2013

Hoewel het jaar nog niet helemaal op is, wagen we het toch alvast om terug te blikken op 2013. Het is een jaar van verandering, wat betreft de on-line economiediscussie in Nederland. Niet zozeer wat ons betreft; al achtenhalf jaar bloggen we hier over het vakgebied, en dat blijven we ook het komende jaar gewoon doen. Maar in die tijd is het ecosysteem diverse malen veranderd. Toen we in 2005 begonnen speelde de economische discussie zich met name af in de wandelgangen, in kranten, tijdschriften en economische literatuur. Sinds die tijd is de discussie vrijwel geheel verschoven naar het internet: via weblogs, fora, naar nieuwssites en verzamelblogs. En wellicht is 2013 het jaar waarin het zwaartepunt opnieuw verschoof, naar Twitter. Niet dat alle andere kanalen niet meer bestaan, maar de real-time discussie verloopt meer dan ooit met 140 tekens tegelijk. Wie erbij wil zijn, moet zich snel aanmelden voor een Twitter-handle.

Op deze site zagen we dit jaar, zoals alle voorgaande jaren, meer bezoek dan ooit. Al is de vaart er wel een beetje uit.

2013

Als je dan kijkt waar het bezoek nog vandaan komt, blijkt de kracht van een website boven de vluchtige tweet. Veel bezoekers zijn via Google op zoek naar een economisch begrip, en komen uit bij één van de 3000 1200 berichten in ons archief. De zoektermen-top 10 van dit jaar ziet er als volgt uit:

1 (4) hold up probleem
2 (-) solliciteren
3 (-) inkomensverdeling nederland
4 (7) geld vouwen
5 (-) invasie normandie
6 (-) prijsconvergentie
7 (-) accijns op vuurwerk
8 (-) transitiviteit
9 (-) paleis op de dam desolate boedelkamer
10 (5) producentensurplus

Duidelijk is te zien dat er dit jaar geen politieke aandelenmarkt was, een term die vorig jaar de top-10 domineerde. “Terug naar de gulden” is verdwenen, “solliciteren” komt hoog binnen in de lijst. Het zijn tekenen van deze tijd.

Zoals gezegd, we gaan nog even door. Alvast de beste wensen en graag tot ziens in 2014!

[Eerder: 2012, 2011, 2010, 2009, 2008, 2007, 2006]

Piek arbeidsmarkt (update 2)

De groep mensen  die in dit jaar 65 werd is ongeveer 10,000 personen groter dan de groep die dit jaar 15 werd (CBS). Omdat de groep 15-64 de potentiële beroepsbevolking omvat, kunnen we daarom stellen dat de Nederlandse arbeidsmarkt dit jaar in potentie gekrompen is. Dat proces is al aan de gang sinds maart 2011, toen we (opnieuw volgens het CBS) een maximum in het aantal 15-64 jarigen bereikten van 11.156.280 personen.

bevolking2013

Voor de komende jaren blijft de groep 15-64 krimpen, totdat we over een jaar of 25 iets meer dan 7% verloren zijn. Dat is de vergrijzing van de Nederlandse economie en er was een tijd dat onze premier dit een fundamentele omslag noemde. Want als de potentiële beroepsbevolking krimpt, kun je wachten op krapte op de arbeidsmarkt, stijgende lonen, en een verslechterde concurrentiepositie.

Het is maar een paar jaar geleden, maar hoe anders was het beeld in 2013. Van krapte geen sprake, de werkloosheid liep op, is inmiddels meer dan twee keer zo hoog als in 2008. En het arbeidsaanbod, zagen we vorig jaar, nam gewoon toe omdat (door de crisis?) een groter gedeelte van die groep 15-64 zich aan ging bieden op de arbeidsmarkt.

De demografische verschuivingen zijn ook maar klein, vergeleken met de stromen op de arbeidsmarkt. Maar ze zijn er wel ieder jaar, en uiteindelijk moeten ze effect hebben. Ergens in deze jaren gaan we de maximale omvang van de Nederlandse arbeidsmarkt meemaken.

