Misdaad en straf

Intrigerende gedachte bij Bluematter. Voor de verdachte van een misdrijf die terecht staat, heeft een rechtbank maar twee opties: schuldig of onschuldig. Eigenlijk is dat vreemd. Immers: je wilt de tijd dat onschuldigen in de bak zitten zo laag mogelijk houden, maar de tijd dat onschuldigen ten onrechte niet in de bak zitten ook. Dat bereik je door de verdachte langer op te sluiten naarmate het waarschijnlijker is dat hij de moord heeft gepleegd. Met zo’n binaire schuldig/onschuldig beslissing beperk je jezelf nodeloos, en dat leidt tot inefficiente uitkomsten.

Postzegel

Meer concurrentie leidt tot lagere prijzen, zo houden wij onze studenten altijd voor. In de postmarkt schijnt dat anders te liggen, beweert althans het ANP:

TNT besloot vorig jaar de postzegel duurder te maken wegens de volumedaling op de postmarkt en de toegenomen concurrentie.

Hu!?

Meerwerk

Mooi voorbeeld van het hold-up probleem, dit weekend in het nieuws: De Vereniging Eigen Huis beklaagt zich over de hoge kosten van meerwerk bij de bouw van een nieuwe woning:

De belangenvereniging stelt dat sommige bouwers misbruik maken van hun machtspositie. “De bouwer mag voor extra’s aan de woning vragen wat hij wil en ook meer- en minderwerk weigeren”, stelt de vereniging. “Daarnaast is hij vrij om een koper naar een bevriende keuken- of sanitairspecialist te sturen.” […] Het verplaatsen van een lichtpunt in het plafond zou worden aangeboden voor tarieven variërend van twintig tot 263 euro.

Vraagfuncties dalen!

Ben een weekje op vakantie geweest, maar ik zie dat Thijs niet stil heeft gezeten. Wat mij het meest opviel toen ik het nieuws van de afgelopen week doornam? Natuurlijk de schokkende onderzoeksresultaten van de Stichting Marktonderzoek Boekenvak. Lees en huiver:

Als de prijs omhoog gaat, koopt een groot aantal mensen minder boeken. Maar die groep zou juist wel ‘wat meer’ boeken gaan kopen als de prijs wordt verlaagd.

Drie bier

In de berichtgeving over het bierkartel worden economisch gezien de meest afgrijselijke dingen geroepen, zie bijvoorbeeld de post van Thijs gisteren. Vandaag mag Mark Schneider, oud-vertegenwoordiger van Heineken, in de Volkskrant uitleggen dat het helemaal niet erg hoeft te zijn, zo’n kartel:

“Ik maakte ook afspraken met vertegenwoordigers van andere brouwers in mijn gebied. Het heeft geen zin om elkaar kapot te concurreren. Als de markt echt vrij wordt, blijft er maar één brouwer over: Heineken. Als die echt gas geeft, vegen ze iedereen van de markt. Nu zegt Heineken: we hebben 60 procent van de markt, dat vinden we genoeg.” Om de concurrentie in stand te houden moet je de markt verdelen? “Absoluut.”

Ook stelt hij voor de kleinere bedrijven te belonen voor hun deelname aan het kartel:

Nu worden de kleine brouwerijen extra hard aangepakt. De boete voor Grolsch is in verhouding met de omzet, veel hoger dan bij Heineken. En het geld verdwijnt in een zwart gat. Ze zouden de opbrengst aan kleine brouwerijen moeten geven om een positie op te bouwen.

Misschien is het verstandig als de pers mensen aan het woord laat met enige kennis van zaken.

(Dank aan Linda)

Nog een biertje

Er is dit jaar al menig kartel gekraakt, maar geen enkele blijkt in de media zo tot de verbeelding te spreken als het bierkartel. Zo zijn er alleen op de AD-site inmiddels al niet minder dan zes artikelen over de zaak te lezen.

