No claim

Het gesteggel over de no-claim korting groeit menig verzekerde boven het hoofd. Als zelfs de beleidsmakers er niet genoeg van weten om te oordelen of de korting kan worden afgeschaft, dan heeft de consument behoefte aan begeleiding. Gelukkig is daar de Volkskrant, met vijf vragen over de no-claimkorting. Eens kijken.

Gemiddeld krijgen Nederlanders 91 euro terug van de no-claim. Feitelijk betalen verzekerden dus een gemiddelde eigen bijdrage van 164 euro (255 no-claim minus 91 euro korting). De nominale premie kan dus volgend jaar voor iedereen met 91 euro omlaag, rekenen de zorgverzekeraars voor.

Veel profijt zullen verzekerden daar overigens niet van hebben omdat al is voorzien is dat de premie volgend jaar met ruim 100 euro omhoog gaat naar 1134 euro. Hiermee wordt de jaarlijkse kostenstijging in de zorg opgevangen. Als de no-claim wordt afgeschaft, stijgt de premie dus nog steeds, zij het met slechts een paar euro.

Tja. Maar gaat dit verhaal over de gemiddelde verzekerde niet helemaal voorbij aan het belangrijkste aspect van de korting, namelijk dat er onderscheid gemaakt wordt tussen mensen die nooit ziek zijn, en zij die veel gebruik maken van de verzekering? Dat maakt nogal een verschil. Eens kijken.

Mensen die nooit ziek zijn krijgen gemiddeld 255 euro terug en betalen geen eigen bijdrage. Bij het afschaffen van de no-claimkorting gaat de nominale premie voor hen met 164 euro omhoog. Veel profijt zullen ze daar niet van hebben omdat een verdere premiestijging is voorzien. Hun premie stijgt uiteindelijk met iets meer dan 255 euro. Ze betalen daarmee de kosten van mensen die vaak ziek zijn. Voor hen gaat de premie maar met enkele euro’s omhoog.

Je kunt erover van mening verschillen of dit een goede zaak is, zoals de politiek nu doet. Een groot gedeelte van je gezondheid overkomt je, en er is een redelijk argument om mensen met veel pech daarvoor te compenseren. Voor optionele zorg die mensen zelf kiezen, zouden ze zelf moeten betalen. De vraag is of de huidige regeling die balans goed weergeeft. De gemiddelde verzekerde is daarvoor irrelevant.

Update 12/10: Er gaan er meer op deze manier de fout in.

Tegenvallers

De kosten voor de Amsterdamse Noord-zuid (metro)lijn vallen anders uit dan gepland. Wat denkt u, hoger of lager?

Inderdaad, hoger. Wat wil je: het blijkt dat overal ter wereld 9 van de 10 overheidsprojecten over het budget gaan, al zolang dit soort zaken bijgehouden wordt.

Er zijn twee mogelijkheden: of de politici die de lijn bestelden geloofden de schatting van de kosten en zijn dus oliedom, of ze wisten van tevoren dat de lijn waarschijnlijk duurder zou worden dan aangegeven. Ik heb zo’n gevoel dat het laatste geval is waarschijnlijker is, en dat de raadsleden dus allang wisten dat de extra rekening zou komen.

De vraag is dan of deze poppenkast van nep-begrotingen noodzakelijk is. Het is natuurlijk beter om in openheid over de werkelijke kosten en hun financiering te debatteren. Tenzij je daarmee nóg hogere rekeningen oproept. Immers, de regel lijkt te zijn dat de bouwers altijd over het vastgestelde bedrag heengaan. In dat geval is het zaak de rol van naïef slachtoffer overtuigend te blijven spelen.

In Amsterdam voelen D66 en het CDA dat goed aan: “Ik vind dat zorgwekkend” en “ik ben bedonderd door de wethouder” klinkt potsierlijk, maar is wel in character. De PvdA laat zich echter in de kaarten kijken: de overschrijding is “geen verrassing” en het nieuws wordt “gelaten” aangehoord. Dat komt ze duur te staan, bij de volgende opdracht.

Nobelprijs

Allemaal leuk, die derde dinsdag in september, maar geef mij maar die dag in oktober dat de nobelprijs voor economie eruit gaat. En allemaal leuk, die prediction markets, maar geef mij maar een paar R&D’ers die voorspellen op basis van het aantal citaties (met succes). [via]

Zie daar: een redelijke voorspelling voor de prijs van dit jaar. De wetenschappers noemen drie clusters kandidaten maar ik duim stilletjes voor Dale Jorgenson, een economist in hart en nieren. Ooit liep ik met de goede man over de Groningse Boteringestraat toen hij bezorgd zijn hand voor zijn mond sloeg. “Alles goed, professor?” vroeg ik, waarop hij op de tientallen voorbijflitsende fietsers wees en zei: “Wat een risico! Niemand draagt een helm!”.

