Is Bidster een kansspel?

Met enige regelmaat duiken ze op bij de commerciele omroepen. Een ‘veiling’ waarbij iedereen een bedrag mag sms-en, en degene met het laagste unieke bod de prijs wint. Speltheoretisch is het een interessant probleem. Je kunt wel 1 cent bieden, maar als iemand anders het lumineuze idee heeft gekregen om hetzelfde te doen, dan ben je de klos en had je beter twee cent kunnen bieden, tenzij er al iemand is die dat ook doet, etc. Met een paar collega’s heb ik er eens een verloren vrijdagmiddag op zitten rekenen. We kwamen tot de conclusie dat dit spel, onder bepaalde vereenvoudigende aannames, een evenwicht heeft in gemengde strategieen, waarbij geldt dat hoe hoger het bedrag, des te kleiner de kans is dat je dat bedrag gaat spelen.

Nu blijkt er een website te zijn die deze ‘veiling’ ook hanteert: Bidster. Het nieuws van vandaag is dat het ministerie van Justitie van mening is dat hier sprake is van een kansspel, en niet van een veilingsite.

Bidster schrijft op de eigen website dat de veiling geen loterij is. “Bij een laagste bod-veiling kan de deelnemer de loop van de gebeurtenissen beïnvloeden en daarmee ook het uiteindelijke resultaat”. Het ministerie van Justitie ziet dat anders. “De vraag of iets wel of niet een kansspel is, hangt er van af in hoeverre de deelnemers zelf hun lot kunnen beïnvloeden. Dat is hier niet of nauwelijks het geval”, meent een woordvoerder.

Tja. Uiteraard kunnen deelnemers op Bidster zelf hun lot beïnvloeden. Door een idioot hoog bedrag te bieden ben je er bijna zeker van dat je niet wint. Door slim te spelen (inderdaad: door dat evenwicht in gemengde strategieen te volgen) kun je de kans vergroten dat je wint, maar ook dan win je slechts met kleine kans. Maar als iedereen dat doet, dan is de kans dat je wint weer gewoon gelijk aan 1 gedeeld door het aantal deelnemers, en dat klinkt verdraaid veel als een kansspel. Van een veiling is in economische zin zeker geen sprake. Speltheoretici spreken slechts van een veiling als degene die het hoogste bod uitbrengt de veiling wint, en dat is hier duidelijk niet het geval.

[dank aan Pim].

Haainaamveiling

Wij zijn een groot voorstander van veilingen. Dat levert immers aanzienlijk meer op dan iets voor niks weggeven. En, economisch gezien nog belangrijker: het geveilde object komt terecht bij degene die er de hoogste waardering voor heeft.

Hulde dus voor natuurbeschermingsorganisatie Conservation International, die op 20 september bij Christie’s onder meer de naamgevingsrechten van een epaulethaai gaat verkopen aan de hoogste bieder, zo meldt de Volkskrant. Het bieden start op een half miljoen dollar. De eco.nomie.nl-epaulethaai zit er daarom voorlopig nog niet in.

Prutsers

Het ANP meldde dit weekend, op last van onderzoeksstichting FOM:

Natuurkunde is wereldwijd het meest invloedrijke vakgebied van de Nederlandse wetenschap. In internationale vaktijdschriften worden artikelen van in Nederland werkzame fysici 56 procent vaker geciteerd dan gemiddeld.

Leuk natuurlijk voor de natuurkundigen, maar uiteraard wij zijn meer geinteresseerd in hoe de economen het doen. Niet best, zo blijkt als we verder lezen:

Van de 22 geïnventariseerde disciplines eindigden alleen neurowetenschappen en de combinatie economie en bedrijfskunde onder het wereldgemiddelde.

Wat door Nederlandse economen/bedrijfskundigen wordt geschreven, wordt gemiddeld door vakbroeders dus minder geciteerd dan wat door buitenlanders wordt geproduceerd. Met andere woorden: wij produceren teveel nietszeggend geneuzel.

