Jane Austen, speltheoretica

Nog maar net bekomen van de affaire Jane Austen, bankbiljet, is er nu een boek met bovenstaande titel. De schrijver Michael Chwe legt in dit filmpje alvast uit wat de bedoeling is. Inderdaad is dat niets anders dan het, met terugwerkende kracht, claimen van de populaire schrijfster als een vroege voorloper van de micro-econoom. Romantische fictie ho maar; tweehonderd jaar geleden doorzag Jane Austen de interacties tussen verschillende partijen op een manier die ons nog steeds veel kan leren over strategie.

Chwe ontleedt hoe karakters in de boeken van Austen proberen elkaar een loer te draaien, dan wel te overtuigen van hun oprechtheid, op een manier die rekening houdt met de mogelijke reacties van anderen. Dat is zeker niet uniek voor Jane Austen, in vrijwel elk blijspel wordt geredeneerd vanuit de tegenpartij (je zou vast een goede Frasier Crane, speltheoreticus, kunnen schrijven). Maar Austen schreef in een tijd waarin de Wealth of Nations nog maar net van de pers was, en bovendien gaat ze vrij uitgebreid in op de theorie van het beïnvloeden. En dus kun je een payoff matrix uittekenen met de opties van Mr. Darcy uitgedrukt in cijfers, en daar een logische strategie uit afleiden.

Het is niet lang wachten op de eerste persoon die hier een perversie in ziet. Kunnen die idiote economen en hun oneindige expansiedrift de literatuur niet eens met rust laten? Moet werkelijk alles uitgelegd in termen van winst en verlies? Maar dat is een beetje flauw. De strategische bespreking van het werk van Jane Austen doet de andere opvattingen niet ineens verdwijnen. Wie gewoon rustig wil zwijmelen gaat zijn gang maar.

Wat opvalt is dat het juist voor economen heilzaam kan zijn om eens door de bril van van de schrijfster te kijken. Anders dan in de standaardopvatting gaat Austen er niet vanuit dat iedereen even rationeel of optimaal te werk gaat. Chwe maakt een interessante studie van cluelessness, of onnozelheid, in haar boeken. Het komt erop neer dat hoger geplaatste, bevoordeelde, personen daar vaker aan lijden, en dus ook vaker om de tuin geleid worden. Dat is dan weer te verklaren door een aardige verzameling psychische en sociologische overwegingen, of enigszins teleurstellend, door het feit dat die bevoordeelde personen vaak mannen zijn. Chwe gebruikt  naast Austen ook andere voorbeelden van onnozelheid van hoger geplaatsten, zoals tijdens de Amerikaanse strijd om burgerrechten en in de strategie gevolgd tijdens de Vietnam-oorlog.

Voor een econoom op vakantie is het allemaal goed te pruimen, hoewel het universum van Jane Austen wel wat statisch aandoet. Vrijwel iedereen teert op zijn vermogen, of probeert dat van een ander te veroveren. “Ga eens werken” denk je soms onwillekeurig, in plaats van de hele dag te konkelen. Maar wellicht is dat de aard van de mens. Net toen ik genoeg begon te krijgen van de wereld van Jane Austen begon het Duitse meisje in de strandstoel naast me te klagen dat haar vriend niet reageerde op haar WhatsApps, terwijl hij aantoonbaar wel on line was geweest; moest ze hem er nu nog een sturen of beter nog een uur wachten? Ik tekende in het zand maar vast een payoff matrix.

Het luxepaper

Wie een huis in Nederland koopt moet rekening houden met het risico van overstroming. Dat risico vermindert de waarde van het huis en inderdaad wordt voor een laaggelegen huis zo’n €3000 minder betaald dan voor een hoger gelegen, vergelijkbare, woning. Dat zeggen althans mijn oud-collega’s bij de UU, de heren Garretsen, Bosker, Marlet en Van Woerkens in een nieuw boek, zo las ik vorige week op nu.nl.

