Het hebben van een parkeerplaats

Maar nu even iets anders. Tijdens de zomervakantie zat ik in de bus naast een vriendelijke Israëlische dame die mij vertelde van het parkeerprobleem van Tel Aviv. In haar woonwijk zijn plekken voor de auto zo schaars dat bijna niemand zijn auto meer gebruikt. Want wie wegrijdt van zijn plek vindt er nooit weer een terug.

Natuurlijk denken economen maar aan een ding, maar toen ik deze mevrouw vroeg of de prijs voor een parkeerplek dan niet te laag was, was ze het niet met mij eens. De plekken moesten gewoon aan bewoners toegewezen worden, want als ze voor het parkeren moest betalen kon ze niet meer op vakantie.

Tja, dat kan natuurlijk ook. Maar dan staan die plekken weer (inefficiënt) leeg te wezen als mevrouw de stad in is. Hoe dan ook, feit is dat schaarse goederen waarvoor de prijs te laag is tóch verdeeld moeten worden en dat zoiets vaak op een slechte manier gebeurt (zie boven maar ook hier en hier). Zou het niet aardig zijn eens te kijken op wat voor manieren dat allemaal gebeurt? Daar is vast onderzoek naar gedaan. Heeft iemand een referentie?

Taxi!

We kunnen er niet onderuit, met de taxichauffeurs weer volop in het nieuws en een herziene aanpak van de minister moeten we het maar weer eens hebben over de taximarkt. Een overzicht van onze eerdere stukken staat hier.

Op het eerste gezicht lijkt de situatie met de taxi’s een typische uitwas van de vrije markt, waar onschuldige burgers de dupe worden van harteloze, op winst jagende ondernemers. Maar van marktwerking is helemaal geen sprake. Zo zitten de chauffeurs vast aan een slecht tariefsysteem waardoor korte ritten en ritten door een file te weinig opbrengen. Het is niet zo gek dat die ritten geweigerd worden (zie hier en hier). Het is een verbetering dat dat tariefsysteem nu overboord gaat.

Essentieel bij marktwerking is verder de vrije keuze van de consument. Die is er bij de “opstapmarkt” kennelijk ook niet; wie zelf wil kiezen uit de taxi’s kan een klap krijgen. De vraag is of het opstellen in slagorde in plaats van in een rij daar veel aan verhelpt. De staatssecretaris zoekt het nu in het verenigen van taxi’s in groepen [pdf] zodat de consument uit minder alternatieven hoeft te kiezen. Voor economen is dat een heel merkwaardig idee: het ideaal van volledige mededinging wordt verplicht vervangen door een oligopolie zodat de klant een beter overzicht heeft van de reputatie van de taxichauffeur. Men hoopt in Den Haag bovendien dat binnen die groepen een beetje wordt gelet op de malafide leden.

Veel slechter dan nu kan eigenlijk niet maar dit plan, met voorzienbaar hogere prijzen, is toch weinig ambitieus. Men legt zich feitelijk neer bij het informatieprobleem dat de klant heeft bij de keuze van een aanbieder, in een tijd dat de ontwikkelingen op informatiegebied razendsnel gaan. Om maar eens wat te noemen: vrijwel iedereen heeft een mobieltje op zak waarmee je de reputaties van, zeg, alle vakantieoorden of restaurants op elk moment kan checken. Waarom dan vasthouden aan die standplaatsen met vijandige groepen chauffeurs? Het kan toch niet moeilijk zijn om met mijn telefoon de dichtstbijzijnde taxi met een goede reputatie uit te nodigen voor een offerte? Of heb ik teveel vertrouwen in mijn mobieltje?

Heb vertrouwen

We zijn inmiddels dus zover dat de Tweede Kamer een minister ontbiedt om te controleren of autoverkopers de sloopsubsidie van de overheid wel helemaal doorgeven aan hun klanten. Kan het nog lang duren voordat de kamer zelf de autoverkoop maar ter hand neemt omdat de private partijen er niks van bakken?

