Bepaalde getallen

getallen

Voor op de Volkskrant (vandaag gratis te lezen) haalt Arnon Grunberg de schrijver J.M. Coetzee aan, die schrijft

Bepaalde getallen die hoog waren, zijn plotseling laag geworden, en als gevolg daarvan zijn we armer. (…)Er is niets veranderd behalve de getallen

waarop Grunberg opmerkt dat deze getallen op beeldschermen ook nog eens “weinig tot geen relatie hebben met de werkelijkheid waarin wij leven”. Je kunt daar moedwillig onbegrip in lezen, maar in die opmerkingen klinkt ook de echo van de alles doet het nog-gedachte die je vlak na de crisis in 2008 wel eens hoorde: waarom gaan we eigenlijk niet door met waar we mee bezig waren? Dat ging toch prima? Waar is die crisis nou voor nodig?

Nou is het  niet moeilijk om het op te nemen voor  getallen op schermen in het algemeen. Ze zijn ook maar de boodschapper,  de hartslag op de monitor naast het ziekenhuisbed, de maximumsnelheid op het bord boven de snelweg. Interessanter is wat de getallen proberen weer te geven.

Daar ligt de sleutel van het verhaal, de verklaring voor de macht van de getallen.  Coetzee en Grunberg hebben het, neem ik aan, over prijzen op financiële markten. Dat is een bijzonder soort getal, omdat het niet alleen iets zegt over het heden maar ook over de verwachte toekomst. Heel de handel in aandelen, obligaties, derivaten en wat dies meer zij draait om de vraag wat er morgen, overmorgen, en daarna gebeurt. Vrijwel alle stukken zijn contracten om in de toekomst tot een overdracht te komen. Als de toekomst tenminste op een bepaalde manier uitpakt.

Dat verwachtingen een relatie hebben met de werkelijkheid waarin wij leven, is onomstotelijk waar. Vrijwel iedereen doet zijn werk onder invloed van verwachtingen. De bakker bakt voor de klant van morgen, de bouwer bouwt voor het gezin dat nog moet beslissen om een huis te kopen. Als blijkt dat de verwachting niet klopt,  stopt het werk. Het hoge getal dat laag wordt, geeft iets belangrijks aan: we verwachten niet langer dat onze bezigheid zal leiden tot iets nuttigs. Voor de  kantoren die we aan het bouwen zijn, is helemaal geen belangstelling. In veel gevallen komt er nog een tweede laag verwachtingen overheen: we verwachten ons contract in de toekomst niet langer door te kunnen verkopen aan iemand anders met hoge verwachtingen.

Grunberg schrijft over SNS, waarvan de redding ook maar een veranderend getal zou zijn. Dat zal wel, maar dat doet geen recht aan de torenhoge verwachtingen, de vermoorde dromen, de stommiteiten en de angst achter de reeks van getallen. Van een schrijver zou je toch beter verwachten.

Meer multipliers

Tweehonderdvijftig pagina’s telt de WEO, het halfjaarlijkse overzicht van het IMF, maar aan de reacties te zien hadden dat er net zo goed drie kunnen zijn. Zoveel kantjes telt Box 1.1, geschreven door Blanchard zelf, met als onderwerp die verdraaide multipliers waar ik eerder deze week ook al over berichtte. Dat laatste verplicht mij er nu nog iets meer over te zeggen. Lees verder “Meer multipliers”

Een klein verschil van mening

Het zijn waanzinnige tijden voor een macroeconoom, u merkt het aan de lage frequentie waarmee ik van mij laat horen. Het meest onwaarschijnlijke aan de discussies die op dit moment spelen is de mate waarin volstrekt tegengestelde dingen beweerd worden. Zo speelt er met name een groot verschil van inzicht tussen hen die vinden dat groei het meest belangrijk is (groei maakt schulden vanzelf kleiner) en hen die vinden dat schuldenafbouw eerst komt (want veel schulden hinderen de groei). Vergelijk bijvoorbeeld Münchau in de FT vanochtend

I would personally go all the way, and advocate a discretionary fiscal stimulus in Germany, the Netherlands and Finland to offset austerity in the south.

met Mark Rutte in de Telegraaf:

Het kabinet waarschuwt voor extra bezuinigingen na 2012, bovenop de 18 miljard euro van deze regeerperiode. […] “we willen echt dat monster van de staatsschuld killen”, stelt de premier.

Zie ook: de paradox van de spaarzin. Het verschil tussen beide heren is hun perspectief: Rutte wil Nederland redden, Münchau Europa. De vraag is of Nederland wel beter af is als Europa in de vernieling ligt. Interessante tijden.