Daarvoor moeten we kijken naar wat er precies gebeurt binnen de groep 15-64. Van de potentiële werkenden biedt zich maar een gedeelte aan, en daarvan heeft ook maar weer een gedeelte echt werk. In 2013 zagen we dat het aanbod een maximum bereikte in juli, en daarna licht terugliep (sommige analisten weten waarom). Qua banen ging het harder: in november waren er 70.000 minder werkenden dan in januari (CBS).

bevolking2013_2

Daardoor blijft de piek in het aantal werkenden liggen waar hij vorig jaar ook al lag: in het derde kwartaal (om precies te zijn: juli) 2008. Voor wat betreft het arbeidsaanbod noteren we een nieuw maximum in juli 2013. Voor beiden geldt dat er een kans is dat we hier de komende decennia niet meer overheen komen, maar gegeven is dat niet. Vooral het aantal werkenden kan nog wel eens over dit maximum, door het hogere aanbod en het langzame tempo van de demografische afkalving. Maar dan moeten we wel eerst de crisis uit.

Altijd wel gedacht

In zijn kerstverhaal in ESB (link voor abonnees) neemt Philip Hans Franses de hele economenwereld kostelijk op de hak. In zijn versie van 2014 komen allerlei voorspellingen plotseling uit. Mijn favoriete passage is deze:

De lente

Mede dankzij de rap stijgende huizenprijzen gaat ook de inflatie flink omhoog. Een zeer bekende economieprofessor neemt het woord in vele televisieprogramma’s waarin hij laat weten al bijna tien jaar lang te waarschuwen voor het inflatiespook, en zo roept hij triomfantelijk: “Zie je wel, het is zover! Ik heb het altijd al geweten.” En: “Ja, het is soms even wachten op een stijging van inflatie, in mijn geval zelfs acht volle jaren,maar ja, als het dan gebeurt, dan ben je natuurlijk erg trots op je eigen inzichten.”

#economendag

De economendag vandaag kon qua drukte rustig wedijveren met de Libelle zomerweek. Een verslag van de ochtend staat hier bij Mathijs Bouman. Zelf was ik er pas in de middag, voor de hoofdact: vers Nobelprijswinnaar Robert Shiller die de Tinbergenlezing verzorgde.

Voor de vele economenfans die niet naar DNB konden komen staat hieronder mijn Twitter-verslag. Het is de tweede keer dat ik zoiets probeerde (hier de eerste keer) en ik moet zeggen, het houdt je goed bij de les. Tegenwoordig is er zelfs op dit vlak concurrentie: kijk vooral ook bij Mathijs Bouman (opnieuw) en bij @emsent, ook live vanuit de zaal.

Bij de (oergezellige) borrel achteraf merkte iemand nog op dat Shiller wel uitgebreid inging op Eugene Fama, zijn mede-winnaar, maar met geen woord gesproken heeft over Lars Peter Hansen, de derde laureaat. Dat is wel een beetje het lot van de econometrist, maar toch niet heel erg aardig.

Lees verder “#economendag”

Nobelprognose

Voor wie zich nog enige illusies maakt over de standing van het vakgebied economie, dit is hoe nu.nl de resterende Nobelprijzen aankondigt:

Vrijdag maakt het Nobelcomité in Oslo bekend naar wie de belangrijke Nobelprijs voor de Vrede gaat. Maandag staat dan nog de toekenning van de prijs voor Economie op het programma.

Juist. De gebruikelijke voorspelling van Thomson Reuters is hier te vinden, zij denken aan empirische micro, tijdreeks-econometrie of de theorie van de regulering. Allemaal fout natuurlijk, want vorig jaar meldde Marco op deze plek al dat we, op grond van het Nobelsymposium 2012, een prijs kunnen verwachten voor economische groei en ontwikkeling.

Een belangrijk, maar ook groot vakgebied, dus qua namen nog keuze genoeg. We noemden al Barro en Romer (de groei-Romer, niet de macro-Romer of die met drie handen). Maar als we in de richting van instituties en groei gaan, toch een belangrijk gebied, kan het comité haast niet om Daron Acemoglu heen. En dat zou weer een interessante keuze zijn, vanwege zijn prille 46 jaar. Een prijs voor Acemoglu zou betekenen dat de Nobelprijs economie niet langer een oeuvre-prijs zou zijn, maar een echte prijs voor een wetenschappelijke doorbraak. Daarmee schuiven we van de categorie Literatuur een beetje richting Natuur- en Scheikunde, iets waar elke econoom stiekem van droomt. Maandag meer!

