Kippensoep

Een van de spelletjes waar experimenteel economen dol op zijn is de ultimatum game. Speler A moet 10 euro verdelen met speler B, doet een aanbod, waarop B de keus heeft om dat aanbod te Accepteren of te Verwerpen. Accepteert zij, dan komt de voorgestelde verdeling tot stand, Verwerpt zij, dan krijgt niemand iets. Aangezien iets beter is dan niets, voorspelt de speltheorie dat B ieder aanbod zal accepteren. A weet dat en zal dus het kleinst mogelijke bedrag aanbieden en de rest zelf houden. In de praktijk blijken mensen zich echter duidelijk anders te gedragen. Biedt A minder dan 20% aan, dan wordt zo’n aanbod vaak verontwaardigd afgewezen, ondanks dat ook speler B dan helemaal niets krijgt.

Onderzoek naar het ultimatum game gaat nog steeds door. Zo ontdekten onderzoekers van de universiteit van Cambridge dat wie kippensoep en chocola eet, eerder geneigd is om een aanbod te accepteren. Ja heus. Zij publiceerden er over in Science. De Volkskrant maakte er afgelopen zaterdag al melding van (niet online), een uitgebreidere analyse staat hier. Het schijnt te maken te hebben met serotonine. Wie daar weinig van in zijn hersenen heeft, gedraagt zich agressiever en asocialer. Door de consumptie van kip en chocola stijgt het serotonine-niveau.

De beleidsimplicaties zijn duidelijk. Wie gaat onderhandelen, voert zijn opponent eerst kippensoep.

[dank aan Bart].

Vrijdag de 13e

Op vrijdag de 13e blijven brokkenpiloten thuis, of rijden ze zachter. Daardoor zijn er die dag minder ongelukken. De redenen waarom men denkt op de 13e extra pech te hebben zijn onduidelijk, maar waarschijnlijk irrationeel.

Is het aantal ongeluksdagen optimaal? Ten eerste betekent vrijdag de 13e natuurlijk opbrengsten en kosten: er worden minder brokken gemaakt maar doordat bijgelovige mensen minder risico nemen (thuis blijven, bijvoorbeeld) loopt de productiviteit ook terug. Laten we aannemen dat het effect op dit moment positief is, dat de opbrengsten hoger zijn dan de kosten.

Is het aantal ongeluksdagen dan hoog genoeg? Stel dat we de mogelijkheid hebben om ook vrijdag de 14e en vrijdag de 15e als ongeluksdag in de boeken te krijgen, moeten we dat dan doen? Of moet juist de reputatie van de 13e verbeterd worden? Twee effecten werken tegen elkaar in: de (veronderstelde) positieve opbrengsten van extra ongeluksdagen zijn goed, maar ook de kosten van irrationaliteit nemen toe: één keer in de zeven maanden voorzichtig aan doen is een stuk minder vermoeiend dan om de andere maand. Bij meer ongeluksdagen zullen er dus minder mensen geloof aan hechten, waardoor de totale opbrengst afneemt.

Het probleem lijkt wel wat op de optimale prijs voor een monopolist. Een hogere prijs zorgt voor meer opbrengst per klant, maar voor minder klanten. Het optimum hangt af van de elasticiteit van de vraag. In dit geval gaat het om de elastiticiteit van geloof: hoe moeilijk kun je het iemand maken voordat hij/zij er niet meer intrapt? Mensen houden van hun bijgeloof, zoveel is duidelijk. Een extra ongeluksdag kan er zeker af. Maandag de 1e?

Easterlin

De hele economenblogosfeer was de afgelopen weken vol van recent onderzoek van Wolfers en Stevenson over de Easterlin Paradox. Wolfers mocht bij Freakonomics zelfs een zesdelige serie volschrijven over dat onderzoek. Deel 1 staat hier.

Wat is er aan de hand? Volgens Easterlin (jaren ’20, vorige eeuw), zijn rijke mensen binnen een samenleving gelukkiger dan arme mensen, maar zijn rijkere samenlevingen gemiddeld genomen niet gelukkiger dan armere samenlevingen. Verklaring: niet het absolute, maar het relatieve inkomen is belangrijk. Iemand is niet gelukkig als ie veel heeft, maar als ie meer heeft dan de buurman, dat idee. Uit het onderzoek van Wolfers en Stevenson zou echter blijken dat rijkere samenlevingen wel degelijk gelukkiger zijn dan arme, en er dus geen Easterlin paradox is.

