Update rel UvA

Vorige week hadden wij het al over de rel Heertje vs. Kneppers op de UvA. Inmiddels blijkt mevrouw Kneppers gewoon gepromoveerd. In universiteitsblad Folia slaat zij terug:

Die meneer Heertje belemmert eigenlijk al jaren de vooruitgang en de ontwikkeling van het vak economie. Hij bekritiseert niet alleen mij, maar iedereen die zijn nek uitsteekt in het onderwijs.

Let vooral ook op het meegeleverde filmpje.

(Dank aan Linda).

Rel op de UvA

De meerderheid van de Nederlanders die op de middelbare school Economie hebben gehad, heeft het vak geleerd van Arnold Heertje, meestal uit zijn leerboek de Kern van de Economie. Zoals het een goed monopolist betaamt, doet ook deze er alles aan om zijn marktpositie te verdedigen. Toen de Commissie Teulings, gevormd door de meest vooraanstaande hoogleraren van Nederland, kwam met een advies over een nieuwe economie-methode voor Havo en VWO, beweerde Heertje en co-auteur Schöndorff bijvoorbeeld dat de heren de theorie niet hebben begrepen (reactie van de commissie staat nog hier [pdf]).

Het is de bedoeling dat morgen op de Universiteit van Amsterdam Lenie Kneppers promoveert op een proefschrift waarin ze claimt dat in het huidige economie-onderwijs te weinig aandacht wordt besteed aan de praktijk. Heertje en Schöndorff zijn het daar, ahum, niet helemaal mee eens [doc] en dreigen hun bezwaren morgen tijdens de plechtigheid openbaar te maken.

Ze vinden het ‘beschamend’ voor de UvA als Kneppers aan het huidige proefschrift de doctorstitel overhoudt. ”Het zou een paar maanden moeten worden uitgesteld,” aldus Heertje. ”Dat voorkomt dat we donderdag een hele vertoning krijgen in de aula van de universiteit.”

Van de zotte natuurlijk: als alle procedures netjes zijn doorlopen en er een promotiecommissie bereid is gevonden het proefschrift goed te keuren, dan moet zo’n promotie gewoon doorgaan. Als er al iets beschamend is voor de UvA, dan is het niet dat mevrouw Kneppers de doctorstitel krijgt.

Gezonde melk

Stel, u bent een ondernemer. De zaken gaan niet goed. U bent duurder dan uw concurrenten, en u verkoopt te weinig. In theorie liggen de mogelijke oplossingen voor de hand. U moet efficiënter gaan werken, uw prijs verlagen, of betere produkten gaan maken. Bestuursvoorzitter Tiny Sanders van Campina komt echter met een nog veel simpelere edoch briljante oplossing: vraag de concurrent gewoon zijn prijs te verhogen! U gelooft het niet? Lees maar mee:

Volgens Sanders is in supermarkten het prijsverschil te groot tussen de huismerken en de melk van het Campina-merk. Volgens hem is voor huismerkmelk […] een prijsverhoging van 4 tot 5 cent per liter nodig om tot ‘gezondere’ verhoudingen te komen. […] Sanders had onlangs al opgeroepen tot duurdere melk.

Het feit dat ‘gezondere’ tussen aanhalingstekens staat suggereert dat de Volkskrant ook al het vermoeden heeft dat hier iets niet in de haak is. Inderdaad. Het gecoördineerd verhogen van prijzen wordt door de kartelwetgeving nog steeds niet beschouwd als gezonde concurrentie.

Uitvaartbranche

Leuk altijd, die journalisten die hun eigen conclusies trekken, niet gehinderd door enige voorkennis of nader onderzoek. Vanochtend in het nieuws:

Het aantal sterfgevallen in Nederland neemt de komende jaren af. Dat voorspellen onderzoekers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag in De Telegraaf. De daling is volgens de onderzoekers het gevolg van de stijging van de gemiddelde temperatuur. […] De Telegraaf meldt dat door deze ontwikkeling de uitvaartbranche in grote nood verkeert.

Als de Telegraaf dan toch met het CBS aan het bellen was, hadden ze meteen even kunnen vragen of die laatste conclusie wel klopt, zo zou je denken. Maar nee. Nog dezelfde ochtend valt de krant door de mand, en meldt het ANP:

De uitvaartbranche biedt steeds meer werk. Het aantal banen in de sector is tussen 1996 en 2006 verdubbeld. Ook het aantal uitvaartverzorgingsbedrijven is toegenomen. […] Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijferd.

