Rekeningponyrijden

Peak load pricing. We kennen het allemaal wel. Wanneer, bijvoorbeeld in het geval van electriciteit, de vraag hoog is gaat de prijs omhoog om de schaarse capaciteit optimaal in te zetten. We zijn dan ook verheugd dat Ponypark Slagharen nu volgens deze principes opereert:

Als eerste attractiepark ter wereld hanteert Attractie- & Vakantiepark Slagharen een systeem van flexibele toegangsprijzen. De entreeprijs kan per dag verschillen, afhankelijk van de bezetting die dag, de verwachte drukte en het aantal dagen voor aankomst. De toegangsprijs kan hierdoor uiteenlopen van € 12,50 op een rustige dag tot € 24,50 op een drukke dag. [?¦] Deze prijs is flexibel en kan dus naarmate de dag dichterbij komt aangepast worden.

Uiteraard zijn consumenten er niet onverdeeld blij mee. Achterop de laatste Consumentengids beklaagt mevrouw de Vries uit Papendrecht zich.

Dus je moet meer betalen wanneer er een rij staat voor attracties? Dat is toch vreemd!

Tja. Toch een beetje een argument in de categorie “met rekeningrijden betaal je alleen maar om in de file te staan" dat het effect van prijsprikkels volledig ontkent [dank aan Peter].

EEA/ESEM online

Voor wie zoals ik niet in staat was de laatste bijeenkomst van de European Economic Association en Econometrics Society in Oslo bij te wonen: de videos van alle plenaire sessies staan nu integraal online: Krusell, Holmstrom, Pissarides, Athey, Wright, Acemoglu en een Nobel sessie. En dat is erg mooi. Alle videos staan op 1 pagina wat het ook mogelijk maakt ze tegelijkertijd af te spelen hetgeen een nogal desorienterend effect geeft. Maar dit terzijde.

Oh ja, ook niet onbelangrijk; de sessie over hoe je je werk gepubliceerd kan krijgen is ook te bekijken.

U mag weer prijsafspraken maken

Heel soms, als je heel goed oplet, kom je ze wel eens tegen. Van die geniepige berichtjes die nauwelijks tot niet de krant halen maar wel degelijk van groot belang zijn. Ergens vorige week moet het gebeurd zijn, toen we allemaal ademloos naar Griekenland keken. Trouwe lezer Peter lette wel op en wijst op het volgende alarmerende bericht uit de ministerraad:

Ondernemers met een relatief klein marktaandeel krijgen meer ruimte om onder andere prijsafspraken te maken.

Ja heus, het staat er echt. Prijsafspraken mogen straks gemaakt worden door ondernemers als ze samen een marktaandeel tot 10% hebben, dat is nu nog 5%, terwijl de omzeteis vervalt. Het persbericht ademt zo’n sfeer van dat het heel goed is, dat er “ruimte voor samenwerking” komt, want wie kan er nu tegen samenwerking zijn? Tja, afnemers bijvoorbeeld, zoals u en ik, die nu gedwongen worden een flink hogere prijs te betalen. De motivatie lijkt me ronduit achterbaks: “Kleine ondernemers krijgen zo meer ruimte om zich te wapenen tegen de inkoopmacht van grotere bedrijven.” Maar de verruiming beperkt zich geenszins tot zulke gevallen. Gevallen waarin ondernemers prijsafspraken willen maken om domweg de consument af te zetten zullen veel talrijker zijn.

Natuurlijk zouden we met deze versoepeling problemen met Europa kunnen krijgen, dat grosso modo wel een verstandig mededingingsbeleid voert. Maar daar heeft minister Verhagen iets op gevonden: de “samenwerking” mag alleen wanneer dit “de handel met het buitenland niet beinvloedt”. Inderdaad: Nederlandse ondernemers mogen wel de Nederlandse consument gecoordineerd woekerprijzen in rekening brengen, maar niet de Duitse en Belgische. Het lijkt me weer een eerste stap terug op weg naar het kartelparadijs dat Nederland ooit was.

Stapelgate

Nog even terugkomen op de kwestie Stapel die de afgelopen week uiteraard het gesprek van de dag was, zelfs onder economen. Uiteraard vraagt iedereen zich af hoe dit in vredesnaam heeft kunnen gebeuren, wat dit betekent voor het aanzien van de beroepsgroep, en in hoeverre vakbroeders zich persoonlijk aangesproken voelen.

De ultieme ironie is dat Diederik Stapel in 1999 een artikel heeft geschreven over precies dat laatste onderwerp, naar aanleiding van de Kwestie Diekstra destijds. Titel: Framed and misfortuned: identity salience and the whiff of scandal, en opgeduikeld door Retraction Watch, een website die zich specialiseert in dergelijke schandalen. Conclusie:

Whether social psychologists view an article about a plagiarist clinical psychologist as relevant or irrelevant to the self may thus be determined by whether their social identity is narrowly defined (‘social psychologists’), so as to exclude the plagiarist, or broadly define (‘psychologists’) to include the plagiarist.

En dat allemaal naar aanleiding van een enquete onder vakgenoten. Of die enquete ook echt heeft plaatsgevonden, blijft onduidelijk.   