Beste parlementariërs, heb vertrouwen. Ik weet dat uw geloof in marktwerking is geschaad maar dit zal echt nog wel goed komen. Zolang de consument goed oplet en de handelaren geen kartel vormen wordt de subsidie, naar rato van vraag- en aanbodelasticiteit, netjes verdeeld onder de partijen. Dat de klant niet alles krijgt is een gevolg van de oplopende aanbodcurve en geen nationaal schandaal.

Vrije markt?

Wij zijn dol op markten. Al die initiatieven op het internet waar vrager en bieder op efficiënte wijze aan elkaar worden gekoppeld, we zijn er dol op. Neem nu een website als werkspot.nl, de “marktplaats voor klussen”. Iedereen die een klus heeft kan die op de website zetten, en iedereen die zo’n klus kan uitvoeren, kan zich vervolgens aanbieden. De opdrachtgever beslist met wie hij of zij in zee gaat. Ideaal, zou je zeggen. Transparant. Degene die de klus het goedkoopst kan uitvoeren, zal over het algemeen de opdracht krijgen en dat is efficiënt.

Niet dus. Het feit dat het hier de bouwwereld betreft, een sector die niet bepaald bekend staat om zijn vrije marktwerking, doet al vermoeden dat er wellicht iets niet in de haak is. En inderdaad. Vorige week meldde het NRC (helaas niet online):

[D]e site, die samenwerkt met brancheverenigingen in de bouw, manipuleert die laagste prijs, is inmiddels de klacht van een aantal aanbieders. De beheerder weert zonder opgaaf van reden biedingen die te laag zouden zijn. Om beunhazen buiten de deur te houden, is het verweer van de site. Om de prijs kunstmatig hoog te houden, zeggen inschrijvers op klussen die geweerd werden omdat ze te goedkoop zouden zijn.

Wie lager dan 25 euro per uur biedt, wordt geweigerd, volgens een gedupeerde aanbieder. Wie op de site bijvoorbeeld kijkt bij Klussen Algemeen en sorteert op prijs, ziet inderdaad een onwaarschijnlijk hoog aantal aanbiedingen van precies 25 euro. De NMa heeft inmiddels een onderzoek ingesteld.

Merkwaardig genoeg is het NRC-stuk niet terug te vinden onder het kopje “Recent in de Media” op de website.

De koopzondagen (2)

In de discussie over koopzondagen wordt af en toe het volgende argument gebruikt:

de grotere supermarkten kunnen zich dit soort investeringen (in extra personele inzet bijvoorbeeld) permitteren. Extra openstelling op zondag voor supermarkten […] werkt dus ook concurrentievervalsend ten opzichte van de kleine buurtsupers. En daar zijn we nu juist zo zuinig op.

Een stukje uit het betoog van een Apeldoorns raadslid voor verplichte sluiting op zondag. Het lijkt (alweer) op de verhalen die je hoort als het over het Europees landbouwbeleid gaat. We moeten zuinig zijn op de boeren vanwege hun rol als landschapsbeheerder, en daarom moet de melk subsidie krijgen.

Ook hier klopt de redenering niet. Misschien moeten we inderdaad zuinig zijn op buurtsupers, die vaak belangrijk zijn voor bijvoorbeeld bejaarden met een kleine actieradius. Maar het instrument is verkeerd: is de functie in de buurt belangrijk, dan moet de buurtsuper betaald worden voor die functie, bijvoorbeeld met een subsidie op het open zijn. Dat kost geld, maar een verplichte sluiting op zondag is ook niet gratis. Gewenste (en belastbare) activiteiten worden daardoor voorkomen, wat welvaartsverlies oplevert voor klant en winkelier. De ervaring leert dat het verstoren van de markt altijd duurder uitpakt dan direct betalen voor hetgeen je wilt.

[meer]

Prijseffecten van benzineveilingen

Sinds 2002 worden elk jaar de huurrechten geveild van een aantal benzinestations langs de snelweg. Het idee was dat er op die manier meer concurrentie zou komen, en dus lagere prijzen. De grote maatschappijen hadden bovendien een reductieverplichting: zij moesten voor 2006 een aantal van hun stations langs de snelweg afstoten.

Vandaag verschijnt in economenvakblad ESB een onderzoek naar de prijseffecten van die veilingen, van de hand van onder meer ondergetekende. De conclusie?

