Emissierechten en de luchtvaart

Woensdag gaat de EU beslissen of de luchtvaartmaatschappijen ook mee moeten gaan doen aan het systeem van verhandelbare emissierechten. Dat is een bijzonder slim systeem waarbij de overheid vaststelt hoeveel CO2 er in totaal uitgestoten mag worden, maar waarbij die uitstootrechten verhandelbaar zijn. Bedrijven die in staat zijn om hun CO2-uitstoot te verlagen, kunnen hun emissierechten dan verkopen aan andere bedrijven. Op die manier kan een bepaalde beperking van CO2-uitstoot op de meest efficiente manier bereikt worden.

Het Wereldnatuurfonds is bang dat de vliegtuigmaatschappijen hun emissierechten kado gaan krijgen, en ook dat ze teveel van die rechten gaan krijgen:

De sector zou tot 3,5 miljard euro per jaar kunnen verdienen door de rechten door te verkopen of door te berekenen aan de passagiers.

Het is waar dat de maatschappijen geld kunnen verdienen door de rechten die ze niet nodig hebben, door te verkopen. Maar dat ze datzelfde bedrag zouden kunnen verdienen door de rechten door te berekenen aan passagiers, dat is vreemd. Het suggereert dat hoe meer rechten de luchtvaartmaatschappijen krijgen, des te hoger de prijs is die ze aan passagiers in rekening zullen brengen. En dat klopt niet. Sterker nog, de ticketprijs daalt juist met dat aantal rechten.
Lees verder “Emissierechten en de luchtvaart”

Ondertussen bij de oosterburen

Mensen reageren op economische prikkels, zelfs al dat niet politiek correct is. In Duitsland kunnen we begin volgend jaar dan ook een piek in het geboortecijfer verwachten, na een flinke dip aan het einde van dit jaar. Hoezo? Per 1 januari wordt daar het Elterngeld ingevoerd. Dat betekent dat ouders die voor hun pasgeboren kind willen zorgen en daardoor niet volledig kunnen werken, gedurende maximaal 14 maanden van de overheid een maandelijkse bijdrage krijgen van tussen de 300 en 1800 euro. Als ik het allemaal goed begrijp. Hoe dan ook, het AD meldt vandaag dat degene wiens kind wordt geboren op 1 januari in plaats van op 31 december, daardoor een voordeel heeft dat kan oplopen tot zo’n 20.000 euro. Je vraagt je dan toch af of die regeling niet had kunnen worden ingevoerd op een manier die iets minder perverse prikkels zou opleveren.

Hogere belastingen, harder zuigen

Intrigerend onderzoek in de laatste American Economic Review: hogere belastingen op sigaretten blijken nog minder effect op nicotineconsumptie te hebben dan tot nu toe werd aangenomen. Het aantal aangeschafte sigaretten mag dan wel dalen, maar de hoeveelheid nicotine die door de roker aan een sigaret wordt onttrokken, stijgt. Bijvoorbeeld omdat een roker zijn peuk minder snel weggooit, of meer gaat inhaleren. Op die manier slaagt de roker er in om die belastingverhoging middels zijn gedrag deels te compenseren. Dat blijkt uit een analyse van de hoeveelheid nicotine dat in het lichaam van rokers wordt aangetroffen, al moet ik toegeven dat de exacte medische details mij niet geheel duidelijk zijn. Hoe dan ook, de onderzoekers vinden een belastinginhaleerelasticiteit van 0,4: als de belasting op sigaretten met 1% stijgt, dan stijgt de nicotineconsumptie per sigaret met 0,4%.

(Dank aan Bastiaan)

Pensioenrechten

Econoom Lans Bovenberg pleit ervoor om hoogopgeleiden langer te laten doorwerken dan lageropgeleiden.

‘Ik stel voor om iedereen in te delen in grote homogene groepen. Bijvoorbeeld een groep bouwvakkers en een groep hoogleraren. Degenen die naar verwachting het langste leven, moeten het langste doorwerken. Iedereen moet per tijdseenheid hetzelfde krijgen.’ Vrouwen worden ouder dan mannen. Moeten zij langer doorwerken? ‘Nee, vrouwen worden wel ouder, maar over het algemeen verkeren zij in die extra jaren niet in goede gezondheid. Als zij langer zouden doorwerken, zou de instroom in de WAO alleen maar groter worden.’

De doelstelling lijkt te zijn om iedereen hetzelfde aantal jaren van het pensioen te laten genieten, in verwachte waarde en gecorrigeerd voor gezondheid. Zo’n plan lijkt inderdaad iets van rechtvaardigheid in zich te hebben, maar tegelijkertijd is die rechtvaardigheid nogal willekeurig. Waarom zou iedereen even lang met pensioen moeten gaan? Waarom zouden we bijvoorbeeld niet iedereen even lang laten werken? Ook dat klinkt rechtvaardig, en ook die rechtvaardigheid is net zo willekeurig. Al zou de consequentie van dat laatste plan wel zijn dat iedereen die een paar jaar werkloos is, die tijd op zijn 65e weer moet inhalen, maar dit terzijde.

Hoe dan ook. Economisch efficient is het plan zeker niet. Misschien zijn er wel lageropgeleiden die graag nog even door willen werken terwijl er hoogopgeleiden zijn die graag eerder willen stoppen. Daarom stel ik voor: de Verhandelbare Pensioenrechten. Iedereen krijgt het recht om op een bepaald moment met pensioen te gaan (op z’n 67e, of volgens het plan Bovenberg, maakt niet uit). Iedereen die eerder wil stoppen, die mag, mits hij in staat is om iemand anders te vinden die bereid is om in zijn plaats door te werken, en wel op zo’n manier dat het voor de overheid budgettair neutraal uitpakt. Een hoogopgeleide die een jaar eerder wil stoppen zal dus al gauw een lageropgeleide moeten vinden die bereid is om pakweg anderhalf jaar langer te werken. En om zo’n ruil soepeltjes te laten verlopen zetten we een markt op waar gehandeld kan worden in Gestandaardiseerde Pensioenjaren.