De geldpers

Gaat de ECB euro’s bijdrukken als onderdeel van het nieuwe plan om de munt te redden? Mathijs Bouman denkt van wel, Frank Kalshoven hield de mogelijkheid dit weekend open. Maar extra euro’s betekent inflatie en de ECB heeft als enige doel om inflatie te voorkomen. Volgens Bouman voorspelt deze passage niet veel goeds:

the Governing Council decided: To conduct interventions in the euro area public and private debt securities markets (Securities Markets Programme) to ensure depth and liquidity in those market segments which are dysfunctional.

Maar direct daaronder staat

In order to sterilise the impact of the above interventions, specific operations will be conducted to re-absorb the liquidity injected through the Securities Markets Programme. This will ensure that the monetary policy stance will not be affected.

Dat betekent dat de ECB welliswaar sommige obligaties gaat opkopen, maar dat doet met de opbrengsten van de verkoop van andere stukken. Vooralsnog wordt er dus geen euro bijgedrukt. Ik denk dat het er voorlopig ook niet van komt; als het probleem op die manier opgelost kon worden zouden al die fiscale steunoperaties niet nodig zijn. Maar wie ben ik? Houdt u de komende dagen deze pagina in de gaten voor de geaggregeerde mening van de wereldkapitaalmarkt. Gebaseerd op de koers van inflatie-geïndexeerde obligaties, die aangeeft wat de verwachtingen van de markt op lange termijn zijn. Wie erg bang is voor uitholling van zijn spaargeld koopt trouwens gewoon zelf wat van die dingen (indirecte kleine stukken hier). En zet meteen even de rente op je hypotheek vast.

Als er dan toch inflatie uitbreekt, geldt het gebruikelijke verhaal: mensen met schulden zijn beter af, mensen met (nominale) assets verliezen. De economie gaat wat minder efficiënt draaien en we hebben uiteindelijk een dikke recessie nodig om weer van de inflatie af te komen.

Meer banen, toch crisis

De logica in de economie is soms ver te zoeken. Neem nou dit bericht in de Telegraaf, gebaseerd op deze persverklaring van het CBS:

Het aantal banen groeit door. In het vierde kwartaal van afgelopen jaar waren er 108.000 banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal in 2007.

‘Ja maar, het is toch crisis?’ vraagt de leek zich af. Is ook zo. Maar het aantal banen van werknemers is een slechte statistiek om de voortgang van de crisis mee te volgen. Kijk maar eens naar deze data.

Er waren eind 2008 zo’n 108.000 banen meer dan eind 2007. Dat was mooi, maar er waren ook 110.000 extra mensen die wilden werken. Deze ‘mutatie beroepsbevolking’ treedt op omdat er nog wat groei zit in de cohorten 20-64 (die groep neemt toe met zo’n 20.000 mensen) en omdat mensen toetreden na bijvoorbeeld een studie, of minder met vervroegd pensioen gaan. En dus neemt de werkloosheid vanaf de zomer toe, ondanks het grotere aantal banen. Die werkloosheid is een veel betere peilstok voor de ontwikkeling van de recessie (en voor de conjunctuur in het algemeen, zie bijvoorbeeld hier).

Nog wat verdere details voor de liefhebbers. De werkloosheid neemt sneller toe dan het verschil tussen 108 en 110 duizend; hier wreekt zich het feit dat het over werknemers gaat waardoor failliete ondernemers en zzp’ers niet meetellen als banenverlies. En het is vrij normaal dat er banen bijkomen als meer mensen toetreden tot de arbeidsmarkt. Wie denkt dat een vast aantal banen  wordt verdeeld begaat de lump of labor fallacy.

Bloedbad op de beurs

Vorige jaar op prinsjesdag keken we naar het verloop van de AEX terwijl de koningin haar rede uitsprak en concludeerden dat er geen echt nieuws in de toespraak stond. Kijkend naar dat bericht, een jaar later, valt vooral het niveau van de index op. De 524 punten van de derde dindag in 2007 betekenen dat er inmiddels meer dan 27% vanaf is.

En terwijl hij wacht op het volgende slechte bericht uit de financiële wereld kan het gebeuren dat de belegger filosofisch wordt. Waar is het allemaal fout gegaan? Is het systeem verrot? Moeten we wel winsten nastreven, als de boel daarna uit elkaar spat?

Het geruststellende antwoord: natuurlijk. Luister naar dit verhelderende gesprek van vanochtend op de BBC radio waarin twee economen uitleggen dat ondernemen gelijk staat aan risico nemen, en dat het goed is dat banken die teveel risico nemen daarvoor de rekening krijgen. De referentie aan het begin (greed is good) is de beroemde speech van Gordon Gekko [YouTube] uit de film Wall Street. Kijk er nog eens naar en dan, hup, kopen die aandelen. Zo goedkoop ziet u ze nooit weer.