De veiling van pompstations langs de snelweg als zodanig heeft dus geen effect op concurrentie. Pas wanneer deze gepaard gaat met een reductieverplichting, is een prijseffect [van zo’n 2%] waarneembaar. In de toekomst kan meer concurrentie worden bewerkstelligd door een nieuwe reductieverplichting, niet door de veilingen in hun huidige vorm.

Wie (werkt bij een instituut dat) een abonnement heeft, haalt hier een pdf-je. De echte liefhebber leest hier [pdf] het volledige onderzoek.

Nierwaarde

De Volkskrant meldt vorige week

Een man in New York eist 1,5 miljoen dollar (1,1 miljoen euro) van zijn ex-vrouw omdat zij tijdens hun huwelijk een nier van hem kreeg. Betaalt ze niet, dan wil hij zijn nier terug. Dat melden Amerikaanse media. De 49-jarige arts stond in 2001 zijn nier af aan zijn zieke vrouw. Vier jaar later besloot zij bij hem weg te gaan. Hij eist 1,5 miljoen dollar omdat dit de marktwaarde van een nier zou zijn.

Wat een afzetter. Man in kwestie is duidelijk geen vaste lezer, anders had hij geweten dat zo’n nier toch zeker niet meer dan 10.000 euro hoeft te kosten.

Een voorbeeldige markt

Er wordt wat afgestolen en bedrogen in Nederland. De laatste jaren gebeurt dat meer en meer via internet, schrijft de Volkskrant. In dat artikel wordt gedaan alsof list en bedrog endemisch zijn aan het internet, maar al eerder schreven we hier dat het misschien ook een kwestie is van de verkeerde instituties. Maar de bron van alle kwaad is natuurlijk de heterogeniteit van producten. Wie ongezien een gebreide trui of een gebruikte radio koopt kan nou eenmaal op vele manieren bedrogen worden.

Hoe anders is het bij de handel in gestandaardiseerde producten. Mijn favoriete voorbeeld (en veelgebruikte hulp) is de website tweakers.net, die een pricewatch bijhoudt van computers en -onderdelen. De econoom haalt zijn hart op: voor de meeste producten is er vrijwel volledige mededinging. De artikelen zijn natuurlijk overal hetzelfde, maar bijgeleverde diensten zoals service, garantie en snelheid zijn dat niet. Daarom is er een rating-systeem met uitgebreide ervaringen van klanten. Van elk product bestaat een lijst met aanbieders, hun prijs en rating en een historie van de laagste en gemiddelde prijs (voorbeeld). Het is de wachten op de eerste Nederlandse econoom die met deze data een baanbrekend empirisch onderzoek doet.

Waarom gaat dit zo goed? Een gedeelte van het antwoord moet zijn dat techneuten, voor wie deze informatie bedoeld is,  mensen zijn die snel van zo’n on-line service gebruik maken. Dat biedt weer een mooie niche advertentiemarkt, die de site zo te zien in de lucht kan houden. Ook zijn de taal en de wensen binnen deze doelgroep homogeen, zodat de beschreven ervaringen van de één inderdaad nuttig zijn voor de ander. Vergelijk dat maar eens met een algemene variant als kieskeurig of vergelijk.

Pareto en zorg (2)

(Dit is een vervolg op deel 1)

Een ander voorbeeld. Stel, er staat een rij bij de kassa van uw lokale supermarkt. Er zijn tien wachtenden. De supermarkt is bereid een extra kassa te openen, mits daarvoor wordt betaald. Nummer 6 in de rij is bereid die betaling te doen, en wordt dus meteen geholpen bij de nieuwe kassa. Da’s een duidelijke Pareto-verbetering. Meneer 6 is beter af, anders betaalde hij niet. Voor wachtenden 1 tot en met 5 verandert er niets. Nummers 7 tot en met 10 schuiven zomaar gratis en voor niets een plaatsje naar voren en zijn blij. Niemand kan daar tegen zijn, zou je zeggen.

Maar helaas. Als die rij niet voor een kassa staat maar voor een medisch specialist, dan zien mensen dat plots heel anders. Dan heet het voorkruipzorg en vindt minister Klink dat het niet moet mogen. Toch jammer (zie ook hier).