Kartel en stabiliteit

Vorige week gaf de EU de hoogste kartelboete uit haar geschiedenis. Vijf lift- en roltrapproducenten krijgen in totaal 992 miljoen euro boete omdat ze tien jaar lang in vier landen hun afnemers hebben belazerd met kunstmatig hoge prijzen. Het NRC van afgelopen zaterdag geeft een commentaar (afkomstig van breakingviews.com) dat de wenkbrauwen doet fronsen. Een paar fragmenten:

Sommige van die Europese kartels hebben weinig te maken met zakkenvullen en buitensporige winsten. Neem de liftsector. De operationele winstmarge ligt rond de tien procent, niet bepaald indrukwekkend […] Het liftkartel was niet zozeer een opzetje om snel rijk te worden, maar eerder een manier om de markt stabiel te houden […] Als een van de bedrijven een te agressief prijsbeleid gaat voeren, kan het met verliezen worden geconfronteerd die het zouden dwingen de sector te verlaten […] Dat zou ironisch zijn – een pro-concurrentiebeleid dat minder concurrentie oplevert.

Toegegeven, uiteindelijk concluderen de columnisten dat het een goede zaak is dat het kartel is aangepakt. Maar bovenstaande redenering is wat vreemd. Natuurlijk is vier bedrijven die concurreren altijd nog beter dan vijf bedrijven die een kartel vormen. Het feit dat de winstmarges in de liftsector niet al te hoog zijn, duidt er juist op dat het kartel nog meer maatschappelijke schade heeft toegebracht dan alleen maar hogere liftprijzen: blijkbaar zijn er inefficiente liftbedrijven die alleen maar het hoofd boven water kunnen houden omdat er een kartel is. Door het loslaten van prijsafspraken gaan die bedrijven verdwijnen. En dat is alleen maar goed.

Kartels voeren vaker als argument aan dat hun prijsafspraken ‘noodzakelijk zijn om de markt stabiel te houden’. Meestal bedoelen ze daarmee dat door het kartel inefficiente en overbodige bedrijven het hoofd boven water kunnen houden. Het kenmerk van gezonde concurrentie is nu juist dat dergelijke bedrijven verdwijnen en plaats maken voor iets beters. Wij willen helemaal geen stabiliteit.

Roken en rampen

Vorige week kwam het bericht dat rokers meer last van de vuurwerkramp in Enschede zouden hebben dan niet-rokers. Jaren na dato hebben ze twee tot drie keer zo veel kans op ernstige psychische klachten dan niet-rokers. De onderzoekers suggereren dat rokers er daarom goed aan zouden doen om na een ramp te stoppen met roken.

Opvallend genoeg haalt vooraanstaand econoom en Freakonomics-auteur Steven Levitt op zijn weblog ongekend fel uit tegen dit onderzoek. Dat lijkt terecht. Ten eerste: er is niet gekeken of de onderzochte rokers ook voor de ramp al rookten. Juist de grootste neuroten die veel psychische problemen met de ramp hebben, zullen ook juist door de ramp aan het roken zijn geslagen. Dat vertekent de uitkomsten. Het advies om na een ramp maar te stoppen met roken raakt helemaal kant noch wal, vindt Levitt, vooral omdat in de studie helemaal niet naar stoppen met roken is gekeken:

This is not too different than advising sick people to avoid hospitals because people who visit hospitals die at a much higher rate than people who don’t.

Regiorijkdom

Economen meten de totale productie in een land en noemen dat BBP: bruto binnenlands product. De opbrengst van de productie wordt onder de eigenaren van de productiefactoren (de werknemers en aandeelhouders, onder meer) verdeeld en vormt voor hen een inkomen.

Er is nog een andere maatstaf: BNI, of bruto nationaal inkomen. Daarbij kijk je niet naar het land waar de productie plaatsvindt, maar naar de nationaliteit van degene die het inkomen verdient. Soms maakt dat verschil, bijvoorbeeld als een buitenlands bedrijf een fabriek in Nederland heeft. Het Nederlands BNI is hoger dan ons BBP omdat we veel in het buitenland investeren en netto eigenaar zijn van buitenlandse factoren. Maar veel scheelt het niet en dus maakt men zich in de pers niet zo druk over dit onderscheid.

