Wie zijn geld belegt in de MSCI World aandelenindex stuurt bijna driekwart van het vermogen naar Amerikaanse beurzen. Dat is disproportioneel veel: het Amerikaanse bbp is maar 48% van de totale productie van de landen die in die index vertegenwoordigd zijn. Dat is overigens niet de hele wereld, zoals de naam suggereert, maar slechts de 23 “ontwikkelde landen” volgens de definitie van MSCI.
Hoe kan het dat er zoveel beleggingsgeld naar Amerika gaat? De AFM schreef er recent een artikel over, zie hoofdstuk drie van deze PDF. Beleggen buiten de eigen regio spreidt het risico, en levert in het geval van de VS ook nog eens een goed netto rendement. Dat heeft te maken met de grote Amerikaanse markt, het beleid aldaar en (verrassend) de Amerikaanse risicotolerantie.
Het FD vroeg mij om mijn eigen lijstje met redenen waarom Amerika zo’n aantrekkelijke bestemming is. In de tweeartikelen over dit onderwerp die vanochtend verschenen laten meerdere experts hun licht op de zaak schijnen. Zoals dat gaat had ik een lange lijst argumenten gemaakt, waarvan slechts een minderheid de krant haalde. Voor wie het interesseert hieronder mijn hele verhaal.
De media melden dat Harry Markowitz (95 jaar) afgelopen donderdag is overleden. Zie onder meer dit in memoriam in de New York Times.
Markowitz staat bekend als de vader van de Moderne Portefeuilletheorie. Die vertelt hoe een belegger een portefeuille van aandelen en andere financiële stukken kan samenstellen die zo goed mogelijk gebruik maakt van de mogelijkheden die de markt biedt. De “beste” portefeuille (er zijn er meerdere) bestaat niet slechts uit het “beste” aandeel, maar uit een mix van beleggingen die naast rendement ook zorgt voor diversificatie. Daarmee kan de belegger het risico dat nodig is om een verwacht rendement te behalen, verlagen. Voor ieder niveau van risico is er een maximaal verwacht rendement te berekenen, met een portefeuille die daarbij hoort.
Die afruil tussen rendement en risico was vóór Markowitz zijn artikel uit 1952 slechts impliciet bekend. Sindsdien is het het fundament waarop alle andere beleggingstheorieën zijn gebouwd.
De innovatie van Markowitz lag niet zozeer in zijn briljante analyse, als wel in het feit dat hij de juiste vraag stelde. Als eerste bekeek hij de rendementen op verschillende beleggingen als uitkomsten van een statistisch proces, met een verwachting en een onzekerheid (in dit geval, de standaarddeviatie). Alleen al door het probleem zo op te schrijven, wordt duidelijk wat je moet weten voordat je een portefeuille kunt samenstellen: de verwachte rendementen, het verwachte risico en, cruciaal, de correlaties tussen al die rendementen. Een aandeel dat omhoog gaat als de markt daalt is veel waardevoller dan eentje die met de rest meebeweegt.
Nadat duidelijk was welke kenmerken van beleggingen noodzakelijk waren voor de analyse, deed Markowitz wat elke goede econoom in zo’n geval doet: hij veronderstelde de cijfers bekend en loste het probleem op. Het resultaat was de lijn van efficiënte portefeuilles, die de best mogelijke combinaties van risico en rendement aangeeft.
Als beleggers op deze manier naar de markt kijken, ligt het voor de hand dat verwachte rendementen zich aanpassen aan de risicokarakteristieken van de belegging. Een aandeel dat tegen de markt in beweegt heeft dan een lager verwacht rendement, waardoor het uiteindelijk net zo aantrekkelijk is als een aandeel dat meebeweegt. Dat leidt tot het CAPM model van onder meer Sharpe en Miller, die met Markowitz in 1990 de Nobelprijs kregen.
Markowitz leeft voort in de manier waarop beleggers naar financiële markten kijken, al doen ze niet precies wat zijn theorie zou voorspellen. Zoals dit stuk in de FT uitlegt zijn ze vooral druk met het bepalen van de getallen die Markowitz bekend veronderstelde: het risico en de correlatie tussen verschillende assets.