Verborgen kosten

Woekerpolissen zijn de afgelopen weken flink in het nieuws. Verborgen kosten komen niet alleen voor bij beleggingspolissen. In de New York Times van afgelopen weekend staat een stuk over David Laibson, die eerder dit jaar een theoretisch verhaal met Xavair Gabaix over het onderwerp publiceerde in de Quarterly Journal of Economics. Korte samenvatting (volgens de NYT): sommige mensen zijn zich bewust van verborgen kosten, anderen niet. Als producent heeft het dan weinig zin om consumenten er op te wijzen dat de concurrent hoge verborgen kosten heeft: de slimme consumenten hebben dat toch al door (en komen toch al naar jou toe als jouw verborgen kosten lager zijn), de naieve consumenten wil je liever niet informeren, want hoe meer mensen slim zijn, des te scherper moet je gaan concurreren. En dus blijven de verborgen kosten in stand. [via]
Het artikel is nauw verwant met een artikel van Glenn Ellison dat vorig jaar in hetzelfde tijdschrift verscheen, en dat gaat over de absurd hoge prijzen van extra service (zoals de minibar in een hotel). Ellison laat zien dat verborgen kosten ook leiden tot hogere prijzen voor het basisprodukt. Korte samenvatting: er zijn consumenten die erg prijsbewust zijn, en consumenten voor wie dat niet geldt. Als een producent zijn basisprijs verlaagt ten opzichte van een concurrent, dan trekt het juist die consumenten die prijsbewust zijn en dus ook niets uit de minibar halen. En dat wil je niet.

Alles is relatief

Iedereen maakt zich momenteel druk om de zwakke dollar. De dollar is weinig waard en wordt steeds minder waard. Een Amerikaanse economenweblog geeft verhelderende plaatjes. Kijk eens naar het volgende plaatje, dat de ontwikkeling van de trade weighted exchange index van de dollar geeft (de wisselkoers van de dollar ten opzichte van een mandje met andere valuta, gewogen met het belang van de onderlinge handelsstromen) sinds 2002:

exr1.png

Bent u inmiddels overtuigd dat de dollar historisch laag staat? Goed. Kijk dan eens naar het volgende plaatje met dezelfde reeks, maar dan sinds 1975:

exr.png

Weinig aan de hand dus.

Chinese cijfers

Soms lijken de media er vooral op uit om een bepaald beeld te bevestigen, al dan niet onbewust. Een beeld dat momenteel populair is, is dat van de Toenemende Chinese Economische Dreiging. Ons land wordt overspoeld door een, eh, tsunami van goedkope Chinese produkten, en die vloedgolf wordt steeds sterker, zo willen de media ons doen geloven. En die vloedgolf schijnt ook iets te zijn waar we bang van moeten worden.

Nu was dat beeld ook wel in overeenstemming met de cijfers: het handelsoverschot van China was voortdurend aan het stijgen. Maar in november is het gedaald. Wat moet je dan, als je toch graag dat beeld van die Toenemende Chinese Dreiging in stand wil houden? Het ANP kwam met een werkelijk briljante oplossing en kopte gisteren: “Handelsoverschot China blijft net onder record“, Bijna een record! Dat klinkt nog steeds alsof het heel erg is, en je hoeft er niet bij te zeggen dat het eigenlijk een daling was.

Zou de Goede Sint toch komen!?

Er is iets vreemds aan de hand met de Goedheiligman. Vorige week juichte MKB-Nederland nog dat de Sint 8% meer uitgeeft dan vorig jaar. De Raad Nederlandse Detailhandel had het zelfs over 17% meer aan cadeaus. Maar nu blijkt uit onderzoek van het NIPO dat het aantal Sinterklaasvierders 5% lager is dan vorig jaar, en dat die vierders gemiddeld 125 euro aan kado’s uitgeven, tegen 120 euro vorig jaar. Dat zou juist betekenen dat de uitgaven grofweg gelijk zijn gebleven.

Als we al deze cijfers moeten geloven, dan zegt de helft van de bevolking Sinterklaas te vieren, en daarbij evenveel uit te geven als vorig jaar, terwijl de Sint 17% meer aan kado’s heeft uitgegeven. Maar als dat laatste waar is, dan zou dus niet de helft van de bevolking kado’s krijgen, maar ongeveer 17% meer, dus zo’n 58,5%. Dat kan maar één ding betekenen. Van de 50% van de bevolking die zegt geen Sinterklaas te vieren, kan 17% vanavond toch een ferme klop op de deur verwachten. Zeg niet dat ik u niet gewaarschuwd heb.

Kartelkampioen

Bij Shell hebben ze inmiddels een volledige dagtaak aan het maken van prijsafspraken, zo lijkt het. Naast een centrale rol in het Nederlandse bitumenkartel blijkt de multinational die zich zo graag laat voorstaan op zijn maatschappelijke betrokkenheid, nu ook betrokken bij het Europese rubberkartel.

Een kartel is stabiel, zo leert de theorie ons, als de korte-termijn opbrengsten van het afwijken van een kartelafspraak niet opwegen tegen de lange-termijn inkomstenderving ten gevolge van het instorten van het kartel. Op haar website vat Shell dat zelf treffend samen:

Het vinden van het evenwicht tussen de lange en de korte termijn eist van ons om verder te kijken dan alleen naar hoeveel geld we vandaag kunnen verdienen.