Koopt Nederlandsche waar

Nederlanders zijn trots op hun investeringen in het buitenland: de VOC, Shell, de luchthaven van New York: Holland spreekt een woordje mee. Fijn voor de ontvangers van ons geld en fijn voor ons, de ontvangers van de opbrengst.

En hoe staan we er tegenover als wij het geld van buitenlandse spaarders mogen ontvangen? Iets, ehm, minder positief. Verkwanseling van het erfgoed, leegzuigen, bendes sprinkhanen. Meer dan 60% van de lezers van het grootste ochtendblad steunt de stelling “Koopt Nederlandse waar”.

Waarom toch? Wat is er zo geweldig aan de Nederlandse arbeider dat zijn producten zoveel beter maakt? Had deze 60% van de landgenoten echt liever in een Daf gereden dan in een BMW?

Laten we het eens aannemen. De vraag die dan opkomt is waarom de liefde exact reikt tot de landgrens. Waarom niet uitsluitend in de eigen provincie gekocht, of in het eigen dorp? Koopt Utrechtse waar, zoo helpen wij elkaar is niet minder willekeurig dan de Nederlandse versie. Wie Nederlandse waar prefereert, moet ook uitleggen waarom de grens exact daar ligt.

Versoepelen

Hoera, de PvdA versoepelt haar AOW-plan. Dat is sympathiek, want nu zijn de scherpe kantjes er vanaf. De burger kan gerust zijn.

Nou ja, tenzij de burger jonger is dan 45. Er valt namelijk niet zoveel te versoepelen aan de problemen rondom de AOW. De situatie is deze: er zijn beloftes gedaan over uitkeringen voor mensen ouder dan 65. Deze uitkeringen worden deels betaald door mensen jonger dan 65, en deels uit de algemene pot. Zoals het er nu voorstaat is er niet genoeg geld om aan de beloftes te voldoen.

Je kunt dat financieringsprobleem op verschillende manieren oplossen, maar dat is altijd een kwestie van herverdelen. In de grond zijn er twee mogelijkheden: de ouderen krijgen minder (de uitkeringen gaan omlaag, worden bevroren, of de ouderen betalen mee zodat de netto-uitkering omlaag gaat: fiscalisering) of de jongeren betalen meer (geen fiscalisering, en dus de AOW-premie omhoog).

De PvdA heeft nu, onder invloed van de 65-plusser Marcel van Dam, gekozen voor de tweede optie. Dat kan, er zijn zelfs goede redenen voor te bedenken. Maar het is een verschuiving van de kosten van gepensioneerden naar werkenden, van oud naar jong. Een versoepeling is het pertinent niet.

Arbitrage

De prijs van koper stijgt zo snel, dat handelaren koperen buizen inkopen bij een bouwmarkt en die dan direct naar de schroothandel brengen. (Volkskrant)

De prijs van koper is het afgelopen jaar verdrievoudigd; te laat voor de weddenschap maar op tijd om nog eens te kijken wat er thuis (of elders) allemaal van koper is. Het wachten is natuurlijk op een koperprijs waarbij munten meer opbrengen dan hun nominale waarde. Ik begin de centen vast achter te houden.

(De quote hierboven is trouwens een mooi voorbeeld van price stickiness, bij de bouwmarkt).

Het kapotte raam

De officier van Justitie eist drie jaar tegen een man uit Barsingerhorn waarvan wordt beweerd dat hij de NS saboteerde door schakelkasten te vernielen en zaken op de rails te leggen.

Hij deed het om zijn baan bij Volker Stevin terug te krijgen. Zijn contract was in november 2003 niet verlengd. Hij dacht dat als hij het bedrijf extra werk verschafte, ze personeel nodig hadden en dat hij dan zijn baan terug kon krijgen, zo vertelde hij de rechtbank.

Dat is nog eens actief werken aan je herintreding. De vraag is of deze man, in plaats van celstraf, niet een beloning moet krijgen vanwege het stimuleren van de Nederlandse economie? Immers, de huidige economische voorspoed is er slechts vanwege al het werk dat er te doen is, en dat is deels aan deze saboteur te danken. Doorredenerend zouden meer werklozen op die manier actie kunnen ondernemen: het groen vernielen en vervolgens solliciteren bij de plantsoendienst, bijvoorbeeld. Zo hebben we binnen een mum van tijd iedereen aan het werk!

Er klopt iets niet, hierboven, dat is duidelijk. Maar wat? Vraag het de 19e eeuwse econoom Frédéric Bastiat, die antwoordt in dit uiterst leesbare verhaal (Franse versie voor de liefhebbers).

Vergrijzing en de warmte

Twee zekerheden voor de toekomst: hogere temperaturen en vergrijzing. Het is een hedendaagse variant op death and taxes, maar nu blijken al die zekerheden ook nog samen te hangen. Want zie: bij een warme julimaand loopt het sterftecijfer op. Vooral ouderen zijn de dupe van de tropische temperaturen.

