Merkel’s strafwerk

Wie even vergeten was dat Angela Merkel opgroeide in de DDR kon daar gisteren weer kennis van nemen. Op een partijbijeenkomst stelde ze dat Europeanen allemaal eenzelfde pensioenleeftijd zouden moeten hebben, en evenveel vakantiedagen per jaar. Ik snap de redenering maar het is een slecht idee. Leest u even mee?

Politici zijn zo gek nog niet. Aan de vooravond van de Europese monetaire eenwording maakten ze zich al zorgen over mogelijk uitvretersgedrag van de deelnemers. Een land zou zijn schuld ver op kunnen laten lopen om vervolgens bij de ECB voor hulp aan te kloppen. Het reputatieverlies zou dan voor alle landen zijn. Er was al een no-bail-out clausule voor de ECB bedacht, maar dat leek de politici niet genoeg. In het verdrag van Maastricht werd daarom ook afgesproken dat landen geen al te groot tekort mochten hebben. Maar helaas waren de voorwaarden van het verdrag te zacht, zie ook hier.

Nou is het één ding dat de bestaande afspraak over tekorten niet wordt nageleefd. Dat is een oplosbaar probleem waar je in de toekomst betere regels voor kunt verzinnen. Maar een veel groter probleem is dat de maatstaf van het officiële tekort helemaal niet informatief is. Ik schreef daarover eerder op deze site. Kort gezegd: als een regering een procentje minder inkomstenbelasting heft loopt het tekort meteen op, maar als dezelfde regering belooft dat iedere burger op z’n 50e met pensioen mag is dat aan het tekort niet meteen te zien. Bekend is dat bijvoorbeeld de Grieken hiervan actief misbruik maakten.

Nu is de redenatie van Merkel waarschijnlijk dat we problemen in de toekomst moeten voorkomen door het stabiliteitspact verder uit te breiden. Niet alleen regels voor het officiële tekort maar ook regels voor alle zaken die het tekort kunnen beïnvloeden: de pensioenleeftijd, wettelijke vakanties, en ongetwijfeld ook de kinderbijslag, de salarisschalen van de politie en de regels voor bejaardenverzorgers. Het is een heilloze weg, want de mogelijkheden om dit soort regels te ontduiken zijn eindeloos. De regering die cadeautjes uit wil delen slaagt daar altijd in. En het valt te betwijfelen of veel Europeanen op dit soort betutteling uit Brussel zitten te wachten.

Hoe moet het dan? Marktwerking, natuurlijk. Door degenen die geld uitlenen mede verantwoordelijk te maken voor de rotzooi die ontstaat bij een faillisement zijn de prikkels weer goed gericht. De houders van de schuld zijn gemotiveerd om goed op te letten en Europa kan geloofwaardig zeggen dat er geen bail out komt. Er zijn ideeën genoeg om zoiets in de toekomst beter te laten werken.

Failliet

Wie drie economen om raad vraagt krijgt vier antwoorden en niet voor niets wilde Harry Truman een econoom met maar één arm: als het om meningen gaat kunnen we er wat van. Misschien was het dus vragen om moeilijkheden toen het weekblad The Economist maar liefst tien economen vroeg of er landen in Europa zijn die beter kunnen kiezen voor een faillissement. Interessante balans: natuurlijk vindt iedereen iets anders als het om de details gaat, maar ik tel er drie die zonder omwegen voor een faillissement zijn en drie mordicus tegen; de andere vier zijn van de ene en de andere kant.

Uiteraard is voor beide opvattingen wat te zeggen en in die zin heeft Larry Kotlikoff (nu in Amsterdam, eerder op deze site) de meest zinnige bijdrage aan debat: het is een kwestie van verwachtingen die zichzelf vervullen. Vooralsnog zijn de verwachtingen in de markt redelijk positief, maar een slechte uitkomst is niet ondenkbaar.

[In overig nieuws: ik ben weer eens veranderd van werkgever en daarom nogal druk – bijgevolg valt het tempo op deze site wat terug. Onze excuses voor het ongemak.]

Ierland, debet en credit

Ook voor een macro-econoom is het lastig bij te houden hoe de crisis zich voortsleept en op welk station we nu weer zijn aangekomen. Gelukkig is het wel mogelijk om terug te kijken en te zien welk traject we inmiddels afgelegd hebben. Om het voor mezelf helder te krijgen en u te helpen op uw volgende borrel, een kort overzicht.

Er is iets mis met Ierland, zoveel is duidelijk. Maar waar begon het allemaal? Bij deze kredietcrisis ligt de bron van alle ellende bij de spaarders wereldwijd, die geld overhadden en dat naar hun lokale bank of pensioenfonds brachten. Onder deze groep zijn veel Aziaten, maar ook de Nederlanders sparen driftig mee. Wat gebeurde er met (een gedeelte van) dat geld? Volg het in onderstaand plaatje. Ik begin bij twee groepen spaarders, ingedeeld naar de investeringen van hun bank of fonds.

