De koopzondagen (2)

In de discussie over koopzondagen wordt af en toe het volgende argument gebruikt:

de grotere supermarkten kunnen zich dit soort investeringen (in extra personele inzet bijvoorbeeld) permitteren. Extra openstelling op zondag voor supermarkten […] werkt dus ook concurrentievervalsend ten opzichte van de kleine buurtsupers. En daar zijn we nu juist zo zuinig op.

Een stukje uit het betoog van een Apeldoorns raadslid voor verplichte sluiting op zondag. Het lijkt (alweer) op de verhalen die je hoort als het over het Europees landbouwbeleid gaat. We moeten zuinig zijn op de boeren vanwege hun rol als landschapsbeheerder, en daarom moet de melk subsidie krijgen.

Ook hier klopt de redenering niet. Misschien moeten we inderdaad zuinig zijn op buurtsupers, die vaak belangrijk zijn voor bijvoorbeeld bejaarden met een kleine actieradius. Maar het instrument is verkeerd: is de functie in de buurt belangrijk, dan moet de buurtsuper betaald worden voor die functie, bijvoorbeeld met een subsidie op het open zijn. Dat kost geld, maar een verplichte sluiting op zondag is ook niet gratis. Gewenste (en belastbare) activiteiten worden daardoor voorkomen, wat welvaartsverlies oplevert voor klant en winkelier. De ervaring leert dat het verstoren van de markt altijd duurder uitpakt dan direct betalen voor hetgeen je wilt.

[meer]

Auteursrecht op geluid

Het is bekend dat vrije markten en eigendomsrechten leiden tot een efficiënte allocatie, tenzij er iets misgaat. Marktfalen treedt bijvoorbeeld op bij externaliteiten, of als er een informatieprobleem is. Een ander bekend geval betreft producenten die iets maken dat makkelijk te kopiëren is, zoals uitvinders, schrijvers, programmeurs en muzikanten. In dat geval wordt het eigendomsrecht door de overheid extra bekrachtigd door middel van een patent of een auteursrecht, middelen die kopiërende partijen strafbaar stellen. De producent krijgt een tijdelijk monopolie in ruil voor zijn inspanning.

Hoe lang die bescherming moet duren, dat is een afweging tussen enerzijds het belang van het publiek en anderzijds de prikkel voor de producent. In het optimale geval wordt er veel gecreëerd en vervalt alles na verloop van tijd aan het publieke domein.

Je kunt je dus voorstellen dat het optimaal is om bepaalde beschermingen verlengen, om zo de prikkel voor de producenten te verhogen. Maar zoiets is alleen reëel als het gaat om rechten op  nieuwe werken. Met het verlengen van het monopolie op oude werken is alleen de houder van de rechten gediend, en zeker niet het publiek.

Kortom. Dat plan om het copyright op muziek in de hele EU zo’n beetje te verdubbelen vanaf de huidige 50 jaar, en wel op alle bestaande opnames, dat plan is onzalig, een ernstige vorm van diefstal. Het Europees Parlement vergadert er binnenkort over. U kunt uw vertegenwoordiger vertellen dat hij of zij tegen moet stemmen, of een petitie tekenen. Wie weet helpt het.

inshared (1)

Sinds vorige week is op TV regelmatig een commercial te zien van nieuwe verzekeraar inshared, waarin op bijzonder effectieve wijze het begrip moral hazard wordt uitgelegd:

Het kost wat moeite om op de website te achterhalen hoe het nu allemaal precies in elkaar zit. Maar het komt op het volgende neer. Van de ingelegde premies houdt inshared 20% zelf. Van de resterende 80% worden claims uitgekeerd. Wat er dan nog over is wordt onder de verzekerden verdeeld volgens een puntensysteem. Wie meer premie betaalt, langer klant is en meer voorzorgsmaatregelen neemt, krijgt meer punten. Wie een schade claimt raakt voor dat jaar zijn punten kwijt.

Het doel is natuurlijk dat mensen voorzichtiger worden en minder schade claimen. Maar dat is niet bijzonder: een gewone verzekeringsmaatschappij doet dat ook via een bonus-malussysteem. Bij zo’n systeem is het vantevoren helder hoe een schade je uitkeringen en premies gaat beinvloeden. Bij inshared moet je dat maar afwachten, daar hangt het immers ook af van het gedrag van de andere verzekerden. Theoretisch zou het hele systeem zelfs volledig in de soep kunnen lopen. Als alle andere verzekerden voorzichtig zijn, dan heb ik een prikkel om dat ook te doen, want dan kan ik meedelen in de dan aanzienlijke pot. Maar als alle andere verzekerden onvoorzichtig zijn, heb ik weinig reden om voorzichtig te zijn, omdat er in dat geval niets te verdelen zal zijn.