Wat je voor landen kunt doen, kan ook voor provincies. Kijk maar: Eurostat heeft voor alle Europese `provincies’ het BBP per inwoner berekend. In ons land wordt in Utrecht het meest geproduceerd per inwoner, in Flevoland het minst. Maar op provincieniveau speelt het BBP-BNI probleem veel meer dan op landelijk niveau. Immers, in Flevoland wonen veel mensen die overdag in Noord-Holland of Utrecht werken. Zij tellen wel mee in de noemer, maar niet in de teller van het Flevolands product per inwoner.

Dat zie je duidelijk als je het zeer hoge BBP per inwoner van Groningen (net onder Utrecht, gelijk met Noord-Holland) bekijkt. Daarin zit onder meer de opbrengst van de gaswinst, die wordt toegerekend aan het inkomen van de Groningers zelf. Helaas voor hen liggen de werkelijke eigendomsverhoudingen anders. Het is dus niet juist om te schrijven dat inwoners van Utrecht in Nederland het meeste geld verdienen als het om deze statistieken gaat. Iets waar Eurostat overigens ook voor waarschuwt.

update: Inmiddels heeft nu.nl het bericht geactualiseerd en verbeterd (behalve de kop). Voor de geschiedenisboeken hieronder het origineel.

Lees verder “Regiorijkdom”

Begroting

Een begroting maak je als je netjes op een rijtje wilt hebben hoeveel inkomsten en uitgaven je in een bepaalde toekomstige periode verwacht, zo dacht ik altijd. Gelukkig maar, de Dikke is het daarmee eens. En als je een begrotingsoverschot hebt, dan verwacht je meer inkomsten dan uitgaven. Een begroting maken voor het verleden, dat is natuurlijk klinkklare onzin. Het verleden ken je al, dus dat hoef je niet te begroten. Maar waarom meldt de Volkskrant dan toch: “Zalm sluit 2006 af met begrotingsoverschot van 2,6 miljard“!?

Binnenkort op de sportpagina waarschijnlijk een bericht waarin de krant voorspelt dat Italie vorig jaar wereldkampioen voetbal gaat worden.

Tichelaar vs. CPB

Ergens begraven in een artikel over de kabinetsformatie doet PvdA-onderhandelaar Jacques Tichelaar in de NRC van afgelopen zaterdag een nogal opvallende aanval op het Centraal Planbureau: bij een bijeenkomst in Leeuwarden zegt hij

…het CPB ongeloofwaardig te vinden. Wat hem betreft kan het adviesbureau verdwijnen. “Ze passen hun modellen steeds aan. Het CPB noemt investeringen in milieu en onderwijs nutteloos, omdat het economisch rendement niet meetbaar is.”

Nu valt er natuurlijk wel het een ander op het werk van het CPB aan te merken. Maar dat hun modellen zich ontwikkeld hebben sinds de tijd van oprichter Jan Tinbergen, overigens ook fervent PvdA-aanhanger (toen nog SDAP), dat zou iedereen toch een gezonde wetenschappelijke ontwikkeling moeten vinden. Het tweede verwijt is complete lariekoek, en lijkt vooral ingegeven door een inherente afkeer van economen-die-het-toch-altijd-alleen-maar-over-geld-hebben. Jammer, want onjuist.

Verlaagd niveau

Teletekst citeert uit de gelekte pagina’s van het regeerakkoord:

"verlaagd niveau"?!

De quotes geven aan dat de redacteur niet helemaal op de hoogte is van de verschillende BTW-tarieven. Dit staat in het akkoord:

Quote

Kennelijk viel een ritje in de zweefmolen tot nu toe onder de eerste levensbehoeften, en dus in het lage tarief. Dat is met Balkenende 4 mooi afgelopen.

Wat ik mij nu afvraag: iedereen weet dat het verhogen van belastingen leidt tot uitval van de vraag. Als de kermis duurder wordt, nemen de bestedingen af en dus vallen ook de BTW-opbrengsten weer tegen. Om hier rekening mee te houden moeten de onderhandelaars kennis nemen van de prijselasticiteit van de vraag naar kermiskaartjes. (1) Wat is die precies? en (2) Hoe weten ze dat?