Wie wil beleggen moet nadenken over risico en rendement. Het nemen van meer risico leidt tot een hogere verwachte opbrengst, maar de kans om geld te verliezen neemt ook toe. Wie zijn optimale plek op de risico-rendementslijn wil vinden moet te rade bij zijn eigen risicoaversie.
Die afruil tussen risico en rendement houdt het gedrag binnen de perken. Nerveuze types zetten al hun vermogen op de spaarrekening, de grootste thrill-seekers proberen met geleend geld een hefboom op te zetten en de rest zit daar ergens tussenin.
Wilt u beleggen, maar vindt u de eerste stap lastig? Met Proefbeleggen start u zonder risico. Want u start echt met beleggen, maar eventueel verlies vergoeden wij.
ABN Amro
Dat verandert de zaak. Het optimale gedrag bij een dergelijk voorstel, zelfs voor nerveuze types, is het volgende:
maximaliseer de inleg
maximaliseer het risico
bij winst of verlies, cash uit en begin opnieuw
Helaas hadden ze dat bij de bank ook bedacht. En dus kun je maximaal 300 euro inleggen, alleen in een lijst goedgekeurde fondsen, en is er maar één cash-uit moment, 3 maanden later. Nog steeds een aantrekkelijke propositie, maar er is een grote kans het voor u de transactiekosten niet waard is. Toch jammer.
Intrigerend bericht vanochtend. De aanslagpleger op de spelersbus van Dortmund had geen moslimachtergrond, maar een financiële. Het AD:
De verdachte zou volgens Duitse media met de aanslag een scherpe daling in het aandeel van Borussia Dortmund hebben willen veroorzaken. Hij had een fortuin aan zogenoemde putopties vergaard, waarmee hij het recht had om aandelen aan een vastgelegde prijs te verkopen, ondanks de daling van de koers. De waarde van putopties stijgt naarmate de aandelenkoers daalt. Zo zou hij miljoenen verdiend kunnen hebben.
Overigens mislukte het plan jammerlijk. Het FD meldt:
De koers van het aandeel Dortmund steeg de dag na de explosies met 1,75%. Sindsdien is het aandeel wel gedaald. De uitgestelde wedstrijd tegen AS Monaco werd immers verloren met 2-3. Ook de tweede wedstrijd werd verloren, waarmee de club is uitgeschakeld in de Champions League.
De biljonair Lex Luthor […] is bezig met een groot plan om zich meester te maken van de hele Amerikaans westkust. Hij heeft een groot stuk goedkoop land gekocht in het westen van de Verenigde Staten. Nu wil hij een aardbeving veroorzaken die de hele huidige westkust in zee zal doen verdwijnen, waardoor Lex’s land automatisch de nieuwe westkust wordt en daarmee enorm in waarde zal stijgen.
Alternatief scenario is natuurlijk dat je er als biljonair gewoon voor zorgt dat je gekozen wordt tot president en langs die weg je bezittingen in waarde laat stijgen. Maar dat is weer een ander verhaal.
De Telegraaf meldt vandaag dat de impliciete rente die een klant betaalt wanneer hij een mobiele telefoon bij een abonnement krijgt, in sommige gevallen wel erg hoog is.
Dat een goedkope telefoon bij een duur abonnement wordt gezien als een lening, is nieuw. Vanaf volgend jaar moet de telecomsector officieel voldoen aan de regels voor kredietverlening. Kennelijk moeten ze zelf ook nog even wennen; na vragen zijn de “leningen” met de hoogste percentages snel verwijderd.
Een jaar of zes geleden keken wij al naar het (destijds geldende) aanbod van impliciete leningen en kwamen tot de verrassende conclusie dat de rente op sommige aanbiedingen negatief was. Nou ja, destijds verrassend. Achteraf gezien liep de sector natuurlijk jaren voor op de rest.
