Een tijdje geleden schreef ik over een petitie die gericht was tegen de zogenaamde vliegtax. Die petitie zei dat er nauwelijks een positief milieueffect zou zijn. Niet waar, zei ik:
Als een ticket duurder wordt, worden er minder verkocht. Minder klandizie leidt tot minder vluchten. Als dat geen positief milieueffect is dan weet ik het niet meer.
Mijn stelligheid werd door onze oplettende commentatoren al betwijfeld:
Het is helemaal de vraag of er wel zoveel minder tickets zullen worden verkocht als deze tax wordt ingevoerd. Wie zegt dat mensen niet opeens vanaf Brussel, Frankfurt of Bremen gaan vliegen?
Dat kan, natuurlijk. Er bestaan vast mensen die zonder tax vanaf Schiphol vliegen maar met tax vanuit Duitsland. Er bestaan ook mensen die met tax helemaal niet meer vliegen en dus is het milieueffect nog steeds positief. Dacht ik.
Maar nu dit. Het blijkt dat het aanmerkelijk voordeliger kan zijn (zelfs voor mensen die in Amsterdam beginnen) om met de auto naar Düsseldorf te rijden, terug te vliegen naar Schiphol en vanaf daar de geplande vlucht naar, bijvoorbeeld, New York aan te vangen. Dat scheelt honderden euro’s en dat verschil loopt nu op omdat transferpassagiers geen vliegtax betalen. En zo leidt de vliegtax tot extra vluchten.
Op het eerste gezicht lijkt dit de doodsteek voor de huidige belasting. Maar wacht eens even – waarom verkoopt de KLM haar vluchten naar New York eigenlijk zoveel goedkoper als de reiziger in Düsseldorf begint? Zou dat een kwestie van concurrentie zijn? Als de marktmacht van KLM op Schiphol groter is dan in Duitsland, dan heeft de vliegtax op termijn een positief effect: de aanbieder betaalt een gedeelte van de belasting en dus zullen de prijzen voor vluchten vanaf Schiphol (ex-belasting) gaan dalen (zie de theorie). Dat zal een gedeelte van de uitwijk naar Duitsland voorkomen. Maar of het milieueffect uiteindelijk positief is, dat weet ik niet meer.