Deze economen hebben geluk, want de verschijning van hun boek valt precies samen met de discussie over een verplichte verzekering tegen overstromingen voor alle Nederlanders (ligt niet voor de hand gegeven de korting op het huis, schrijft het kwartet) en de nodige wateroverlast over de grens. De pers nam hun conclusie veelvuldig over.

Snel het boek besteld om de volgende dag het naadje van de kous te achterhalen. En dat, beste lezers, is waar het me eigenlijk om te doen is. Die volgende dag bracht de postbode een kleine envelop waarin een minuscuul werkje opgeborgen bleek. Het boek van de vier economen was een gepopulariseerde versie van een wetenschappelijk artikel, dat eveneens in 2013 verschijnt. Mijn oud-collega’s hadden een working paper in het Nederlands vertaald en rijkelijk voorzien van foto’s van stromend water dat traag door oneindig laagland, afijn, de bekende plaatjes. Er stonden enkele prachtige kaarten in, dat wel. Maar de slechts twee tabellen en verwijzingen naar “complexe cijfermatige analyses” zonder die te laten zien (het gaat om fixed effects paneldata) zijn toch niet helemaal gericht op de econometristen onder ons.

Toch voelde ik me niet bekocht, eerder kwam er bewondering in me op voor de slimme collega’s die een heel nieuw genre in de wetenschap hadden weten te introduceren. Naast hun moeilijk te verteren, zwart-wit uitgevoerde, wetenschappelijk verslag was hier sprake van een luxepaper, dat zomaar door een gemiddelde Nederlander gelezen kon worden. Aansprekend onderwerp, een goed te begrijpen resultaat en een heldere aanbeveling in een makkelijk te behappen boekje. Iets om uit de tas te toveren op verjaardagen, maar ook een werk dat zomaar door een beleidsmaker serieus genomen kan worden.

In de discussie over media-economen waarvan niet altijd duidelijk is waar onderzoek overgaat in eigen mening, is dit wellicht een goed voorbeeld. Er is een wetenschappelijk resultaat, maar ook een publieksvriendelijk formaat met plaatjes en voorbeelden. Het één lijdt niet onder het ander en (economen let op) er lijkt zelfs een markt voor te zijn.

boekje

Toppublicatie kopen!?

Voor collega’s die nog wanhopig op zoek zijn naar een toppublicatie: op economenarbeidsmarktroddelwebsite econjobrumors.com verscheen vorige week de volgende advertentie:

I have a new paper that I consider my best work. For a variety of reasons, the marginal return professionally for this paper is very small for me. But I think it has an excellent shot a top journal, I would estimate 1/3 at the AER (I have published there before). So I am offering it for sale.

En dan per opbod natuurlijk. Al hebben zelfs sommige economen hun twijfels over de ethiek van een en ander, een intrigerende optie is het wel. Uiteraard wordt flink gespeculeerd over hoe echt dit allemaal is. Het ziet er op zijn minst verdraaid serieus uit. De betalingscondities bijvoorbeeld:

4. Your bid is for an AER or QJE. If it ends in Restud, you pay 65%. If it ends in the Journal of Labor Economics, Journal of Public Economics, or EJ, you pay 35%. Other journals are negotiable. [?¦]

6. Half of payment is due with a revise and resubmit. I will also make the needed changes. The final half is due with final acceptance.

Afijn, mocht ik binnenkort in de American Economic Review staan, dan weet u nu hoe dat komt.

Meest hilarische reactie is overigens:

is there a discount if I buy it twice? cheers, bruno

Over economie

(als beleidswetenschap)

Economics is a highly sophisticated field of thought that is superb at explaining to policymakers precisely why the choices they made in the past were wrong. About the future, not so much. However, careful economic analysis does have one important benefit, which is that it can help kill ideas that are completely logically inconsistent or wildly at variance with the data. This insight covers at least 90 percent of proposed economic policies.