In de opmerkingen bij een weblog zag ik eens het volgende ijzersterke argument langskomen. Als mensen inderdaad meer geven om relatief dan om absoluut inkomen, waarom willen arme mensen dan massaal emigreren naar rijke landen, waar ze relatief nog veel armer zijn, in plaats van dat rijke mensen gaan emigreren naar arme landen?

Shagillusie

In juli wordt de accijns op tabak verhoogd, met een bedrag dat neerkomt op pakweg 5%. Als gevolg daarvan wordt een pakje shag 5% duurder, zo zou je denken. Dat blijkt niet het geval. Shagfabrikanten gaan namelijk gewoon 5% minder in een pakje doen, zo meldt het ANP.

Volgens een woordvoerder van Imperial Tobacco (Drum, Van Nelle) is uit onderzoek gebleken dat shagrokers liever ‘gewichtsverlies’ hebben dan een hogere prijs voor de rookwaar.

En vorig jaar werd er om een soortgelijke reden ook al een sigaret minder in een pakje gedaan.

Ik vind het een curieus verhaal. Goed, rokers gelden nu niet bepaald als de meest rationele consumenten, maar zeker op de lange termijn zou er toch geen effect moeten zijn, zou je zeggen. En als de shagjongens gelijk hebben, waarom zien we dan niet hetzelfde in andere sectoren? Goed, voor benzinepompen is het inderdaad wat lastig om minder benzine in een liter te doen, maar waarom maken drankfabrikanten niet hun flessen een tikje kleiner nu ook de accijns op alcohol omhoog gaat? En hoe komt het trouwens dat shagfabrikanten gezamenlijk met deze beslissing komen? Is het maken van gewichtsafspraken misschien makkelijker dan het maken van prijsafspraken?

Ik weet het ook niet.

Zielige mensen kopen meer

Nieuw onderzoek laat zien dat mensen die zich ietwat depressief voelen, ineens een stuk meer gaan uitgeven. Meer concreet: dat het bekijken van een zielige video bleken proefpersonen bereid om gemiddeld $2.11 te betalen voor een flesje water, na het bekijken van een helemaal niet zielige video bleek dat maar 56 cent. En de proefpersonen bleken zich helemaal niet bewust van het effect van het bekijken van zielige videos op hun betalingsbereidheid.

Een en ander lijkt de weg te openen naar een nieuwe conjunctuurtheorie. Ga maar na: mensen gaan minder verdienen, daar worden ze depressief van, waardoor ze meer uit gaan geven, waar de economie weer een flinke oppepper van krijgt, waarop ze minder zielig zijn en dus ook weer minder uitgeven. Etcetera.

[via]

Grabbelton

  1. Wie de Tragedy of the Commons niet begrijpt, kan het online zelf naspelen middels de Tragedy of the Bunnies. Economie voor de lagere school. Geinig. Al zou het toch leuk zijn geweest als er na de eerste ronde op z’n minst nog een paar konijnen zouden overblijven in de Public Game. [via]
  2. Alweer een oplossing voor uitstelgedrag: deze wekker, de SnūzNLūz, schrijft volautomatisch minimaal 10 dollar over naar uw meest gehate goede doel, elke keer als u op de snooze-knop drukt. [via]
  3. In Mexico schijnt een heus interactief economiemuseum te zitten. Dit is de nogal vermoeiende website. Tyler Cowen is niet onverdeeld positief.

Sonja Bakker meets Behavioral Economics

Behavioral economics erkent dat mensen soms commitment-problemen hebben. Ze willen wel afvallen, heus, maar als er weer iets smakelijks voorbij komt, dan blijft er van dat voornemen weinig over.

Hoe lossen we dat op? Door nu een verplichting aan te gaan waardoor het in de toekomst minder aantrekkelijk wordt om te zondigen, bijvoorbeeld. Stel u wilt per week een kilo afvallen. Dan kunt u nu een contract tekenen waarin u belooft om 500 euro te betalen voor elke week dat dat niet lukt. Bijvoorbeeld. Al is het maar aan een goed doel. Als er na het tekenen van zo’n contract weer een jarige collega voorbij komt met een slagroompunt, dan bedenkt u zich wel drie keer.

Een econoom en een jurist van Yale gaan het plan in de praktijk brengen. In december gaat de website stickk.com in de lucht. Daar kunt u dergelijke contracten aangaan met familie, vrienden en collega’s. Hoe het er allemaal in de praktijk uit gaat zien, is nog een beetje onduidelijk. Zie ook hier.