Freygate

Binnen de sociale wetenschappen is de Kwestie Stapel het gesprek van de dag, maar economen hebben het al maanden over een soortgelijke zaak. Bruno Frey, voorheen een zeer gerespecteerd Zwitsers non-mainstream econoom, wordt beschuldigd van zelfplagiaat, het recyclen van onderzoeksresultaten naar verschillende wetenschappelijke tijdschriften zonder daar naar te verwijzen. Toegegeven, dat gaat wat minder ver dan het uit je duim zuigen van onderzoeksresultaten, maar binnen de mores van de economische wetenschap geldt het wel degelijk als halsmisdaad.

De zaak kwam aan het rollen met dit anonieme blogbericht, waarin werd geconstateerd dat een artikel van Frey, Savage en Torgler over Titanic in het Journal of Economic Perspectives wel erg veel weg had van een artikel van dezelfde heren in het Journal of Economic Behavior and Organization. Toen de editor van JEP daar lucht van kreeg schreef hij een niet malse brief naar Frey (“we find your conduct in this matter ethically dubious and disrespectful“), die ook integraal werd afgedrukt in het tijdschrift. Bij JEBO schijnen de heren inmiddels op de zwarte lijst te staan. Inmiddels blijkt hetzelfde artikel in nog eens twee tijdschriften te zijn gepubliceerd.

Handelsblatt-journalist Olaf Storbeck beet zich in de zaak vast en Frey werd zelfs aan de tand gevoeld door een Zwitserse krant waarin hij zich op zijn zachtst gezegd nogal curieus verweerde. Inmiddels is er de FreyPlag Wiki, waar iedereen nieuwe gevallen van zelfplagiaat mag melden. Dat heeft al geleid tot weer twee identieke artikelen, nu over “Publishing as Prostitution”. Gevoel voor ironie heeft de man wel.

Op de weblog van de Wall Street Journal staat inmiddels een artikel over Frey en Stapel.

Een klein verschil van mening

Het zijn waanzinnige tijden voor een macroeconoom, u merkt het aan de lage frequentie waarmee ik van mij laat horen. Het meest onwaarschijnlijke aan de discussies die op dit moment spelen is de mate waarin volstrekt tegengestelde dingen beweerd worden. Zo speelt er met name een groot verschil van inzicht tussen hen die vinden dat groei het meest belangrijk is (groei maakt schulden vanzelf kleiner) en hen die vinden dat schuldenafbouw eerst komt (want veel schulden hinderen de groei). Vergelijk bijvoorbeeld Münchau in de FT vanochtend

I would personally go all the way, and advocate a discretionary fiscal stimulus in Germany, the Netherlands and Finland to offset austerity in the south.

met Mark Rutte in de Telegraaf:

Het kabinet waarschuwt voor extra bezuinigingen na 2012, bovenop de 18 miljard euro van deze regeerperiode. […] “we willen echt dat monster van de staatsschuld killen”, stelt de premier.

Zie ook: de paradox van de spaarzin. Het verschil tussen beide heren is hun perspectief: Rutte wil Nederland redden, Münchau Europa. De vraag is of Nederland wel beter af is als Europa in de vernieling ligt. Interessante tijden.

Wereldhandelgroeivertragingsverschillen

Gisteren meldde de OECD dat de wereldhandel in het tweede kwartaal minder sterk is gestegen dan in het eerste. Even opletten nu: de stijging is minder sterk dan die was, maar de wereldhandel groeit dus nog steeds. Is deze subtiliteit aan Nederlandse journalisten besteed? Natuurlijk niet.

Wereldwijde handel sterk gedaald.

koppen nu.nl en Volkskrant gretig. Nee, dan het NRC. Die slaat wat door naar de andere kant en gaat enthousiast tweede afgeleides vergelijken:

De exportgroei [van de VS] daalde iets minder [dan de importgroei].

