Betalingen kosten banken miljoenen

… luidt de alarmerende kop in het NRC. Hoezo dat? Uit onderzoek blijkt “dat banken vooral geld toeleggen op betalingen van consumenten. Vorig jaar leverden die een verlies op van 642 miljoen euro. Op creditcardbetalingen en internationale overboekingen leden de banken nog eens 89 miljoen euro verlies. Op het zakelijke betalingsverkeer in Nederland boekten de banken 708 miljoen euro winst.” Netto komen we dus uit op een bescheiden verlies van 23 miljoen euro, waarbij het bedrijfsleven de consument subsidieert voor een dikke half miljard, een bedrag dat zonder twijfel weer keurig wordt doorberekend aan de consument.

De conclusie? De consument moet meer gaan pinnen, vindt DNB, want dat is goedkoper. Uit de cijfers blijkt dat de kostenstructuur van het Nederlandse betalingsverkeer ongezond is, vindt de Nederlandse Vereniging van Banken. Beide conclusies lijken wat vreemd. Banken zetten immers zelf de tarieven voor het betalingsverkeer. Als ze er voor kiezen om die tarieven zo te zetten dat consumenten te weinig pinnen en een verlies van ruim 700 miljoen euro opleveren, dan is dat hun eigen keuze en dus hun eigen schuld. Dat heeft weinig met kostenstructuur te maken, maar alles met tarievenstructuur. Bovendien is een netto verlies van 23 miljoen maar een schijntje. Dat verdienen banken zo weer terug, bijvoorbeeld door de spaarrente niet te verhogen.

Kaas

Het is warm, en bij onstentenis aan berichten over komkommers schrijft de economische pers over kaas. Vooruit, laten we ons, ter ere van Willem Elsschot, eens in de zaak verdiepen.

Er is, in het eerste kwartaal, meer kaas uitgevoerd naar het buitenland. Nee wacht, er is in het buitenland voor meer Euro’s aan Nederlandse kaas verkocht. Dat kan twee dingen betekenen: er zijn meer kazen verkocht, of de kaas is duurder geworden. Wat kost een kaas op de internationale markt? Geen idee, maar in Nederland zijn de prijzen gelijk gebleven. De prijzen in grootafnemer Duitsland zijn zelfs gedaald. Laten we aannemen dat er meer kazen verscheept zijn.

Zijn er nu ook meer kazen gemaakt, of eten we zelf minder? Of was er nog een voorraad? Over de productie weten we helaas nog niets. Productiedata komt altijd met de nodige vertraging binnen; gegevens over de uitvoer zijn sneller beschikbaar omdat de belasting/douane daar zicht op heeft. Maakt het iets uit?

Ja, het maakt iets uit. Als de extra uitvoer voortkomt uit extra productie, dan is de economie gegroeid. Dat kan doordat er meer mensen gewerkt hebben (lagere werkloosheid) of doordat de productiviteit gestegen is (hogere winsten en loonstijgingen). Iedereen blij. Als de extra uitvoer uit voorraad komt, dan gaat de winstgevendheid van de kaassector omhoog. Hun moed wordt beloond (kazen produceren zonder afnemer) en een dure afschrijving voorkomen.

Maar is er geen productiestijging of voorraadvermindering, dan eten we zelf minder kaas. Er is dan geen economische groei, maar wel de mogelijkheid om nu of in de toekomst meer te importeren. Franse kaas bijvoorbeeld. Ondanks dat er geen groei in productie is, kan de welvaart op die manier wel gestegen zijn.

Indekken tegen prijsstijgingen

Begin deze week oordeelde de Consumentenbond dat een vast energiecontract niet snel loont. Er zijn energiebedrijven waarbij je de prijs die je voor energie moet betalen voor drie jaar vast kunt leggen. Het resultaat? ”Het lijkt erop dat de energieleveranciers het vaste contract meer zien als een klantenbinden dan als een buitenkans voor de consument”. Tja. De belangrijkste doelstelling van de meeste bedrijven is nu eenmaal niet het creeren van buitenkansjes voor de consument.

In dit concrete geval blijkt bijvoorbeeld bij een contract dat Nuon aanbiedt dat “pas bij een prijsstijging van ruim 38% na 18 maanden de consument voordeel gaat krijgen van het contract”. Op zich niet verbazend. Wie zekerheid wil, moet daarvoor betalen. Die 38% lijkt op het eerste gezicht wat fors, maar het is niet ongebruikelijk.

Wie nu een hypotheek afsluit bij de ABN Amro kan kiezen voor een variabele rente van 3,4%. Een andere mogelijkheid is om de rente drie jaar vast te zetten. In dat geval betaal je 4%. Gaan we voor het gemak uit van een aflossingsvrije hypotheek dan is het niet moeilijk om uit te rekenen bij welke prijsstijging na 18 maanden de consument met zo’n vast contract beter af is: 35%. Bijna hetzelfde percentage als bij het contract van Nuon.