Nobel 2011: Sargent & Sims

Wel empirie, maar toch macro dus. Conventionele macro nog wel. Toch verrassend. Maar een zeer respectabele keuze natuurlijk. Populaire uitleg hier.  De officiele motivatie is dat de heren methoden hebben ontwikkeld om vragen over causale verbanden tussen economisch beleid enerzijds en macroeconomische grootheden anderzijds te kunnen beantwoorden. Bij Sargent wordt ingegaan op het bouwen, oplossen en schatten van structurele macro-modellen. Bij Sims wordt vooral genoemd de door hem geintroduceerde manier van macroeconomische analyse middels VAR en impuls-response functions. De meer wetenschappelijke verantwoording hier.

Meer over Sargent.

Sims praat over macromodellen.

Sargent praat over beleid en macro, vorig jaar op LSE.

Nobelprognose

Nog drie nachtjes slapen en hij is er weer: de Nobelprijs Economie. Tijd voor onze jaarlijkse prognoses. Want u weet: vorig jaar hadden we um goed. Nou ja, toch op z’n minst voor een derde dan. Het rijtje namen dat we vorig jaar noemden kunnen we weer noemen, dat doen we dus maar niet. Tirole gaat hem zeker een keer winnen, maar dit jaar nog niet. Fama wordt al lang genoemd als topfavoriet, maar dat een financieel econoom hem krijgt lijkt me gezien de wereldeconomie opnieuw uitgesloten. Tenzij het eentje is die al gewaarschuwd heeft voor dergelijke crises, dan zou je aan Douglas Diamond kunnen denken. Maar ja, twee Diamonden achter elkaar is ook wat verwarrend.

Sowieso is het van belang wie de prijs recent heeft gewonnen. Vorig jaar dus micro. Voor een non-mainstream econoom is het te vroeg, die kregen hem twee jaar geleden nog. International Trade kreeg hem drie jaar geleden, ook nog te vroeg. Macro is alweer vijf jaar geleden, maar die tak van de economie heeft de afgelopen jaren nu niet echt overtuigd. In die hoek wordt Romer wel eens genoemd. Ik denk het niet.

Komen we bij econometrie. De laatste prijs daar dateert alweer van 2003: Engle en Granger. Dat wordt dus de hoogste tijd. En dan met name microeconometrie, alle toptijdschriften staan daar de laatste jaren vol mee, toch dateert de laatste prijs alweer van 2000 (Heckman en McFadden).

De prijs gaat dit jaar derhalve naar Jerry Hausman. Hij heeft er de leeftijd voor (65). Hij heeft al een John Bates Clark Medal, altijd een goede voorspeller. En dan hebben die jongens van Thompson het ook weer eens bij het rechte eind. Zij denken dat White ook mag meedelen, die mogelijkheid laten we nog even open.

U wilt meer prognoses? Op Kellogg doen ze de meest serieuze poll, die staat hier. Op Harvard is er ook eentje waar iedereen nog aan mee kan doen. Een lijstje is er nog niet, wel die van vorig jaar. Deze weblog lobbiet steeds nadrukkelijker voor Alchian/Demsetz/Klein. Zou helemaal niet verkeerd zijn.

Ongelukkigerwijs heeft uw trouwe blogger dit jaar zijn vakantie gepland tijdens de bekendmaking van de prijs. Een prompte berichtgeving is dus niet gegarandeerd. Maar ach, u weet toch al wie er gaat winnen.

Nobel 2011

Toegegeven, het is nog wat vroeg, maar ook een van onze favoriete hobbies, speculeren op de Nobelprijs, dus wat de hek. De voorspellingen van Thomson Reuters (zie eerder) zijn binnen. Dit jaar worden genoemd: Diamond (Douglas in dit geval, Peter kreeg um vorig jaar al), Tullock/Krueger en Hausman/White. Van deze drie mogelijkheden lijkt de laatste me verreweg het meest kansrijk. Meer volgt.

Freygate

Binnen de sociale wetenschappen is de Kwestie Stapel het gesprek van de dag, maar economen hebben het al maanden over een soortgelijke zaak. Bruno Frey, voorheen een zeer gerespecteerd Zwitsers non-mainstream econoom, wordt beschuldigd van zelfplagiaat, het recyclen van onderzoeksresultaten naar verschillende wetenschappelijke tijdschriften zonder daar naar te verwijzen. Toegegeven, dat gaat wat minder ver dan het uit je duim zuigen van onderzoeksresultaten, maar binnen de mores van de economische wetenschap geldt het wel degelijk als halsmisdaad.

De zaak kwam aan het rollen met dit anonieme blogbericht, waarin werd geconstateerd dat een artikel van Frey, Savage en Torgler over Titanic in het Journal of Economic Perspectives wel erg veel weg had van een artikel van dezelfde heren in het Journal of Economic Behavior and Organization. Toen de editor van JEP daar lucht van kreeg schreef hij een niet malse brief naar Frey (“we find your conduct in this matter ethically dubious and disrespectful“), die ook integraal werd afgedrukt in het tijdschrift. Bij JEBO schijnen de heren inmiddels op de zwarte lijst te staan. Inmiddels blijkt hetzelfde artikel in nog eens twee tijdschriften te zijn gepubliceerd.

Handelsblatt-journalist Olaf Storbeck beet zich in de zaak vast en Frey werd zelfs aan de tand gevoeld door een Zwitserse krant waarin hij zich op zijn zachtst gezegd nogal curieus verweerde. Inmiddels is er de FreyPlag Wiki, waar iedereen nieuwe gevallen van zelfplagiaat mag melden. Dat heeft al geleid tot weer twee identieke artikelen, nu over “Publishing as Prostitution”. Gevoel voor ironie heeft de man wel.

Op de weblog van de Wall Street Journal staat inmiddels een artikel over Frey en Stapel.