Ik heb er lang over nagedacht waarom dit een interessant dan wel relevant gegeven zou kunnen zijn, maar ik ben er niet uitgekomen. Dat wereldwijd (goed, G7 plus Brics, maar dat is haast hetzelfde) de exportgroei minder sterk daalt dan de importgroei (wat ook uit het artikel blijkt) is sowieso wat moeilijk plaatsbaar: wereldwijd zou immers toch moeten gelden dat wat er uit gaat er ook weer in komt, als u begrijpt wat ik bedoel. Verder lijkt deze journalist het wel ongeveer te begrijpen, maar in de laatste zin van het bericht gaat het toch nog mis:

Het enige andere land naast China dat ook meer heeft gehandeld is Brazilië. Daar bedroeg de importgroei 11,2 procent, waar in het eerste kwart van het 2011 een toename van 5,7 werd genoteerd.

Fout. Brazilië en China zijn niet de enige landen die meer hebben gehandeld, het zijn de enige landen die meer meer dan eerst hebben gehandeld. Of zo.

Zwakte is sterkte

Terug in Nederland kan ik melden dat ik op vakantie in ieder geval één economische klassieker gelezen heb, The Strategy of Conflict van Thomas Schelling .Vier jaar geleden moest ik het doen met zijn biografie, maar ’s mans proza is een stuk interessanter.

Speltheorie, natuurlijk. Het onderwerp van de eerste hoofdstukken is de situatie waarin twee spelers zowel een tegengesteld als een gemeenschappelijk belang hebben. In het werk van Schelling zijn die spelers meestal de VS en de USSR, die kleine voordelen ten opzichte van elkaar willen halen maar allebei de totale oorlog willen vermijden. Maar er zijn veel meer toepassingen, zoals ouders die streng (maar niet te streng) zijn en hun kinderen die daar gebruik van maken.

De mooiste conclusie van Schelling is het tegen-intuïtieve weakness is strength. Wie in een dergelijk conflict zit en maar erg weinig mogelijkheden heeft, komt vaak als beste uit het spel. De dronken fietser krijgt ruim baan, wie zijn schepen verbrandt wint de strijd op het land, er zijn vele voorbeelden te verzinnen. De truuk is om als speler zo snel mogelijk een commitment te hebben waar je niet meer onderuit komt. De tegenspeler die ziet dat je niet anders kunt zal zich naar zijn lot schikken.

Ik schreef jaren geleden al eens over dit principe als verklaring voor het mysterieuze bordje “slagbomen dalen automatisch” dat je op de Nederlandse wegen nogal eens tegenkomt. Ook in Italië bood het lokale verkeer een mooi voorbeeld. Kijk eens naar deze typische invoegstrook van de Italiaanse autostrada (vergelijk een Nederlands exemplaar). De Hollandse automobilist schrikt zich in eerste instantie rot: het verkeer wordt zonder pardon op de rijbaan gesmeten, zonder de invoegstrook van honderden meters die wij gewend zijn. Maar ook hier geldt dat de zwakte een sterkte blijkt: andere bestuurders weten dat de invoeger geen kant opkan en maken netjes een gaatje. Na een tijdje blijkt dat het invoegen beter gaat dan thuis.

DNB wil duurdere autoverzekeringen

Voor wie leeft met de gedachte dat meer concurrentie en lagere prijzen alleen maar goed is voor consumenten is het stevig slikken dat nota bene op last van DNB de premies van autoverzekeringen omhoog moeten. Op internet heerst een prijzenslag en dat is een zorgelijke situatie.

Ik ben bang dat ik het niet helemaal snap. DNB moet zorgen dat er geen banken omvallen en dat is goed, want als een bank omvalt, vallen anderen snel mee en dat is zorgelijk. Maar zulke domino-effecten zullen bij verzekeraars niet snel optreden. Natuurlijk, het is nogal sneu als een consument bij het omvallen van een verzekeraar onverzekerd blijkt, maar zou dit nu de beste manier zijn om dat marktfalen op te lossen!? Het is ook sneu als een consument door het omvallen van een reisbureau niet meer op reis kan, en daarom hebben we in die sector de SGR. Kunnen we zoiets in de autoverzekering ook niet doen? Of zie ik iets over het hoofd? (dank aan Remco)

Slecht weer

Genoeg over de financiele crisis nu, terug naar dingen die er echt toe doen: de beroerde zomer. Gedupeerde ondernemers worden steeds creatiever in het hoofd boven water houden in deze tijden van hevige slagregens. Neem nu dit item op RTV Noord: een campinghouder in Sellingen overweegt een regenvergoeding te gaan aanbieden. Hoewel, 10% korting bij 10 millimeter regen zet nu niet echt zoden aan de dijk, en is eerder prijsdiscriminatie dan een verzekering. De uitbater weet dat hij niet arm zal worden van deze actie, op de camping regent het immers aanzienlijk minder dan in de rest van Nederland. Ja heus. Het filmpje is vrij hilarisch, vooral voor hen die het lokale dialect machtig zijn.