De horeca eist een schadevergoeding van de brouwers, zo meldt ook de NOS. Nu ligt dat minder voor de hand dan het lijkt. Stel dat er volledige mededinging zou zijn op de horecamarkt. In dat geval is de prijs gelijk aan de marginale kosten. Als de brouwers hun prijs kunstmatig hoog houden dan liggen de marginale kosten van de horeca (de inkoopprijs van bier) hoger dan ze zouden zijn zonder dat bierkartel. Maar uiteindelijk zou dat voor de horeca weinig uitmaken: kroegen zetten immers toch hun prijs gelijk aan marginale kosten, waardoor hun winsten uiteindelijk nul zijn, ongeacht hoe hoog die marginale kosten zijn. Van schade voor de horeca door het bierkartel is dan geen sprake. Natuurlijk gaat dat verhaal in mindere mate op naarmate individuele horecabedrijven meer marktmacht hebben, maar goed.

Ook de consumentenbond wil een schadevergoeding. Opnieuw is die lastig vast te stellen. Bij volledige mededinging in de horeca worden hogere kartelprijzen volledig doorberekend aan de consument. Maar ook in dat geval is een schadevergoeding gelijk aan bierconsumptie maal de prijsverhoging niet voldoende: immers, bij een lagere bierprijs zou de bierdrinker ook meer geconsumeerd hebben, en ook dat verlies in genot moet worden gecompenseerd. Bij meer marktmacht in de horeca wordt het verhaal natuurlijk weer anders omdat de consument dan niet de volledige prijsverhoging van het bierkartel betaalt.

(Dank aan Linda)

De lucht in

Morgen vlieg ik naar de VS. Voordat wij opstijgen, zal de stewardess vragen om de mobiele telefoons uit te schakelen, dit in verband met mogelijke interferentie op de elektronica van het vliegtuig.

Grote onzin, beweert Computerworld. De echte reden is dat maatschappijen bang zijn dat de pleuris uitbreekt als iedereen mobiel gaat zitten bellen in een overvol vliegtuig. En de mobiele aanbieders zijn er niet dol op, omdat de kans groot is dat een gesprek uitvalt. Verder hebben de autoriteiten eigenlijk nooit de moeite genomen om nu echt te testen hoe groot het gevaar is, want dat kost allemaal maar geld. Ook niet onbelangrijk: als iedereen in de cabine gaat zitten bellen, dan kunnen de luchtvaartmaatschappijen niets meer verdienen aan andere mogelijkheden tot communicatie die in de toekomst wellicht uitgerold gaan worden. Piloten schijnen zelf wel gewoon hun mobieltje te gebruiken. [via]

h

Economen zijn dol op lijstjes. Een populaire nieuwe maatstaf om de invloed van economen met elkaar te vergelijken is de zogenaamde h-index. De h-index van een wetenschapper is gedefinieerd als het grootste getal h waarvoor geldt dat tenminste h artikelen van persoon in kwestie tenminste h keer zijn geciteerd. Wie 3 artikelen heeft die 3 keer geciteerd zijn, maar geen 4 artikelen die 4 keer geciteerd zijn, heeft dus een h-index van 3.

Met dit prachtige stukje software kunt u nu uw eigen h-index uitrekenen. Of die van uw favoriete econoom, natuurlijk. Het programma trekt z’n gegevens van Google Scholar. Dat betekent wel dat uw h nogal genereus wordt bepaald: Google Scholar zoekt door alle pdf-files die het op het internet kan vinden, en dat hoeven niet noodzakelijk gepubliceerde artikelen te zijn, terwijl dat eigenlijk wel de bedoeling is. Met het programma kun je zelfs met een druk op de knop een indruk krijgen van de impact van een tijdschrift, opnieuw via Google Scholar.

Mijn h? Na wat klooien kom ik uit op 5. Collega Thijs zit momenteel op 3 4 [excuus! zijn meest geciteerde werk blijkt opgenomen in de categorie Biology and Life Sciences], maar is minder lang actief. Mankiw staat op 56, Tirole op 74, Stiglitz op 85. We moeten nog even. [via]

Update rel UvA

Vorige week hadden wij het al over de rel Heertje vs. Kneppers op de UvA. Inmiddels blijkt mevrouw Kneppers gewoon gepromoveerd. In universiteitsblad Folia slaat zij terug:

Die meneer Heertje belemmert eigenlijk al jaren de vooruitgang en de ontwikkeling van het vak economie. Hij bekritiseert niet alleen mij, maar iedereen die zijn nek uitsteekt in het onderwijs.

Let vooral ook op het meegeleverde filmpje.

(Dank aan Linda).