Ontschulden-tv

Een goede belegger ziet als eerste de tekenen des tijds. De investeerder Joseph Kennedy (de vader van de latere Amerikaanse president) besloot eind jaren ’20 uit aandelen te stappen nadat hij een kooptip had gekregen van een jonge schoenenpoetser. Als de speculatie zich al zover uitgebreid had, redeneerde hij, dan was de crash nog maar een kwestie van tijd. Hij kreeg natuurlijk gelijk.

Het is tegenwoordig een stuk lastiger om je oor te luisteren te leggen bij jonge schoenenpoetsers, maar gelukkig is er de televisie. Een berucht moment in de periode vóór de crash op de Amerikaanse huizenmarkt was het verschijnen van Flip this House, een serie over het kopen en (met winst) doorverkopen van woningen. In Nederland hadden we toen al geruime tijd de kans om naar de TV makelaar te kijken, een programma waarin “de zoektocht naar een woning centraal” stond.

De tijden zijn veranderd, zoveel is duidelijk. Zoals dat hoort is ook de televisie mee veranderd en zo kunnen we vanavond weer aanschuiven voor de show die de huidige tijd als geen andere weet te vangen, een dubbeltje op zijn kant. Het door John Williams (verdienstelijk) gepresenteerde programma is  deleveraging-televisie in pure vorm. John komt binnen bij een familie die erin geslaagd is de schulden enorm op te laten lopen en er maandelijks nog een tekortje bovenop doet. Met een budgetcoach worden de uitgaven in kaart gebracht en rigoureus naar beneden bijgesteld; kapitaal wordt geliquideerd (vorige week moest de boot eraan geloven) en luie partners worden de arbeidsmarkt op gejaagd. Na een enerverend uur kan de familie beginnen met het afbouwen van de schuldenlast. John heeft orde op zaken gesteld, het gezin kan weer door.

Het probleem is natuurlijk dat John maar één kant van de medaille (of het dubbeltje, zo u wilt) belicht. Nu de familie niet meer uit eten gaat en uitsluitend nog het huismerk bij de B-super betrekt, hebben de restauranthouder om de hoek en de kwaliteitsslager er een probleem bij. De lokale vraag zakt in,  de markt voor duurzame consumptiegoederen (de boot!) wordt verpest. Net zoals een eeuwig stijgende huizenprijs niet mogelijk is, kan niet iedereen tegelijk inbinden met consumeren.

Het zou daarom goed zijn als RTL het uur vóór het dubbeltje niet zou besteden aan Uitstel van executie, een programma waarin Martijn Krabbé een gedwongen huizenveiling probeert te voorkomen door renovatie en (jawel) kostenbesparingen, maar aan een programma waarin vermogende Nederlanders worden begeleid bij het opschroeven van hun bestedingen. Dat houdt de vraag tenminste een beetje op peil.

Ze hebben de crisis niet voorspeld

Op diverse plekken woedt weer het (terugkerende) debat over het nut van de econoom. Economen spreken elkaar de hele tijd tegen, opgejut door de pers, en daardoor lijkt het wel of economie geen wetenschap is. Zie ook Paul Tang eerder dit jaar.

In zijn inleiding bij de DWDD-versie van dit verhaal herhaalt Matthijs van Nieuwkerk de aantijging die je wel vaker hoort: economen voorspelden de crisis niet. Het is wellicht de moeite om eens even na te denken wat de presentator ons hier verwijt.

Het voorspellen van de crisis, hadden de economen dat goed gedaan, is het voorkomen van de crisis. Als de gehele beroepsgroep in een vroeg stadium had gezien dat in de financiële sector een onhoudbaar spel gespeeld werd, op basis van alsmaar stijgende huizenprijzen en moeilijk te begrijpen, doorverkochte, risico’s, dan had de toezichthouder ingegrepen voordat de boel uit de hand liep. Dan was het allemaal met een sisser afgelopen. Maar had er dan ook iemand gezegd: “die crisis hebben de economen toch maar mooi aan zien komen”? Nee natuurlijk. Bij gebrek aan een grote crash blijft het volk onwetend.