Ben Bernanke.

May I have your votes please?

Over een week begint in Malmö de eerste halve finale van het 58e Eurovisie songfestival. Op zaterdag 18 mei staat, als alles goed gaat, de winnende artiest even voor middernacht een toegift te zingen voor enkele honderden miljoenen televisiekijkers.

De econoom kijkt geïnteresseerd mee. Het is veelzeggend dat Portugal dit jaar zal ontbreken vanwege bezuinigingen op de publieke omroep, terwijl de Duitse inzending nu al een wereldwijd exportsucces is. Maar belangrijker is dat het festival een uniek inkijkje geeft in de verhoudingen tussen de verschillende landen in Europa (en omstreken), en wel op een manier die in getallen vastgelegd wordt.

Enige uitleg is op z’n plaats. De handelstheorie voorspelt dat het goederenverkeer tussen twee landen onder meer bepaald wordt door de afstand, de relatieve productiviteit in verschillende sectoren en de mate van specialisatie. Modellen, gebaseerd op dit soort harde fysieke en economische gegevens, verklaren inderdaad een groot gedeelte van de handel, maar niet alles. Al in de jaren ’60 van de vorige eeuw speculeerden economen dat niet alleen aanbodfactoren, maar ook de vraag een rol speelde bij internationale handel. Landen zouden wellicht meer met elkaar handelen, als de bevolking van dezelfde dingen hield.

Het was moeilijk om deze theorie te testen, omdat daarvoor een maatstaf van “gelijksoortige preferenties” nodig is. Bij benadering is het mogelijk om te kijken naar landen die dezelfde taal spreken, of ongeveer even ver ontwikkeld zijn. De Nederlander Geert Hofstede ontwikkelde zelfs een raamwerk met verschillende culturele dimensies. Maar wellicht is er een simpeler benadering mogelijk door, daar komt het, te kijken welke landen elkaars liedje de meeste punten geven in het songfestival. Landen met dezelfde muzikale voorkeur zijn misschien ook geneigd elkaars waar te kopen. En dat klopt inderdaad. Ik kopieer niet vaak Engelstalige tekst uit een onderzoekssamenvatting, maar deze quote is niet te versmaden: We conclude that preferences influence trade through several channels, and that results of the European Song Contest are a robust predictor of bilateral trade. Een eerdere studie vindt hetzelfde effect [pdf].

Welnu, hoe zien die preferenties eruit? Hier staat één van de vele weergaven van de manier waarop landen hun Eurovisie-punten uitdelen. We ontwaren een Scandinavisch blok, een Balkan-blok en de vaak verfoeide club-Oost Europa. Nederland hangt samen met Armenië, België, en Turkije. De verklaring voor deze stemblokken is in dit geval puur cultureel, en niet het resultaat van voor-wat-hoort-wat bij het stemmen. De landen in een blok sluiten gewoon goed op elkaar aan qua preferenties, net zoals de Cyprioot nou eenmaal van Griekse muziek houdt.

Het is verleidelijk om deze blokvorming toe te passen op verdere vraagstukken van economische integratie. Landen die veel met elkaar handelen vormen wellicht een optimaal muntgebied. Hoe zag de eurozone eruit, als we die op basis van het songfestival hadden samengesteld? Zo op het oog kunnen Cyprus, Malta, Ierland beter naar de Pond-zone rondom het VK, en Finland naar het Scandinavisch blok.  Turkije en ex-Joegoslavië komen ervoor in de plaats. Wellicht vindt u nog meer verbanden: de stemdata staan hier, en vanaf volgende week kunt u weer drie avonden empirisch onderzoek doen, voor de televisie.

Overigens, de handelstheorie is niet de enige tak van de economie die het songfestival gebruikt voor onderzoek. Mede-blogger Marco Haan publiceerde al eens over het verschil tussen juries en open stemmingen op basis van Eurovisie-data.

