Binnenstadklonen

Probeer eens het volgende voor een beeld van ons land eind 2006: Kijk goed rond in je eigen binnenstad, stap op de trein, reis naar het volgende intercitystation en kijk opnieuw. Vaak is het een kwestie van zoek de 10 verschillen: tussen dezelfde HEMA, Bakker Bart, Etos en Blokker als thuis staat misschien nog een lokale snackbar, maar dat is het dan wel.

Is dat erg? Sommige mensen vinden van wel: al reizend door Nederland is er nooit iets nieuws te zien, allemaal dezelfde grauwe middenmaat. Maar dit artikel over hetzelfde fenomeen in de VS bevat een aardige gedachte: hoe vervelend ook voor mensen die veel reizen, voor mensen die nooit de stad verlaten zijn winkelketens geweldig! Je kunt de keten namelijk ook zien als een manier om winkelconcepten die goed werken (en waar consumenten dus tevreden over zijn) snel landelijk door te voeren. Want stel je voor dat de HEMA alleen in Amsterdam zat en Bakker Bart alleen in Nijmegen. Slechts een kleine groep mensen zou kunnen profiteren van datgene dat duizenden klanten nu naar die winkels drijft.

Het artikel over de VS lezend vraag ik me af hoe we er in Europa aan toe zijn. Zijn Europeanen zo verschillend dat we inderdaad verschillende typen winkels willen? Of is het wachten tot de Franse hypermarche hier zijn intrede doet? Het enige succesvolle pan-Europese concept dat ik zo kan bedenken is de Ierse pub, die in werkelijk elk gat te vinden is.

Vegapolis

Het is weer tijd voor de stoelendans rondom ziektekostenverzekeringen (zie ook vorig jaar). Een nieuwtje was dit jaar de polis voor groepen bewuste consumenten, zoals vegetariërs en niet-rokers. Door hun geringere beroep op de verzekering kon de premie voor die groep omlaag. Nee, zei de toezichthouder al snel, dat mag niet, want alles wat riekt naar risicoselectie is wettelijk verboden.

Niet overal ter wereld zijn ze zo streng: rokende medewerkers van KLM-partner NorthWest betalen bijvoorbeeld meer voor hun ziektekostenverzekering, die in de VS via de werkgever loopt. Waarom zit de Nederlandse toezichthouder er zo bovenop? Omdat bij wet is vastgelegd dat er geen verschillende premie mag worden geheven voor mensen met verschillende gezondheidskenmerken. In het politieke debat sprak men destijds nogal beeldend over mensen met een vlekje. En dus bieden de vega-polis en de nietrokers-polis nu uitsluitend “interessante kortingen” en geen lagere premie.

Achter de wet ligt de grote vrees dat gezonde mensen zich af zullen zonderen in aparte verzekeringspools en minder gezonde mensen hun eigen, hoge, ziektekosten moeten dragen. Dat is niet solidair (zie ook de weerzin tegen de no-claim) en dus verboden. Maar hoe zit het als de gezondheid veroorzaakt wordt door zelfgekozen gedrag, zoals roken of het eten van vlees? Waarom moeten de kosten (of opbrengsten, voor de vroeg stervende rokers) ook in dat geval gedeeld worden? Dat is geen kwestie van solidariteit, en stimuleert in sommige gevallen slecht gedrag.

Het lijkt erop dat de zorgautoriteit vooral bang is voor een glijdende schaal en daarom alle vormen van selectie verbiedt. Dat kan relevant zijn als bepaalde vormen van gedrag minder vrijwillig zijn dan ze lijken: misschien kan de ene mens makkelijker zonder vlees en sigaret dan de andere. Het probleem is dat de overheid daar op andere momenten, zoals bij accijnsheffing en de wet op rookvrije arbeidsplaatsen, niet zo over denkt.

Transitiviteit

Ik eet liever kaas dan worst en liever biefstuk dan kaas. Het ligt voor de hand dat ik dan ook liever biefstuk eet dan worst: is dat niet zo, dan zijn mijn voorkeuren niet transitief. En hoewel sommige mensen er inderdaad uren over doen om een keuze uit het menu te maken, is transitiviteit van voorkeuren een veelgebruikte economische aanname.