Omgekeerd betekent dat, dat het best mogelijk is dat economen diverse andere crises wél aan hebben zien komen, waardoor we ervan verschoond zijn gebleven, maar ook kunnen fluiten naar de erkenning.

Tja. Het is wellicht sterker om hier met een goed voorbeeld te komen. Laat ik het eens proberen. Eind jaren ’70 van de vorige eeuw toonden de economen Kydland and Prescott overtuigend aan dat het geen goed idee was om beleidsmakers al te veel keuzevrijheid te geven bij het herhaaldelijk uitvoeren van dezelfde taak, als ze daarbij de burgers voor de gek konden houden. Dat inzicht leidde uiteindelijk tot het systeem van de onafhankelijke centrale bankier, die alleen geacht wordt op de inflatie te letten.

Je kunt stellen dat economen hiermee de grote inflatiecrisis van 2012 voorzien hebben. Ze zagen al aankomen dat Europese politici niet in staat zouden zijn de verleiding te weerstaan, om hun grote schulden met de geldpers op te lossen. Daarin waren ze zo succesvol, dat de grote inflatiecrisis van 2012 nooit heeft plaatsgevonden.

Graag gedaan.

Archief: de turbo en het eigen risico

Even grasduinen in het archief van deze site, naar aanleiding van het nieuws van vandaag:

  • De AFM wil betere bescherming van beleggers als het om zogenaamde Turbo’s gaat. Dat is opmerkelijk, want eerder constateerden we dat de Turbo risicovolle beleggers juist had beschermd tijdens de crash in 2008, door het stop-loss karakter.
  • Het inkomensafhankelijk eigen risico, een plan van het kabinet, ging al gepaard met “een nieuw uitvoeringsapparaat”. Bovendien legde het wel erg veel druk bij de middeninkomens, schreven we in oktober. Die uitvoeringskosten doen het idee nu de das om. Door de bijbehorende belastingverhoging verschuift de druk naar de veelverdieners.

Waarom gifgas belangrijk is

Het wapengekletter neemt met de dag toe en als de tekenen niet bedriegen, kunnen we binnenkort een internationaal ingrijpen in Syrië verwachten. De aanleiding om nu in te grijpen, na zeker een jaar burgeroorlog, is het vermeende gebruik van gifgas door het Syrische regime.

Het is van een verbluffende logica dat burgers rustig mogen worden opgeblazen of neergeschoten, maar dat het vergassen van diezelfde burgers een “absolute gruweldaad” is die onmiddellijk dient te worden gestraft. Wie beter wil begrijpen waarom Westerse landen er dit soort criteria op nahouden kan terecht bij het boekje Arms and Influence van de econoom Thomas Schelling.

Schelling stelt dat militaire macht vaak niet dient om terrein te veroveren, maar veel meer om het gedrag van de tegenstander te beïnvloeden. Dit geldt zeker voor Syrië: het ligt niet voor de hand dat de VS het land willen bezetten, maar men zal graag het gedrag van het Syrische regime willen beïnvloeden. De manier om dat te doen is door een koppeling te maken tussen dat gedrag enerzijds, en (zoals Schelling het beeldend opschrijft) de mogelijkheid om pijn te doen anderzijds. Dat is het dreigement: doe zoals wij willen, of anders…

Het probleem in oorlogssituaties is dat het overbrengen van dreigementen, en vooral het objectief vaststellen of de voorwaarden geschonden worden, lastig is. Vandaar dat de voorwaarden vaak  kwalitatief van aard zijn. In plaats van “blijf op minstens 35 kilometer van de stad” is “steek de rivier niet over” een betere voorwaarde. Kwantitatieve voorwaarden kunnen stukje bij beetje geschonden worden, door middel van salamitactiek. Een goede voorwaarde is voor iedereen duidelijk, en het is ook voor iedereen duidelijk wanneer hij geschonden wordt.

Vandaar het gas, een kwalitatief ander middel dan kogels en bommen. Het dreigement van Obama was duidelijk, chemische wapens vormen een rode lijn. Daarmee hoopte hij het gedrag van het Syrische regime te beïnvloeden. Het lijkt erop dat dat niet gelukt is. Wat rest is het uitvoeren van het dreigement.