Voetbalplaatjes en mechanism design

Persoonlijk heb ik niet bijzonder veel met voetbal, en met het verzamelen van voetbalplaatjes al helemaal niet. Maar goed, Hollander als ik ben sla ik het aanbod van de kassajuffrouw van een zakje plaatjes bij elke 10 bestede euro’s natuurlijk niet af.

Wat blijkt? Er zijn tenminste twee collega’s die de plaatjes wel verzamelen. Inmiddels heb ik al tien pakjes liggen. Daar valt dus geld mee te verdienen. Het ligt voor de hand om de in mijn bezit zijnde plaatjes middels een veiling van de hand te doen.

Maar zo eenvoudig is dat niet. Hoe moet ik zo’n veiling organiseren? Uit de veilingtheorie weten wij inmiddels dat de keuze voor een Hollandse, een Engelse of een veiling bij opbod voor mijn opbrengst niet uit zal maken, mits we hier voldaan aan de voorwaarden van een private value veiling natuurlijk.

Maar de vraag die mij met name bezighoudt is: hoeveel informatie geef ik de bieders? Meer concreet, laat ik ze gewoon bieden op de afgesloten zakjes, of maak ik die zakjes eerst zelf open en laat ik de plaatjes zien aan de bieders? Verschillende collega’s missen verschillende plaatjes in hun album, en als blijkt dat in mijn collectie veel ontbrekende plaatjes zitten, dan zijn ze allicht bereid meer te bieden. Maar goed, als collega A veel ontbrekende plaatjes in mijn collectie ziet en collega B weinig, dan zal B niet veel bieden en zou A dus in staat kunnen zijn de gewilde plaatjes voor een prikje op de kop te tikken. Wellicht is het dan verstandiger om de zakjes maar dicht te laten.

Voor goed onderbouwde tips houd ik mij van harte aanbevolen. Misschien kan ik zelfs een deel van de opbrengst afstaan aan degene die voor mij het optimale mechanisme ontwerpt. Al moet ik dan natuurlijk wel weer eerst verzinnen hoe ik die provisie optimaal vaststel.

Benzineprijsverschillen

(Dit begon als commentaar op het bericht van Thijs, maar liep nogal uit de hand. Dan maar als zelfstandig bericht).

Gisteren had Thijs kanttekeningen bij de waarneming dat brandstof in dichtbevolkte gebieden duurder zou zijn. Natuurlijk heeft hij gelijk. Het aantal pompstations is endogeen, normaal leidt meer vraag juist tot meer aanbieders, dus meer concurrentie, dus lagere prijzen. Er moet dus meer aan de hand zijn.

Het aandeel snelwegstations kan een deel van de verklaring zijn, zoals Thijs suggereert. Om dat te beoordelen, zou je de prijs van alle individuele stations moeten regresseren op een provinciedummy, die aangeeft in welke provincie het station staat, en een snelwegdummy, die aangeeft of het station aan de snelweg staat. Op die manier zie je de provinciale prijsverschillen zonder dat die vervuild worden door het aandeel snelwegstations. Heeft Thijs gelijk en wordt het verschil volledig verklaard door snelwegstations, dan zouden in zo’n regressie de provinciedummies niet significant moeten zijn.

Laat een student van mij een paar jaar geleden nu precies die regressie gedraaid hebben, op basis van soortgelijke gegevens als waar dit onderzoek op gebaseerd is.

Lees verder “Benzineprijsverschillen”

Benzineprijzen her en der

Gisteren op bezoek bij familie in het Noorden. Meteen maar even getankt, want de brandstof kost daar een stuk minder. Waarom eigenlijk?

het prijsverschil [is] deels te verklaren door de hogere bevolkingsdichtheid in de duurdere provincies. Hier is dus meer vraag naar brandstof en kunnen tankstations meer rekenen. In de dunbevolkte gebieden moeten ze scherper concurreren

aldus ene Bart Koppens, die onderzoek deed naar prijsverschillen in het land.

Natuurlijk niet. Als de concurrentie het verschil moet verklaren dan zou in gebieden met meer pompstations de prijs lager moeten zijn. Maar de meeste pompstations staan daar, waar de meeste mensen wonen. En dat is precies waar de prijs het hoogst is.

Een alternatieve verklaring. Wie veel achter het stuur zit weet dat de benzineprijs langs de snelweg een stuk hoger is dan elders. (Waarom? Misschien dat tanken langs de snelweg minder prijselastisch is, men tankt niet bij een vaste pomp en op de snelweg zijn meer leaserijders.) In het Noorden liggen minder snelwegen, waardoor relatief meer pompen langs een gewone weg staan.