Commons

De WRR heeft enkele bomen laten kappen om een rapport uit te brengen over het klimaat. Opmerkelijke conclusie: Nederland moet minder investeren in het stoppen van klimaatverandering, en meer in de bestrijding van de gevolgen.

Het is een mooi voorbeeld van de tragedy of the commons, waarbij afzonderlijke personen (of in dit geval, landen) er niet in slagen een inefficiënte situatie op te lossen. De reden is dat het stoppen van klimaatverandering alleen lukt als iedereen meedoet terwijl lokale bestrijding van de gevolgen, hoewel minder effectief, ook alleen kan. Dus wat te doen als je kunt kiezen tussen het ophogen van de dijken of het verminderen van CO2 uitstoot? De WRR zegt: kies voor de dijken.

En als ieder land dit advies overneemt spenderen alle landen samen een fortuin aan het ophogen van hun dijken, terwijl ze ook, voor minder geld, de klimaatverandering hadden kunnen voorkomen. Tragisch, niet? Moderne economen zien als oorzaak van de tragedie overigens een gebrek aan eigendomsrechten, in dit geval omtrent het klimaat. Daar wordt inmiddels aan gewerkt. De Nederlandse econoom Jan Tinbergen had in het verleden een andere oplossing voor ogen.

Effectieve reclame

“Oranje reclame weinig effectief”, kopte het NRC gisteren. Wat is er aan de hand? Inmiddels zijn er al meer dan 300 bedrijven die met reclame-acties inhaken op het WK voetbal. ?žEn wat mij nog het meest verbaast”, verzucht Charles Borremans, directeur van het actiemarketingbureau dat het allemaal bijhoudt, ?žis dat iedereen zich laat meeslepen, terwijl de resultaten helemaal niet zo geweldig zijn. Die vallen nogal tegen”.

Zijn al die bedrijven dus dom bezig? Niet noodzakelijk. Dit lijkt een typisch voorbeeld van wat speltheoretici een prisoners’ dilemma (of gevangenendilemma) noemen. Stel er zijn twee bedrijven actief op een markt waar, ik zeg maar iets, 100 produkten worden verkocht. Houden ze allebei geen Oranje Actie, dan verkopen ze elk 50 produkten. Houden ze allebei wel een Oranje Actie, dan verkopen ze ook elk 50 produkten. Maar wanneer het ene bedrijf wel een Oranje Actie houdt en het andere bedrijf niet, dan pakt dat ene bedrijf de hele markt.

Een invididueel bedrijf moet kiezen om wel of niet een Actie te houden. Als de concurrent een Actie heeft, dan betekent een Actie voor dit bedrijf een verhoging van het marktaandeel van 0% van 50%. Heeft de concurrent geen Actie, dan betekent een Actie voor dit bedrijf een verhoging van het marktaandeel van 50% van 100%. Een Actie leidt dus altijd tot een verhoging van het marktaandeel met 50%, ongeacht wat de concurrent doet. Het bedrijf zal daarom kiezen voor een Actie. Maar de concurrent maakt dezelfde afweging, en kiest dus ook voor een Actie. Beide bedrijven maken de individueel meest verstandige beslissing, maar uiteindelijk zijn beiden slechter af dan wanneer er geen Acties zouden zijn geweest. De kosten zijn hoger, terwijl de omzetten onveranderd zijn. Precies de situatie waar meneer Borremans zich zo over verbaast.

Prikkels

Wat te denken van het experiment waarbij verslaafden, die een tijdje niet aan de cocaïne zitten, van overheidswege een premie krijgen? Het idee is dat die prikkel leidt tot minder drugsgebruik, en dus minder overlast.

Mijn eerste reactie: chapeau! Het is een moedig plan, meer praktisch dan moralistisch, en dus kan het wel eens werken. Bovendien is het een logisch verhaal: verslaafden verkrijgen hun geld voor drugs doorgaans op een zeer inefficiënte manier (beroving, diefstal), en dus is de afruil mogelijk een verbetering voor iedereen. Maar er zit ook iets oneerlijks in: de meeste Nederlanders zijn geheel cocaïne-vrij, en worden daar niet op dezelfde manier voor beloond. Slechts degenen die overlast veroorzaken krijgen een cadeautje, als ze ermee ophouden.

Hoewel. Wie geen cocaïne gebruikt, hoeft er ook niet voor te betalen. Met marktprijzen tussen de €30 en €50 per gram is dat een behoorlijke financiële prikkel. Iemand die de coke laat liggen gaat er misschien wel honderden euro’s in de week op vooruit. Het experiment doet niets anders dan die prikkel iets verhogen.

En daarmee blijkt het probleem, zoals zovaak, te liggen in de uitvoering. Hoeveel krijgt een verslaafde die een week cocaïne-vrij is? Twee euro.

update 23/6: laat maar, het mag niet van de minister.

