Pareto en zorg (1)

Pareto-verbeteringen zijn de natte droom van elke econoom. Bij zo’n verbetering gaat niemand er op achteruit, terwijl er wel mensen op vooruit gaan. Wat wil een mens nog meer. In de praktijk is zoiets natuurlijk lastig te verwezenlijken. Inkomensherverdeling bijvoorbeeld, da’s duidelijk geen Pareto-verbetering. Als de kans op zo’n verbetering zich dan toch voordoet, grijpt iedereen die natuurlijk met beide handen aan. Zou je denken.

Gisteren maakten een aantal grote zorgverzekeraars bekend dat ze orgaandonoren een korting gaan geven op hun zorgpolis. Briljant plan, lijkt me. Verzekeraars gaan er op vooruit, anders boden ze het niet aan, verzekerden gaan er op vooruit, anders doen ze gewoon niet mee, en mensen die organen nodig hebben worden er al helemaal beter van. Letterlijk. Een win-win-win situatie dus eigenlijk.

Maar helaas. De kamer vindt het maar niks, zo’n Pareto-verbetering.

Het zou niet om een financiële prikkel moeten gaan, maar om bezorgheid met de medemens.

zegt CDA-er Ormel. Aandoenlijk altijd, mensen die in zo’n droomwereld leven. Ook zorgverzekeraar CZ heeft aangekondigd niet mee te doen.  Uit principe. Dat er in Nederland mensen dood gaan wegens een gebrek aan donororganen, dat schijnt voor CZ geen enkel punt te zijn, principieel gezien.

We schreven al veel vaker over orgaandonatie: u kunt  hier beginnen en dan verder klikken. Overigens gaat Singapore het nu mogelijk maken om donoren te betalen.

Depressie

Het blijkt dat Margriet Brandsma er bij het NOS journaal in juli al een zomercolumn aan gewijd heeft, maar leuk blijft het. Bij de Meteorologische Dienst van de Vrije Universiteit te Berlijn kun je, uiteraard tegen betaling, je naam verbinden aan een hoge- dan wel lagedrukgebied. De eerste kost 299 euro, de tweede slechts 199. Hogedrukgebieden duren namelijk langer en zijn dus ook langer in het nieuws.

De vrije markt is een waanidee

Het staat er echt, een waanidee. De titel van een stuk van Abram de Swaan op MeJudice. Een versie in de NRC heette Hoe wetenschap plots een meninkje werd. Je hoort het meer, deze dagen, dat de financiële crisis voor eens en altijd laat zien dat economen gek zijn, dat de vrije markt leidt tot chaos en ellende, dat nu de tijd is voor een krachtige beteugeling door de staat. Socioloog de Swaan is niet bang om op een economenforum en in een rede uitgesproken bij de centrale bank van leer te trekken.

Of wel? Er wordt wat gelachen met voorzichtig uitgekozen slachtoffers:

Vanmorgen hoorde ik op de radio zo’n koorknaapje — het deed iets met effecten op de beurs — wat nakwaken. Hij had nog niet gemerkt dat de voorzangers er al een ander missaal bij hadden gepakt: “In de markt”, zo sprak de knaap, “komt alle kennis van de wereld samen en niemand, geen mens op aarde, kan het beter weten dan de markt, die dus onfeilbaar is… De markt heeft altijd gelijk… Althans in beginsel, althans op termijn…”

Juist. Deze handelaar kan zich uiteraard niet verdedigen, maar wat hij zegt is volgens mij niet zo gek. Wordt er in de rest van het artikel met deze principes de vloer aangeveegd? En, ook niet onbelangrijk, wat is het alternatief? Het is niet makkelijk om uit de tekst een analyse en een conclusie te halen, maar volgens mij komen de inzichten samen in de volgende zin:

[D]e markt kan niet functioneren zonder staatswaarborgen en zonder een minimale moraal.

De staatswaarborgen betreffen, zo lijkt het, het garanderen van eigendomsrechten en de bescherming tegen diefstal. De minimale moraal is het vertrouwen dat nodig is, vertrouwen dat onvoorziene wendingen die niet in contracten staan tot tevredenheid zullen worden geregeld. Nou nou. Volgens mij is er geen econoom te vinden die dit zal ontkennen. Volgens De Swaan wel.