Ik sta dan ook nog steeds een beetje te kijken van deze drie niet-transitieve dobbelstenen. Toegegeven, als je met waarschijnlijkheid werkt is er veel mogelijk en niet alles even intuïtief, maar toch: groen verslaat rood, rood verslaat blauw, blauw verslaat groen. Eigenlijk kan het niet. [via]

(Het is verleidelijk, maar niet ter zake om nu te beginnen over schaar, papier, steen.)

Correlatie en oorzaak

Steve Dubner, een van de auteurs van Freakonomics, is enthousiast over de nieuwe service Swivel. Op die site kunnen gebruikers data uploaden, waarna anderen het ook kunnen bekijken, er grafieken van gemaakt worden en, en daar gaat het om, er automatisch gecorreleerd wordt met andere data.

Op die manier kun je, zo is de gedachte, interessante patronen ontdekken. Zoals deze: als de temperatuur heel hoog of heel laag is, gaat het energieverbruik omhoog. Maar dan natuurlijk iets onverwachts.

Aan de ene kant opent dit de deur voor de amateur-analyticus, zoals Google Earth dat deed voor de amateur-archeoloog. Dat lijkt inderdaad goed nieuws. Aan de andere kant kun je zo weinig afleiden uit correlatie, het gegeven dat twee grootheden met elkaar meebewegen. Als eerstejaars student kreeg ik, om dat duidelijk te maken, grafieken te zien van het Nederlands geboortecijfer over de jaren en van het jaarlijks aantal geobserveerde ooievaars. Perfecte correlatie: beiden gingen sinds 1950 strak naar beneden. Het probleem zat ‘m in de interpretatie.

Diksap

Het is natuurlijk vreselijk, die flessen siroop waar mogelijk glassplinters in terecht zijn gekomen. Maar de website met de teruggeroepen producten (mirror) biedt wel een unieke blik in de wereld van het huismerk. Kijk toch eens onder welke namen dezelfde flessen oplossiroop allemaal verkocht worden: ik tel er 23, en als de glasscherven enige indicatie zijn komen ze allemaal uit dezelfde ketel.

Het is een ongebruikelijk kijkje achter de schermen bij de grote poppenkast van de voedselmarketing, waar Tim Harford onlangs nog een column aan wijdde. Vrijwel altijd gaat achter een woud van merken en varianten slechts een klein aantal producten schuil. De marketing is bedoeld om ervoor te zorgen dat klanten die meer willen betalen niet per ongeluk de goedkope versie aanschaffen.

Is de consument hiermee gediend? Wellicht, als de aanschaf van een duurder product leidt tot een groter gevoel van tevredenheid. Maar één conclusie kunnen we wel trekken: blijf nooit bij een supermarkt vanwege het uitstekende huismerk.

Geld-erland

De Lotto keert, op basis van een willekeurige trekking, geldbedragen uit. Waar vallen de meeste prijzen?

Zuid-Holland staat op nummer één als het gaat om het aantal winnaars van minstens een miljoen. De afgelopen drie jaar kregen dertien bewoners van die provincie een bedrag met zes nullen op hun rekening bijgeschreven. Noord-Holland staat op nummer twee met negen miljonairs in dezelfde periode, Gelderland op nummer drie met acht miljonairs. (de Volkskrant)

Niet verrassend, natuurlijk, want Zuid Holland is ook de provincie met de meeste inwoners. Als daarvoor corrigeert zie je pas wie er echt geluk heeft. In Zuid-Holland heeft één op de 200,506 inwoners de afgelopen drie jaar een miljoen in de Lotto gewonnen; in Noord-Holland is dat één op de 130,143, en in Gelderland één op de 46,443. De kans om in het Gelderse via de Lotto miljonair te worden is dus 4,3 keer zo groot als in Zuid-Holland. Of Gelderlanders spelen vaker mee, natuurlijk.

Road pricing

Soms moet je het nieuws over je eigen snelweg lezen in een lokale krant die verschijnt aan de andere kant van het volgende continent. Pak de Seattle Times er even bij:

Not everyone is moving as cautiously as Washington. In the Netherlands, Dutch government officials plan to impose systemwide tolls by 2012. They’re interested in the Traffic Choices results, Kitchen said. [via]

Het artikel betreft een experiment met rekeningrijden in het noordwesten van de VS, en de opzet is interessant: 275 auto’s werden uitgerust met een kastje waarop zo’n $1,000 tegoed stond. Per kilometer ging het tegoed omlaag, en wat aan het eind van de maand over was werd uitbetaald. Resultaat: tussen de 4 en 11 procent minder kilometers. Dat scheelt een hoop files.