Het geld van groep 1 komt uit bij Ierse banken, die een mooie manier hebben gevonden om er meer van te maken: ze lenen het uit aan Ieren die er een huis van kopen. Door een goed lopende vastgoedsector neemt de waarde van de belegging snel toe. Groep 2 ziet zijn geld gestald bij de Ierse overheid, een optie met minder rendement maar voor ons vrijwel zonder risico, nu de Ieren meedoen met de Euro.

Lees verder “Ierland, debet en credit”

Het spaarloon

De Tweede Kamer wil de tegoeden die onder de spaarloonregeling vallen vrijgeven. Zoiets gebeurde eerder in 2005. Het idee is dat het vrijgekomen geld de economie gaat stimuleren.

Sympathiek plan, natuurlijk, want het kost de overheid niks. Sterker nog, het geblokkeerde vermogen valt niet onder de vermogensbelasting, en vrijgegeven geld wel. Vrijgeven levert dus belasting op.

Wel zijn er impliciete kosten. Door twee keer binnen vijf jaar de blokkering op te heffen schept de overheid de verwachting dat het de komende jaren niet anders zal zijn. Meer mensen zullen hierdoor aan de regeling deelnemen, wat de toekomstige loonbelasting vermindert.  Bovendien moet het natuurlijk wel zo zijn dat de vrijgekomen miljarden meer goed doen bij de consumenten dan bij de banken.

Van dat laatste ben ik nog niet helemaal overtuigd. Een groot probleem in de economie op dit moment  is dat de banken te weinig krediet verlenen. Dat wordt niet meer als er plotseling een paar miljard van de balans verdwijnt. Aan de andere kant zijn burgers op dit moment erg spaarzaam; de kans is dus groot dat het geld gewoon naar een andere spaarrekening verdwijnt.

Bericht uit Griekenland

De schuldencrisis in Griekenland is voor economen gesneden koek. Er is onverantwoord veel geleend en nu moeten de Grieken door ons worden gered. Maar wat is er de afgelopen jaren precies gebeurd? Zagen de Grieken zelf niet dat het wel fout moest gaan?  Begrijpen wij koele Noordelingen, met onze harde voorwaarden, het Griekse probleem eigenlijk wel?

We vragen het aan Claire Economidou, een paar jaar geleden mijn Griekse collega op de universiteit Utrecht. Een macro-econome die haar Ph.D. in Wisc0nsin haalde en daarna vijf jaar in Nederland werkte. Sinds een half jaar is ze weer in Griekenland, precies op tijd voor de huidige crisis. Ik stuurde haar een email met vragen, die ze hieronder beantwoordt.

Lees verder “Bericht uit Griekenland”

De dader van de crisis

Willekeurige rampspoed is moeilijk te verteren. Duinlandschap dat in zomaar in brand vliegt, daar wordt een mens onrustig van. Zoiets is beter te begrijpen als er een brandstichter aan het werk is geweest. Idem de kredietcrisis. Dat financiële markten zomaar in elkaar storten, daar houden we niet van. Zoiets moet onderzocht, de schuldige moet worden gevonden. Groot is dan ook de opluchting nu we, na geruime tijd, alsnog de dader kunnen aanwijzen. Goldman Sachs heeft het gedaan, en wij zijn het slachtoffer.

Onzin natuurlijk. De kredietcrisis is een complex probleem waar zinsbegoocheling, arrogantie en fundamentele onzekerheid een rol in spelen. Zonder de trucs van Goldman was het ook wel misgelopen. Toch is het niet uitgesloten dat deze zaak de geschiedenis ingaat als de oorzaak van de crisis, want (als het waar is) dan klopt het geweldig met het heersende idee: bankiers, gedreven door bonussen, verkochten willens en wetens slechte producten om zelf rijk te worden. De toxic assets die daarbij vrijkwamen maakten de crisis erger.

Wie precies wil weten hoe de fraude werkte en een half uurtje vrij heeft, die luistert hier naar (of leest hier) de uitstekende uitleg op de Amerikaanse radio. Andere spelers, zelfde concept. De makers leggen hier de link met Goldman. In het kort: de fraude draait om het gebruik van Credit Default Swaps, CDSen. Verzekeringen die betalen als een belegging in waarde daalt. Het maffe van de CDS is dat je de belegging niet hoeft te hebben om er toch een verzekering op te kopen. Een beetje alsof je een brandverzekering afsluit op het huis van je buurman. Als dat huis daadwerkelijk afbrandt, verdien je eraan.

Het is niet moeilijk om te zien dat een CDS uitnodigt tot financiële pyromanie. Willem Buiter schreef er vorig jaar al een kwaad stuk over. In dit geval werd een speciaal fonds opgezet dat zo zwak was, dat het wel fout moest gaan. Goldman deed dat samen met een belegger, die vervolgens (zegt de SEC) flink in de CDSen ging. Argeloze kopers (ABN incluis) wisten van niets. Toen de crisis kwam liep de belegger binnen (Goldman niet, maar de bankiers kregen voor de deal persoonlijk wel een bonus).