Toch lijkt de conclusie van FOM (let wel: een lobbyclub van fundamenteel natuurkundigen) wat kort door de bocht. Lees verder “Prutsers”

Boeren vs. Bakkers

Intrigerend bericht van het ANP:

De bakkers, supermarkten en meelindustrie maken misbruik van de relatief hoge graanprijs. Ze verhogen de prijs van brood met een onevenredig percentage en als de prijs van graan zakt, zakt de prijs voor een brood nooit mee. Dat vindt de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV).

Inderdaad, asymmetrische prijsaanpassingen, een fenomeen dat overigens voor veel meer sectoren is aangetoond. Maar de boeren suggereren dat het ook op de lange termijn geldt. Dat zou betekenen dat naarmate de graanprijs sneller op en neer beweegt, de broodprijzen hoger zijn. Dat klinkt wat vreemd.

Het bericht roept nog veel meer vragen op. Allereerst: waar maken die boeren zich eigenlijk druk om!? De graanprijs wordt bepaald op de wereldmarkt, dus de hoogte van de broodprijzen zal niet of nauwelijks van invloed zijn op het inkomen van boeren. De boeren zelf denken daar anders over, zo suggereert het persbericht:

Voor ons als akkerbouwers is het moeilijk te verteren dat speculanten, handelaren, supermarkten en bakkers nu misbruik maken van de graanprijsstijging […] Ik noem dat misbruik maken van de hogere graanprijs over de rug van akkerbouwers.

Bovendien: in feite suggereren de boeren dat de bakkers een kartel vormen dat de broodprijs kunstmatig hoog houdt. Maar als bakkers gezamenlijk zo’n monopolieprijs zouden kunnen zetten, dan zouden ze dat altijd doen, en niet pas als de graanprijs stijgt. En als bakkers altijd al een monopolieprijs zetten, lijkt er weinig reden om een graanprijsstijging meer dan evenredig door te berekenen.

Compensatie

Soms is het gewoon knap op welke manier ‘gedupeerden’ argumenten kunnen verzinnen om aanspraak te maken op een schadevergoeding. Neem nu de tankstations. Zij willen compensatie van het ministerie van Verkeer “voor de inkomsten die zij mislopen door de files”:

Mensen die in een file staan proberen de verloren tijd in te halen en maken geen tussenstop bij een pomp, stelt Bovag-bestuurslid Clemens van Hulten dinsdag in De Telegraaf. Daardoor zouden de tankstations maandelijks enkele miljoenen euro’s mislopen. Volgens Van Hulten kan het omzetverlies bij pompen aan drukke snelwegen oplopen tot veertig procent omdat zij minder brandstof en levensmiddelen verkopen.

Ik weet niet hoe het bij u gaat, maar als ik te lang blijf rondrijden, dan is op een gegeven moment mijn tank leeg. Niet gaan tanken om tijd te winnen is dan niet echt een optie. Bovendien: hoe langer je in de file staat, des te minder kilometer je haalt uit een tank, en des te vaker moet je tanken. En dat betekent dat de tankstations meer benzine gaan verkopen. Bovendien: je zou verwachten dat hoe langer mensen in een file staan, des te minder keuze ze hebben in het tankstation dat ze bezoeken. Dat betekent meer marktmacht voor de stations, en dus hogere prijzen. Het lijkt me daarom de hoogste tijd dat de tankstations een vergoeding gaan betalen aan het ministerie van Verkeer vanwege de extra inkomsten die zij door de files genereren.

SMS-rente

De Volkskrant meldt dat het Finse bedrijf Ferratum sinds kort via sms of internet leningen aanbiedt van maximaal 300 euro met een looptijd van vijftien dagen. Voor een lening van 300 euro zijn de ‘bemiddelingskosten’ 75 euro.

Het Nibud heeft uitgerekend dat dit neerkomt op 600 procent rente op jaarbasis. ‘De behandelingskosten zijn immers 25 procent van de hoofdsom, gedurende een looptijd van vijftien dagen’.

Het Nibud onderdrijft schromelijk. 365 delen door 15, dat keer 25, dan kom je inderdaad uit op 600 procent. Maar om tot een rente op jaarbasis te komen, lijkt het voor de hand te liggen om uit te gaan van samengestelde interest. En dan komt 25% in 15 dagen neer op ruim 22000% op jaarbasis. Kassa.