Nee, dan Droompark Hooge Veluwe; die biedt deze maand een echte verzekering tegen slecht weer. Maar dan moet het op de camping wel gedurende 5 dagen beneden de 20 graden blijven. Of het op deze camping aanzienlijk warmer is dan in de rest van Nederland vermeldt het bericht niet. (dank aan Peter)

Crisis update

Enkele observaties naar aanleiding van de recente beursval:

  • Roger Myerson probeert te snappen waarom een downgrade van de VS toch leidt tot hogere prijzen van Amerikaans schuldpapier.
  • Niet alleen houders van Grieks schuldpapier maken zich zorgen over de waarde van hun bezittingen. Denk ook eens aan de zielen die nog wanhopig een exemplaar van Dow 36.000 of, nog erger, The Great Depression of 1990 op de tweedehands markt proberen te slijten.

Profijt

Merkwaardig bericht in de Volkskrant vanochtend: De 10% rijkste huishoudens zouden “financieel het meest profiteren van de overheid”. Niet heel verrassend, aangezien de hypotheekrenteaftrek ook als “financieel profijt van de overheid” blijkt te worden meegerekend.

Dat lijkt me een vreemde redenering. De rijksten betalen in Nederland verreweg de meeste belasting, vanwege de hypotheekrenteaftrek is die belasting net wat lager, en dus zou hun profijt van de overheid hoog zijn!?

Profijt van de overheid zou toch op zijn minst als netto bedrag moeten worden berekend, niet als bruto.

Groeitheorie

Eigenlijk had ik deze beker aan mij voorbij willen laten gaan, maar van diverse kanten worden wij aangespoord om aandacht te besteden aan deze recente bijdrage aan de groeitheorie [pdf]. Een ondernemende Fin heeft een dataset ontdekt waarin de gemiddelde lengte van het mannelijk lid per land is vastgelegd. Echt waar: de bron is hier en heeft histogrammen met de nationale vlag erin verwerkt.

Nu is het een favoriete sport onder economen om met allerlei soorten cross country data op zoek te gaan naar verbanden met bijvoorbeeld groei en inkomen in verschillende landen. In een working paper dat knap balanceert tussen het absurde en het doodserieuze doet deze Tatu Westling precies dat, en hij vindt het volgende verband (dit zal toch wel een hij zijn? Mijn Fins is niet zo sterk).

201107212331.jpg

Horizontaal de gemiddelde lengte (in erecte positie) en verticaal het (vergelijkbaar gemaakte) BBP per hoofd in 1985. Het, zo op het oog, is geen heel sterk verband. Toch haalt het de statistische grens van 5% significantie en, belangrijker, dit instrument werkt beter dan erkende indicatoren zoals de kwaliteit van het politieke proces.

Wat moeten we hier nu mee? Een echt wetenschappelijke doorbraak is het niet: het definitieve verhaal over groeiregressies is al in 1997 geschreven door Xavier Sala-i-Martin. Hij probeerde elke mogelijke verklarende variabele uit (het artikel heet I just ran 2 million regressions) en vond dat grofweg 9 categorieën het systematisch goed deden. Toch is er, uit methodologisch oogpunt, niet echt iets mis met het verhaal. Ik zou het daarom eerder zien in de traditie van Mankiw en Weinzierl, die met een standaardmethode uitkomen op de conclusie dat lange mensen meer belasting moeten betalen. En daarmee eigenlijk willen zeggen dat de standaardmethode misschien niet altijd werkt.

Dat is voor lezers van deze website niet echt nieuws. We hebben een hele categorie waarin we ludieke verbanden aan de orde stellen. Onder het motto: statistiek is mooi, nadenken nog mooier. Evengoed is het, zoals Marco vanmiddag opmerkte, wel een mooi lulverhaal.