Daarmee is het niet zo dat het geld van ABN naar de boeven is gegaan, zoals de Volkskrant suggereert. Het ingelegde geld zorgde voor extra hypotheken die nooit gemaakt hadden mogen worden, en de ontvangers daarvan kochten een te duur huis. Toen de huizenprijzen instortten was dat geld gewoon weg. De boeven claimden daarop hun verzekering, bijvoorbeeld bij AIG, en werden indirect met belastinggeld betaald.

Luxe = schaarste

Mooi economisch verhaal in de New York Times vanochtend over de reactie van de luxe winkels in die wereldstad op de recessie: veel minder voorraad. Typisch gevalletje adaptief evenwicht waarbij de winkelier altijd een jaar achterloopt op de vraag van de consument. Vorig jaar lagen de winkels vol en kwam men niet van de spullen af; de kortingen beliepen zo’n 70%, tot afgrijzen van de winkeliers. Dit jaar is het aanbod zeer beperkt en is alles weer exclusief en je kunt erop wachten dat volgend jaar de winkels hun luxe goederen niet aan kunnen slepen.

Het nare voor winkeliers is natuurlijk dat onverwacht lage vraag leidt tot (veel) lagere prijzen, terwijl bij onverwacht hoge vraag het omgekeerde niet meteen geldt. Hoogstens zijn de schappen halverwege het seizoen leeg. Over de hele cyclus komt winkelier er dus slechter uit.

Bank run

Een garantie op banktegoeden neemt de prikkel weg om snel je geld op te halen als je bank over de kop dreigt te gaan. Dat maakt het ook weer minder waarschijnlijk dat de bank daadwerkelijk kopje onder gaat. Eén en ander werkt natuurlijk alleen als mensen weten dat het garantiesysteem bestaat.

Na de perikelen rond Icesave zou je zeggen dat Nederlanders wel weten dat er zo’n systeem is. Maar ze weten nu ook beter dan ooit te voren dat een bank daadwerkelijk om kan vallen en dat klanten daarna drie maanden hun geld kwijt zijn.

Dus. Het bericht dat spaarders massaal opnemen bij DSB bank zou aan de ene kant niet moeten leiden tot een bank run, een verder massaal opnemen omdat men bang is het geld te verliezen. Aan de andere kant garandeert degene die zijn geld opneemt zichzelf een liquide tegoed, terwijl de rest maar af moet wachten. We volgen het nieuws… (1. bank: Geen opnames, het zijn hackers) (2. VVD bang voor bank run) (3. Eén procent van de tegoeden opgenomen.) (4. Momenteel bedraagt de wachttijd voor toegang tot het onderdeel Internetbankieren meer dan 15 minuten.) (5. ‘Voortbestaan DSB onzeker’.) (6. Bank onder curatele). Post-mortem: 1/6 van het spaargeld is uiteindelijk opgenomen.

Bankroet

Dank aan collega Daniël voor het lenen van Bankroet, één van de eerste Nederlandse boeken over de kredietcrisis. Twee NRC-journalisten maakten handig gebruik van het feit dat je Nederlanders werkelijk overal tegenkomt en interviewden (meest) landgenoten op Wall Street, bij zakenbanken in Londen, in het Midden en Verre Oosten en uiteraard op de Zuidas. Die interviews vormen een overzicht van de belangrijkste momenten in de kredietcrisis. En er zijn nog andere leuke Nederlandse invalshoeken. Wist u bijvoorbeeld dat de grootste verkoper van subprime hypotheken de Amerikaanse ambassadeur in Den Haag was?

Tussen de landgenoten door leggen de schrijvers uit wat het verschil is tussen een CDO en een CDS en hoe de hefboom (weet u het nog?) geeft en neemt. In het leukste hoofdstuk proberen ze de schuld voor de crisis neer te leggen bij verschillende partijen (banken, schaduwbanken, kredietbeoordelaars etc.) die eigenlijk allemaal wel iets fout gedaan hebben.

De radertjes in de machine, geïnterviewd in dit boek, hebben achteraf wel een redelijk beeld van wat er mis is gegaan. Dat veel van die wijsheid pas kwam nadat het te laat was mag je ze natuurlijk niet aanrekenen. Wel zijn het vaak onverbeterlijke speculanten. De vraag is dan ook hoeveel waarde we moeten hechten aan de voorspellingen die ze in het boek doen  (“de volgende bubbel is in overheidspapier” – of – “in grondstoffen!”).

Tenslotte – natuurlijk is het altijd leuk als in het grote verhaal van de kredietcrisis een rol is weggelegd voor memorabele en amusante personen maar in dit boek wordt die aanpak wel erg vaak van stal gehaald. Greenspan is een verwoed klarinetspeler en de CDS is uitgevonden door een 34-jarige amazone (dat staat trouwens te bezien, zie de correctie hier). De econoom schudt af en toe met zijn hoofd maar laten we niet te streng zijn; het boek leest prima weg en er staat altijd iets in dat je nog niet wist.