Sloddereconomie

Voor het onwaarschijnlijke geval dat u het gemist heeft; gisteren ontplofte het economeninternet bijkans door deze kwestie. In een nogal invloedrijke paper in de American Economic Review van 2010 laten Reinhart en Rogoff zien dat landen met een schuld boven de 90% minder hard groeien. Dat resultaat geldt als belangrijke onderbouwing voor de stevige bezuinigingen die her en der worden doorgevoerd. Wat blijkt? Er zijn wat foutjes gemaakt bij de data-analyse. Of, nou ja, Reinhart en Rogoff bedienden zich van praktijken waar we tot nu toe vooral sociaal-psychologen van beschuldigden:

Three main issues stand out. First, Reinhart and Rogoff selectively exclude years of high debt and average growth. Second, they use a debatable method to weight the countries. Third, there also appears to be a coding error that excludes high-debt and average-growth countries. All three bias in favor of their result, and without them you don’t get their controversial result.

Dat laatste is met name koddig: er bleek een foutje te zitten in de Excel-spreadsheet waarmee de regressie gedaan werd, waardoor een paar landen niet meegenomen werden. Tja. Wat eigenlijk vooral schokkend is, is dat de analyse blijkbaar zo weinig robuust is dat zulke keuzes en foutjes uberhaupt het oorspronkelijk gepubliceerde resultaat volledig onderuit halen.

Pijlsnel kwamen Reinhart en Rogoff met een reactie, die vooral als onthutsend zwak wordt beschouwd.

Meer hier en hier.

Ballen blijven steken

Drama woensdagavond bij de Duitse Lotto, zo schijnt het.

De trekking, die in Duitsland live op televisie wordt uitgezonden, moest ongeldig verklaard worden omdat twee balletjes in de trommel waren blijven steken. Wie de zes juiste cijfers had aangekruist, mocht zich exact 22 minuten rijk rekenen. Toen doorprikte de Lotto de droom van vele miljoenen. De trekking werd als ongeldig verklaard en overgedaan.

Toch vraagt een mens zich af waarom. A priori mag je aannemen dat het voor alle ballen even waarschijnlijk is dat ze blijven steken. En dat betekent weer dat de uitslag als er een paar ballen blijven steken net zo willekeurig is als een uitslag waarbij dat niet het geval is.

En mocht het voor bepaalde ballen al waarschijnlijker zijn dat ze blijven steken, dan kan iedereen daar bij het invullen van zijn lottoformulier rekening mee houden en wordt er dus niemand bevoordeeld. Strikt genomen zou er pas reden zijn om de trekking over te doen als er aanwijzingen zijn dat er bepaalde mensen zijn met meer informatie over mogelijke steekballen dan anderen. Maar daarvan lijkt geen sprake.

Eigenlijk zou het de trekking alleen maar spannender maken, als er zo af en toe eens een bal blijft steken. En er dan meteen bij verteld wordt welke dat is.

Panicos

Ja, wat een grap, de topman van de Cypriotische centrale bank heet Panicos. Nomen est omen, weet u wel.

Wellicht is het na deze dijenkletser nuttig om even op ’s mans RePEc pagina te kijken. Panicos is namelijk een serieuze econoom die uitgebreid publiceerde over de rol van banken in een ontwikkelende economie, en dan met name de wenselijkheid van overheidsingrijpen in die sector.

Met inachtneming van zijn lokale kennis zou Panicos van alle economen zo maar eens de beste man op zijn huidige plek kunnen zijn. De crisis op Cyprus biedt ons dus een mooie testcase om eens te zien wat al die academische wijsheid in de praktijk waard is. Vooral omdat het land in dit soort gevallen ook nog eens een nobelprijswinnaar in de economie kan invliegen.

Het is wachten tot maandag voor een eindoordeel, maar volgens specialist Michiel Bijlsma was de heffing op kleine spaarders alvast een slimme, strategische, zet.