Maar belangrijker is de psychologische aanpak van de Amerikanen: niet betalen om te mogen rijden, maar geld ontvangen om niet te rijden. Voor de econoom hetzelfde, voor de automobilist kennelijk niet. Misschien dat we het hier ook eens zo moeten presenteren. De voorspelling hierboven kan nog uitkomen.

Politieke aandelenmarkt stelt teleur

Deze verkiezingen werd de stemming onder de bevolking gevolgd door de Politieke Aandelenmarkt van de Volkskrant. We schreven er eerder over, onder meer over een ontwerpfout: door uitsluitend in hele centen te werken kon de markt niet voorspellen dat een partij niet in de kamer zou komen.

Hoe is het afgelopen met de markt? Drie observaties:

  1. “Om speltechnische redenen” was voor alle partijen een maximumkoers vastgesteld. Voor de SP stond die op 15 cent. De SP haalde (afgerond) 17% van de stemmen, waardoor handelaren die short stonden er goedkoop vanaf komen. De voorspelling voor de SP is uiteraard te laag. Idem voor Wilders’ partij, een maximum van 5%, een resultaat van 6%.
  2. Anders dan ik verwachtte stopte de handel niet om 21:00, het moment dat de stembussen sloten en de eerste exit-poll bekend werd. Op dat moment werd er zeer driftig gehandeld, waardoor het systeem down ging. Mooie screenshots van falende markten na de klik.
  3. De voorspelling van de markt was voor elke partij slechter dan de laatste peiling voor de verkiezingsdag. Mogelijk door de ontwerpfouten (hele centen, te lage maxima). Voor de volgende keer is er een hoop te verbeteren.

Toch is de markt niet helemaal mislukt. Het grote voordeel van het spel blijft dat er real time gereageerd wordt op informatie: zo snel er nieuws is verspringen de koersen. Ook al zit de voorspelling er uiteindelijk naast, dat aspect blijft waardevol.

Lees verder “Politieke aandelenmarkt stelt teleur”

Stemmen

Verkiezingen vandaag. Er is een groot aantal economen dat zich bezighoudt met politiek, als onderzoeksonderwerp of direct, als politicus. De verschillende meningen over democratie worden goed weergegeven door onderstaande uitwisseling op de NAKE mailinglist van de afgelopen dagen.

As every vote counts… I am on the ballot this election on position 7 for D66. Mark.

Dear Mark, as a real economist, you should know that rational individuals should never vote as long as voting is costly because the probability that your vote is going to change the outcome of the election is negligible. Jan.

Dear Jan, economist or not, I think we all should keep our faith in democracy: after all, it does better than the alternative. Lucio.

En zo is het: voor een individu lijken de kosten van het stemmen niet op te wegen tegen de verwachte baten, als je die ziet in de mogelijkheid om de doorslaggevende stem uit te brengen. Vooral in ons kiesstelsel is die kans klein; in een districtensysteem ligt hij, door mogelijke hefboomwerkingen, iets hoger. Maar onderzoek toont aan dat er nóg een baat is: het idee de macht te beïnvloeden heeft een direct, positief, effect op het levensgeluk van mensen. En inderdaad, democratie als institutie bevordert de efficiënte werking van de economie doordat bestuurders zich moeten verantwoorden.

Mark Sanders is een goede econoom, maar zeker niet de enige die vandaag verkiesbaar is. Uit mijn hoofd noem ik nog Paul Tang (PvdA) en Elbert Dijkgraaf (SGP). Objectief ben ik zeker niet, maar volgens mij kunnen er niet genoeg economen in het parlement zitten. Zoals uit bovenstaande affiliaties al blijkt is er voldoende verschil van mening over politieke kwesties, maar het voordeel van academisch economen is dat ze dezelfde taal spreken en over het algemeen bereid zijn te luisteren naar elkaars argumenten. Daar kan menig politicus iets van leren.