Het merendeel van de hoogleraren in de economie is in enkele maanden tijds geheel van inzicht veranderd. Sommigen zijn zelfs helemaal vergeten wat ze vorig jaar nog verkondigden.

Pardon? Namen en rugnummers graag. Zonder eigendomsrechten geen efficiëntie, vraag het aan Coase of Buchanan. Sociaal kapitaal is een gerespecteerd begrip. Er zijn randvoorwaarden aan een vrije markt, uiteraard. Er zijn ook randvoorwaarden aan het huwelijk. Maar is het daarmee een waanidee?

Lees het stuk en verwonder je over de smalheid van het argument. En over wat de arme Alan Greenspan allemaal in de schoenen geschoven krijgt. De Swaan valt met veel vertoon een stroman aan en slaagt er niet helemaal in om die neer te sabelen. Met de vrije markt is het zo erg nog niet gesteld.

Markten

In tijden van crisis heeft men vaak de neiging tot overreactie. Zo is het tegenwoordig bon ton om te beweren dat al die marktwerking maar niets is, dat Nederland is doorgeschoten naar het Angelsaksische model en dat we toch vooral weer terug moeten naar het Rijnlandse model. Zie bijvoorbeeld de plannen die de SP gisteren lanceerde.

Marktwerking kan helemaal niets meer goed doen, zo lijkt het. Daarom, bij wijze van opfrisser: wat is er ook al weer gebeurd met de werkloosheid sinds we die vermaledijde marktwerking aan het eind van de jaren ’80, begin jaren ’90 steeds verder invoerden? Oh ja:

werkloosheid

[Bron: CBS; werkloosheid (gemiddeld per jaar) gedeeld door beroepsbevolking.]

Winkeltjes als beschermd stadsgezicht

De SP roept op tot een maximale huurverhoging voor “kleine winkeliers en authentieke zaakjes” om te voorkomen dat zij als de wijk wordt opgeknapt, de tent moeten sluiten. Het idee is dat deze zaken een functie hebben buiten het aan de man brengen goederen en diensten. De vriendelijke glimlach van de winkelier, het authentieke voorkomen van de zaak, het zijn externe effecten waar de wijk baat bij heeft maar waar de winkelier geen geld voor krijgt.

Het idee doet denken aan de (iets grotere) problematiek van de Europese boeren. We zien graag een koe in de wei en een boerenknecht die langzaam met een praam door de vaarten dregt. Maar voor die diensten krijgt de boer niets, en dus verdwijnt de praam en verrijzen grote stallen in het landschap. Wat hieraan te doen?

Het antwoord ligt natuurlijk bij Coase. Bij externe effecten is het efficiënt om een contract te sluiten tussen de betrokken partijen waarbij iedereen krijgt wat hij/zij wil. Dat kan alleen als de eigendomsrechten goed vastliggen.

Voor beide problemen is dat hier het geval. De landschapsconsument ziet zich vertegenwoordigd door de staat, die boeren betaalt om aan landschapsbeheer te doen. Een directe betaling voor een dienst, dat is efficiënter dan het beïnvloeden van bijvoorbeeld de melkprijs zoals Europa jarenlang deed. En ook voor wat betreft de winkeliers kan het best nuttig zijn om de externe effecten contractueel te compenseren door te betalen voor het drijven van een authentieke winkel. Maar om dat te doen door in te grijpen in de huurprijs, dat lijkt een slecht idee. Daarmee wordt namelijk de verhuurder gedupeerd, en die is geen partij bij de externe effecten. Dat heeft weer gevolgen voor de bouw van nieuwe panden en de kansen van toekomstige kleine winkels. Want wie verhuurt nog aan een kleine winkelier als daarmee de toekomstige huur gemaximeerd wordt?

Het is een voorbeeld van zichtbare en onzichtbare kosten: een directe subsidie voor authenticiteit kost geld en het bevriezen van de huur niet, zo lijkt het. Maar wie verder nadenkt ziet dat het verstoren van de markt uiteindelijk tot meer verlies leidt dan een directe betaling. Oude koek, lees het na in Bastiat*. Meer Coase in de praktijk hier.

[*] De link naar Bastiat in deze post werkt niet meer. Alternatieven: Gutenberg, Archive.org. (Dank aan Enno.)