(Naschrift: Ach, het moest een keer gebeuren. Inderdaad, Thijs en ik bleken gisteravond ongeveer gelijktijdig een post te produceren over hetzelfde onderwerp. Het gebeurde eigenlijk ook al bij deze aankondiging, maar toen trok Thijs ruimhartig zijn bijdrage terug. Omdat het nooit kwaad kan dingen op twee manieren uit te leggen, laten we ze nu toch maar allebei staan. En gezien het enorme belang van het onderwerp natuurlijk).

Parkeertarieven

Ze lijken er nog te komen ook, die hogere parkeertarieven voor vervuilende auto’s (zie ook een eerdere post). Economisch gezien is het niet echt slim, zo’n belasting. Immers: het milieu wordt verpest door de uitstoot van CO2, niet door het parkeren van vervuilende auto’s. Het is daarom logischer om de uitstoot van CO2 extra te belasten, niet het parkeren van vervuilende auto’s.

In het algemeen geldt overigens wel dat hogere parkeertarieven goed zijn voor het milieu, zoals de Economist vandaag terecht opmerkt. Wie bijvoorbeeld wel eens geprobeerd heeft om in het centrum van Amsterdam zijn auto te parkeren, die weet dat het vinden van een plekje niet meevalt. De parkeertarieven zijn dus nog steeds te laag: de vraag is blijkbaar groter dan het aanbod. Uiteindelijk zullen de tarieven zo hoog moeten worden dat het vinden van een parkeerplaats een fluitje van een cent is. Dat betekent minder doelloos rondrijden op zoek naar een plek, en dus minder uitstoot en minder opstoppingen. Uiteraard moeten die hogere tarieven dan wel gelden voor alle auto’s.

AC/DC

Soms krijg je wel eens de indruk dat er teveel geld naar experimenteel economen gaat. Neem bijvoorbeeld deze bijdrage aan de wetenschap, waarin wordt ingegaan op de aloude vraag of Bon Scott of Brian Johnson de betere zanger van AC/DC is. Nu wordt deze vraag niet direct beantwoord, maar wel welke zanger leidt tot efficientere resultaten. Pardon!? Echt waar, lees maar mee:

[U]sing tools from the field of experimental economics, we consider which vocalist results in individuals arriving at more efficient outcomes in a simple bargaining game. Our results suggest that having participants listen to songs by AC/DC in which Brian Johnson served as vocalist results in participants realizing more efficient outcomes.

De beleidsimplicatie is dan ook evident:

when policy makers are engaging in negotiations (or setting up environments in which other parties will negotiate) and are interested in playing the music of AC/DC, they should choose from the band ’s Brian Johnson era discography.

[via]

Inbraakbeveiligingsbelastingkorting

CDA en PvdA willen dat winkeliers die hun zaak beveiligen tegen overvallen, daarvoor worden beloond met een belastingkorting, zo meldde het AD gisteren. Onduidelijk is waarom ze dat willen.

Economisch gezien is het subsidieren van een activiteit verdedigbaar als de maatschappelijke baten groter zijn dan de private baten. Voorbeeld: wie zijn huis isoleert, krijgt daarvoor subsidie. Verdedigbaar, want isolatie leidt niet alleen tot een lagere energierekening van de isoleerder, maar ook tot minder vervuiling en daar heeft de buurman ook weer baat bij. Aangezien de individuele huizenbezitter het voordeel van de buurman niet meeneemt in zijn afweging om al dan niet te isoleren, is een subsidie dus te rechtvaardigen. Private baten komen dan meer in overeenstemming met maatschappelijke baten.

Maar een winkelier die zijn winkel beveiligt? Dat lijkt toch vooral een zaak van de winkelier zelf, eventueel in overleg met zijn verzekeraar. Sterker nog: wanneer een winkelier zijn winkel beveiligt, zal de potentiele inbreker wellicht een deurtje verder gaan. En dat is juist een nadeel voor de buurman. Economisch gezien lijkt het dus nog eerder te rechtvaardigen om een extra belasting te heffen op inbraakbeveiliging, vanwege de negatieve externe effecten op de omliggende winkeliers. Of zou ik nu te ver gaan?