CBR wordt er op dit moment tot € 250 voor een plaatsvervanger betaald.

Fraude mag niet, en dus volgt de gebruikelijke ambtelijke reactie:

Het CBR, dat jaarlijks honderdduizenden examens afneemt, geeft zijn personeel extra training in het herkennen van gezichten en valse documenten. Ook komt er betere apparatuur om vast te stellen of iemand valse identiteitspapieren heeft.

Doodzonde, elke marktpartij had hier inmiddels een geweldige profit opportunity gezien. Ik stel voor: het premium-theorie examen. Voor € 245 mag de kandidaat op een zelf te kiezen plaats en tijdstip examen doen bij een ambtenaar van het CBR. Tien tegen één dat de fraude afneemt, en het CBR kan weer met minder belastinggeld toe.