Hoera voor de verpleegsters

RTL Nieuws heeft het volgende ontdekt:

Duizenden verpleegkundigen blijken ontslag te hebben genomen om zich vervolgens via een extern bedrijf of hun eigen zaak te laten inhuren. […] “Het vaste personeel raakt steeds meer gefrustreerd, omdat ze te maken hebben met een hoge werkdruk […] en een te laag salaris”.

Gevolg: hoge kosten voor de ziekenhuizen. Vervelend natuurlijk. Maar een belangrijker gevolg, op de lange termijn, is dat het plotseling verdraaid interessant is om verpleegkundige te worden. Eigen bedrijfje, leaseauto erbij, goed verdienen. Dat is precies de prikkel die we nodig hebben om aan de tekorten van de komende jaren het hoofd te bieden.

De verpleegkundigen die op deze manier aan hun knellende CAO’s ontsnappen dragen aldus bij aan, daar is-tie weer, de marktwerking die ervoor zorgt dat schaarse middelen op de juiste plek terecht komen. Ga zo door!

De prijs van een creditcard

Dieven die de creditcard-gegevens uit uw PC hebben gestolen verkopen die meestal door. De prijs van zo’n pakket gegevens is dalende, meldt NRC:

De bankgegevens — inclusief pincode — brachten ooit ten minste 100 dollar (62,50 euro) per kaart op, maar doen nu niet meer dan 10 à 20 dollar. […] Prijzen van bank- en creditcardgegevens zijn op internet sterk gedaald, doordat steeds meer ‘cybercriminelen’ zulke data aanbieden.

(Zie ook hier.) Als de prijs daalt kan dat inderdaad komen door gestegen aanbod, maar ook door een gedaalde vraag. Welke van de twee aan de orde is (of allebei?) is niet op voorhand duidelijk. Maar in dit geval lijkt het mij sterk dat het stijgende aanbod van gestolen creditcard-gegevens de blaam treft. Want het ligt voor de hand dat de waarde van die gegevens sterk samenhangt met de verwachte opbrengst van het uitbuiten ervan.

In de oude situatie zal het dus het geval zijn geweest dat een gestolen nummer ongeveer $100 opleverde, voordat de maatschappij erachter kwam (gecorrigeerd voor eventuele juridische consequenties). Het is onwaarschijnlijk dat dat nu nog zo is, terwijl de prijs van een nummer met 80% gedaald is. In een vergelijkbaar geval zou een vergroot aanbod van boekenbonnen van 10 Euro hun prijs doen zakken tot 2 Euro.

Het moet dus haast wel een vraag-effect zijn, bijvoorbeeld doordat de bestrijding van fraude efficiënter is.

Het marktmechanisme

Het marktmechanisme is een beetje als het menselijk brein: we weten dat het werkt, hebben enige notie hoe het werkt maar kunnen de werking alleen indirect waarnemen. Het volgen van informatie door het brein is (nog) niet mogelijk.

Nog een overeenkomst: markten en breinen verwerken informatie. Het is niet meteen duidelijk waarom het decentrale proces van marktwerking daar zo goed in is, en niet iedereen is/was daar altijd van overtuigd. Het nadeel van die onzichtbare hand is nou eenmaal dat hij zo lastig te volgen is.

Maar er is vooruitgang: volg hoe de economie zich aanpast met deze lijst, 50 things being blamed on rising oil prices.

De marktwaarde van Fernando Torres

Mooi doelpunt, gisteravond, van de Spaanse voetballer Fernando Torres. Commentator Frank Snoeks vond dat ook en maakte daarbij een opmerking over de marktwaarde van Torres, die “na dit doelpunt wel met 20 miljoen Euro omhoog is gegaan.”

Zou dat kloppen? Snoeks heeft verstand van voetbal en weet ook het een en ander van transfers. Maar hoe zit het met economie? Ik kan vier redenen bedenken waarom een goal in de EK-finale de marktwaarde verhoogt.