WK krach

Het houdt ons wel bezig, dat verband tussen WK voetbal en financiele markten. Nu blijkt dat je niet alleen aandelenmarkten kunt gebruiken om voetbaluitslagen te voorspellen, maar dat zo’n WK invloed ook heeft op de Echte Aandelenmarkt. Uit onderzoek dat binnenkort gepubliceerd gaat worden in het Journal of Finance blijkt namelijk dat een overwinning geen invloed heeft op de aandelenbeurs van land in kwestie, maar dat uitschakeling een dag later leidt tot een (extra) koersdaling van gemiddeld 0.38% in de groepsfase, en 0.49% in de knock-out fase van het toernooi. Nog eens een dag later herstellen de koersen weliswaar, maar dat is met een schamele 0,07%. Toegegeven, na de ernstige koersdalingen op het Damrak van de afgelopen weken doet zo’n half procentje meer of minder er niet echt meer toe, maar toch. Tenzij Oranje wereldkampioen wordt (inmiddels een kans van 5,6%), zullen de koersen vrijwel zeker gaan dalen.

Het bericht werd een tijdje geleden ook al door het ANP gebracht, op een nogal merkwaardige manier. Het onderzoek is weliswaar geaccepteerd door het meest gerenommeerde financieringstijdschrift, wat betekent dat een groot aantal vakbroeders er zeer kritisch naar gekeken heeft en het correct heeft bevonden, toch weet het ANP wel een betere bron: Handelaar Léon Cornelissen van effectenhuis Iris. Hij schampert: ,,Ik heb nog nooit een teleurgestelde klant gehad die na een nederlaag zei: verkoop m’n hele portfolio maar”. Beleggend Nederland kan weer rustig gaan slapen.

Scandinavisch model

In de tijden van het polder-moddol, toen Nederland kon pronken met de laagste werkloosheidscijfers, waren er altijd buitenlandse cynici die zich afvroegen hoe laag onze werkloosheid zou zijn als je alle WAO’ers mee zou rekenen.

Die cynici hadden gelijk: al onze werklozen bleken opgeborgen als arbeidsongeschikt. Een grote herkeuring was het gevolg, en inmiddels hebben we een stuk minder zieken, maar wel meer werklozen. Goed, volgende land dan maar? (En wil Wouter Bos zich even bij de balie melden?)

WK Beleggen

Terwijl mijn vrouw naar een krimi op Talpa kijkt houd ik de stand van de WK-wedstrijd Duitsland-Polen via internet in de gaten. Niet dat ik veel geef om één van de twee elftallen per se, maar ik heb een aardig fortuin geïnvesteerd in een Pools succes. Als de Polen het vandaag verprutsen, is mijn WK voorbij.

Het WK beleggen, natuurlijk. Het principe is eerder door Marco uitgelegd: een aandeel in een land betaalt alleen uit (zeg €100) als het land kampioen wordt, en dus is de waarde op ieder moment gelijk aan 100*p, met p de kans dat het land de cup wint. Wie een goede schatting van p kan maken, koopt de ondergewaardeerde aandelen en wacht tot ze stijgen. Ook kun je arbitrage plegen door gebruik te maken van de zekerheid dat een mandje met een aandeel in elk land een zekere waarde van €100 heeft.

Bij de vorige editie van deze markt ging het mis: de arbitrage bleef uit, waardoor er een echte bubble ontstond (via). De reden: het geld op deze markt is niet echt, en alleen de top-3 beleggers krijgt een prijsje uitgekeerd. Dat maakt dat het niet de moeite is om kleine arbitrage-klusjes op te knappen, omdat daarmee de top 3 nooit binnen bereik komt. Ook kan je op deze markt niet short gaan, zodat het afstraffen van overwaarderingen lastig is. (Waarom is niet duidelijk, maar volgens mij gaat de helft van de informatie zo verloren.)

Hoe dan ook, dit jaar gaat het beter: ik vermoed dat de organisatie zelf actief handelt om het prijsniveau in toom te houden. Maar omdat alleen de buitensporig goede beleggers iets verdienen en de brokkenpiloten niet echt failliet gaan, blijft de handel een stuk wilder dan op het Damrak. Dat speelde mij een tijd lang in de kaart, maar door het verlies van Ghana en Togo ben ik helaas uit de top 50 (user:thijsco) gekelderd. Maar het kan nog: Hup, Polen!

Topinkomens

De afgelopen week vielen politici weer over elkaar heen om in de meest krasse bewoordingen hun afschuw te laten blijken over topinkomens in de publieke sector. Directe aanleiding was een onderzoek van Intermediair. Het blad zette alle topinkomens op een rijtje. Er zijn nog steeds (semi-)ambtenaren die meer verdienen dan de premier en dat is een schande. De plannen om een maximum aan die inkomens te stellen vliegen dan ook om je oren. Wat vinden economen ervan? Het is een lastig probleem. Zomaar wat overwegingen:

Lees verder “Topinkomens”