Zorgt klimaatverandering nu voor minder vergrijzing? Immers, vergrijzing komt onder meer door lagere sterftecijfers, en klimaatverandering zorgt (via hete zomers) voor een verhoging van de sterfte onder ouderen. Dat is moeilijk te zeggen, want het verlies in de zomer wordt misschien wel weer goedgemaakt in de winter: een minder koude winter zorgt ervoor dat meer ouderen de zomer überhaupt halen.

Kijk voor de grap eens naar deze figuur over de mortaliteit (de kans op overlijden) gedurende het jaar. Duidelijk is te zien dat de invloed van de seizoenen afneemt, iets wat we ongetwijfeld op het conto van de centrale verwarming en de schapenwollen deken mogen schrijven. Maar nog steeds is de winter een gevaarlijker seizoen dan de zomer. Als de verschillen in mortaliteit alleen veroorzaakt worden door het weer, mag het dus nog wel wat warmer worden.

Zelfbeheersing

De ene mens zorgt goed voor zichzelf, de ander niet. Standaard economische verklaring: verschillende discontovoeten. Immers, goed voor jezelf zorgen (niet roken, drinken, en naar de snackbar) is op korte termijn vervelend maar op lange termijn prettig. En mensen met een hoge discontovoet malen niet om de lange termijn terwijl mensen met een lage discontovoet daar groot belang aan hechten. De een rookt, de ander eet sellerie.

Maar wat je in ieder geval mag verwachten is consistentie. Het zou opmerkelijk zijn als dezelfde persoon die een pakje per dag rookt, ’s avonds een rondje gaat hardlopen en let op z’n verzadigde vetten. Toch blijkt dit soort inconsequent gedrag meer regel dan uitzondering. Mensen nemen aan de lopende band niet-consistente beslissingen of negeren informatie. Je zou zeggen: met wat voorlichting is hier is een gratis verbetering mogelijk. Of, minder aardig: het economisch model van de rationele mens klopt niet; iedereen doet maar wat.

Zover hoeft het gelukkig niet te komen. Want als de mens zelf niet efficiënt is, dan kunnen we met economische inzichten in ieder geval verklaren waarom dat zo is. Deze tak van de economie (psychologie?) heeft in het verleden tot prachtige theorieën geleid (zie de warme en de koude jongen) en er is weer een nieuwe [pdf] theorie die het gooit op zelfbeheersing.

Kort gezegd neemt het model aan dat iedere mens de beschikking heeft over een beperkte voorraad zelfbeheersing, en dat niet consumeren betekent dat die voorraad afneemt. Dat verklaart allerlei gedrag dat op het eerste gezicht inconsistent lijkt: het lekkerste voor het laatst bewaren, hard werken en dan af en toe helemaal niets doen, en niet stoppen met roken als je net met een dieet begonnen bent.

De vraag blijft natuurlijk (net als bij de discontovoet) waar de verschillen tussen mensen vandaan komen. Ik zou daar nog even over kunnen piekeren, maar het is vrijdag en lekker weer buiten. U hoort nog van me.

Strippenkaart

Er wordt gesteggeld over de prijs van de strippenkaart. Busbedrijven willen een hogere prijs, maar het mag niet van de minister (alweer). Een mooie gelegenheid om nog eens naar het product strippenkaart te kijken, voordat het definitief in het museum van domme dingen verdwijnt.

Het opmerkelijke van het strippensysteem is dat er geen enkele directe financiële transactie is tussen de klant en het vervoersbedrijf. In plaats van degene die de bus bestuurt, krijgt de sigarenboer uw geld, een situatie die vooral buitenlanders met ongeloof vervult. Je vermoedt dat de euro’s op de een of andere manier uiteindelijk bij het busbedrijf komen, maar hoe? Laten we zeggen: op een ingewikkelde manier. Zonder op de details in te gaan kunnen we stellen dat de landelijke strippenopbrengst verdeeld wordt op basis van een enquete onder reizigers, die aangeven met welke bus ze het afgelopen jaar gereisd hebben.

Stel, ik twijfel tussen een ritje met de bus of de tram. Wat verdient het busbedrijf als ik voor de bus kies? Dat is het aandeel van het busbedrijf in de strippenopbrengst maal de prijs van twee strippen is, even rekenen, een heel klein bedrag. Interessanter is het alternatief: wat verdient het busbedrijf als ik voor de tram kies? Juist, exact hetzelfde bedrag. Je hoeft geen econoom te zijn om te zien dat het de rationele busbestuurder geen fluit uitmaakt hoeveel passagiers hij vervoert, iets dat reizigers die wel eens zwaaiend een vertrekkende bus achterna gerend zijn maar al te goed weten.

Worden alle problemen opgelost met de OV-chipkaart? Mogelijk: in ieder geval kan er een direct verband worden aangebracht tussen de rit en de prijs, en dus kan het in theorie goed gaan. Dat is geen garantie voor een goede praktijk. Gelukkig staat het de klant vrij om zelf een extra prikkel aan te brengen: geef uw buschauffeur eens een fooi. Gegarandeerd dat u nooit meer voorbijgereden wordt.