Een van de meest lucratieve beleggingen van de laatste jaren? Wie op 1 juli 2010 bij de invoering van de cijferpostzegel al zijn spaarcentjes had omgezet in zegels met het cijfer 1 betaalde destijds 44 cent per stuk, terwijl diezelfde zegels per 1 januari 2016 al voor 73 cent van de hand gaan. Een rendement van 66%, ofwel 9.6% op jaarbasis.
Kijk, daar worden wij nu blij van. Onderstaand filmpje van CNN laat de ontwikkeling van de S&P500 in 2013 horen op een reggae beat. Elke toon geeft de hoogte van de slotkoers van een dag, en aangezien Wall Street in het weekend dicht is, levert dat een aanstekelijke 5/7 maat op. Al begint het fluittoontje in december wel irritant hoog te worden.
Even grasduinen in het archief van deze site, naar aanleiding van het nieuws van vandaag:
De AFM wil betere bescherming van beleggers als het om zogenaamde Turbo’s gaat. Dat is opmerkelijk, want eerder constateerden we dat de Turbo risicovolle beleggers juist had beschermd tijdens de crash in 2008, door het stop-loss karakter.
Het inkomensafhankelijk eigen risico, een plan van het kabinet, ging al gepaard met “een nieuw uitvoeringsapparaat”. Bovendien legde het wel erg veel druk bij de middeninkomens, schreven we in oktober. Die uitvoeringskosten doen het idee nu de das om. Door de bijbehorende belastingverhoging verschuift de druk naar de veelverdieners.
11 maart 2011: de nucleaire ramp in Fukushima. De politieke oproer die ontstaat is enorm. Iedereen is het eens: dit nooit meer. Veel belangrijke vragen moeten worden beantwoord. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Hoe kan voorkomen worden dat het nog eens gebeurt? Zijn alle veiligheidsprocedures in orde? En werden ze correct nageleefd? De discussies in het parlement spitsen zich in de week na de ramp dan ook toe op die ene cruciale vraag: of het salaris van de nieuw aangestelde directeur niet te hoog is.
Tja, ik kan het ook niet helpen. Maar na alle discussies van de afgelopen week krijg je het onbehaaglijke gevoel dat de geschiedenis er zo uit zou hebben gezien als Fukushima in Nederland had gelegen.
Natuurlijk is het begrijpelijk dat er vraagtekens bij het salaris van de nieuwe topman worden gesteld. Maar ook weer niet. Ten eerste omdat er vragen zijn die veel belangrijker zijn. Inderdaad, hoe dit heeft kunnen gebeuren, hoe we het kunnen voorkomen, of alle veiligheidsprocedures in orde waren en of die correct werden nageleefd. Ten tweede omdat het getuigt van heel slecht risicomanagement.
Pakken we er eens de achterkant van een sigarendoosje bij. Stel dat het kabinet gelijk heeft: met een salaris van 550.000 euro is het mogelijk een goede topman aan te stellen voor staatsbank SNS, met een salaris van 150.000 is dat niet mogelijk. Als de man voor vijf jaar wordt aangesteld zijn de additionele salariskosten dus twee miljoen. De afgelopen weken hebben we gezien wat voor de staatskas het verschil is tussen een goede en een slechte topman aan het roer bij SNS: een kleine 4 miljard euro. Als het kabinet gelijk heeft, dan betaalt dat hoge salaris zich dus 2000voudig terug.
Anders gesteld: als de kans dat het kabinet gelijk heeft, en je met Balkenendenorm geen fatsoenlijk bankier krijgt, slechts 0.1% bedraagt, dan nog is het dubbel en dwars de moeite waard om dat hoge salaris toch maar uit te betalen. Durft u het risico aan? Ik ook niet.
Deze is te hilarisch om te laten lopen. Kredietbeoordelaar Fitch maakte bekend nog voor de kerst de kredietstatus van Turkije te heroverwegen. In de Wall Street Journal leidt dat tot de kop
Fitch To Review Turkey’s Credit Rating Before Christmas