  1. Informatie. De goal laat kwaliteiten van de voetballer zien waarvan we het bestaan niet vermoedden. Dat is niet zo’n gek idee: je kunt niet zo vaak laten zien dat je kunt scoren onder de druk van de finale van een groot tournooi. Die kwaliteiten zijn de productiefactor van een voetbalclub, en clubs zullen nu meer willen betalen.
  2. Kopers. Scoren in de EK-finale zorgt voor naamsbekendheid en waardoor zich meer kopers melden. Dat drijft de prijs op. Iets dergelijks zit volgens mij onder meer achter de oplopende beurskoers van Apple in 2006 en 2007, meer nog dan hogere winstverwachtingen.
  3. Bekendheid. Het pure feit dat je de doelpuntenmaker uit de EK-finale op het veld brengt doet de toeschouwers toestromen, en maakt de speler meer waard. Voetbal doet er niet toe. Zoals bij de gele-trui-drager uit de Tour in het criterium van Boxmeer.
  4. Scoren maakt beter. Juist door het maken van het winnende doelpunt wordt Torres een betere voetballer. Zelfvertrouwen, nietwaar? Dit punt, versus #1, lijkt wel wat op de discussie over de waarde van onderwijs.

Het lijkt mij sterk dat punten 1 en 2 veel gewicht hebben. De markt voor spelers is er te groot en te liquide voor. Alle informatie zou al in de huidige prijs verwerkt moeten zitten. Ik geloof ook niet heel erg in 4. Maar is punt 3 zoveel geld waard? Misschien wel: Beckham krijgt een miljoen per week voor zijn werk in een matige competitie. In dat geval is het voor Torres beter om met 1-0 te winnen en de enige doelpuntenmaker te zijn, dan met bijvoorbeeld 5-0.

6+5 en de buitenlandse voetballers

De FIFA, de wereldvoetbalbond, lijkt langzaam maar zeker af te stevenen op een regel die zegt dat clubs maximaal vijf spelers op mogen stellen die niet voor het eigen nationale elftal uit mogen komen. Doel van de regel is onder meer het beschermen van de kansen van jonge spelers in landen waar het grote geld de competitie over heeft genomen (Engeland wordt vaak als voorbeeld genoemd). De Europese Commissie dreigt met een verbod op de regel, die niet strookt met het vrije verkeer van personen in de EU.

Dat vrije verkeer van personen is een belangrijk recht, dat economisch goed uitpakt. Het idee is dat elke EU-burger overal in de Unie mag werken, en als de burger daarbij kiest voor het hoogste loon dan leidt dat tot efficiënte uitkomsten. Efficiënt omdat bedrijven het best mogelijke team samen kunnen stellen, en efficiënt omdat lokale economische schokken makkelijker opgevangen kunnen worden.

Maar je kunt je afvragen of voor voetbalteams dezelfde principes gelden. Een efficiënt bedrijf, met de beste werknemers van over de hele wereld, maakt zijn klanten blij door een hoge productie en een lage prijs. Daarbij is iedereen gebaat. Een efficiënt voetbalteam, opgebouwd uit de beste spelers ter wereld, wint van iedere tegenstander. Dat is leuk voor de fans, maar vervelend voor de rest van de teams. Het zero-sum-product voetbal is veel meer gebaat bij teams die ongeveer even goed (of slecht) zijn, zodat het resultaat onvoorspelbaar is. Onvoorspelbaarheid is ook één van de doelen die de FIFA zegt te dienen met de 6+5-regel.

Maar als onvoorspelbaarheid het doel is, zijn er dan geen andere middelen die niet tegen het vrije verkeer van personen ingaan? Een logische kandidaat is het draft-systeem van de Amerikaanse NFL.

The fundamental principle of the draft is that the team with the worst record from the previous season will have the first choice of players, and the team with the next worst record will choose next, and so forth.

Een dergelijk systeem heeft ook als voordeel dat de allocatie van jonge spelers op een georganiseerde markt plaatsvindt en niet onderhands, zoals nu vaak het geval is. Dat is beter voor de jonge spelers zelf, die daarmee een groter gedeelte van hun waarde incasseren. Wel is het waarschijnlijk dat er dan meer buitenlanders in elk team spelen.

Het zal mij benieuwen hoe deze krachtmeting tussen de FIFA en de EU uitpakt. De EU is de baas, maar de FIFA kan een joker inzetten met schier eindeloze krachten: JC is voor 6+5. Update 5/6 De NRC vindt dat het geld, niet de spelers, eerlijker verdeeld moet worden.