De keuze van Rusland als organisator van het WK voetbal in 2018 heeft vooral in Engeland nogal wat stof doen opwaaien. Dat land waande zich favoriet en de ontzetting was dan ook groot toen ze er met slechts twee stemmen in de eerste ronde al uitvloog.
Zoals altijd kun je je afvragen of de uiteindelijke keuze ook echt de voorkeur van de commissieleden weerspiegelt. Uit de sociale keuzetheorie weten we dat er geen enkele methode bestaat om de voorkeuren van een groep mensen op een adequate manier te aggregeren (eerder en eerder, ook hier) en waarschijnlijk is deze verkiezing daar een mooi voorbeeld van.
In elke ronde mochten 22 afgevaardigden kiezen uit een aantal opties. In elke ronde viel de optie met de meeste stemmen af, net zo lang tot er een optie over was met een absolute meerderheid. Net als elke stemprocedure is ook deze gevoelig voor strategisch gedrag en dus voor manipulatie.
Stel bijvoorbeeld dat u lid bent van de commissie, uw eerste voorkeur is Engeland, uw tweede voorkeur is Nederland/Belgie. De verwachting is dat Engeland sowieso wel doorgaat naar ronde 2. Wat doet u dan? Inderdaad, u stemt op Nederland/Belgie, want met die Engelsen komt het vast wel goed, en zo vergroot u de kans dat u uw tweede voorkeur in de race houdt. Echter, als iedereen er zo over denkt, dan gaat er toch iets mis en misschien is dat wel precies wat er gebeurd is.