Diamond heeft um! (en Mortensen en Pissarides)

Ach, het zoet der overwinning. Zoals deze weblog al als een der weinigen voorspelde heeft Peter Diamond zojuist de Nobelprijs gewonnen, voor “markten met zoekfricties”. Oh ja, Mortensen en Pissarides mochten ook meedelen.

Diamond krijgt um dan vooral voor zijn werk over de Diamond Paradox. Stel dat er een aantal bedrijven concurreert op prijs. Normaal gesproken zou je volgens het Bertrand model dan verwachten dat iedereen een prijs zet die gelijk is aan marginale kosten. Maar stel nu eens dat er zoekkosten zijn: een consument moet een klein beetje moeite doen om achter de prijs van een bedrijf te komen. Dat kost een consument s per bedrijf. Als alle bedrijven dan een prijs gelijk zetten aan hun marginale kosten, dan kan een van de bedrijven daar van profiteren door z’n prijs net een tikje (maar minder dan s) te verhogen. Voor een consument die daar terecht komt is het dan niet de moeite waard om naar een ander bedrijf te gaan (immers: de extra zoekkosten wegen niet op tegen de lagere prijs). Een prijs gelijk aan marginale kosten is dan geen evenwicht, omdat elk bedrijf een prikkel heeft zijn prijs net iets hoger te zetten.  Maar met hetzelfde argument is een iets hogere prijs ook al geen evenwicht. De enige prijs waarbij niemand nog een prikkel heeft om die iets te verhogen is de monopolieprijs. Door de introductie van kleine zoekkosten klapt het evenwicht dus van een volledig competitieve prijs naar de monopolieprijs, en dat is verontrustend.

(later meer)

Maurice Allais

Terwijl we wachten op de Nobelprijs van dit jaar, komt het bericht dat Maurice Allais, de winnaar van 1988, op 99-jarige leeftijd is overleden. Allais is vooral bekend van de Allais Paradox, en dus eigenlijk een voorloper van de huidige stroom aan behavioral economics. Verder blijkt de man onder meer ook grondlegger van het overlapping generations model, en houder van een eredoctoraat van de Rijksuniversiteit Groningen.

Nobel!

Ze beginnen al weer te vallen, de Nobelprijzen. Zoals gebruikelijk is die van Economie weer de laatste, want geen echte Nobelprijs. De prijs wordt volgende week maandag na 1 uur Nederlandse tijd bekend gemaakt. De hoogste tijd dus om in te zetten.

Volgend jaar tipten we Nordhaus, omdat het tijd was voor een outsider. Op zich bleek die observatie correct, alleen bleek de prijs te gaan naar twee andere outsiders. Dit jaar zal het weer tijd zijn voor een mainstream econoom. Nordhaus lijkt daarom niet kansrijk.

Topfavoriet volgens Ladbrokes vorig jaar was Eugene Fama, dit jaar lijkt het (nog) niet mogelijk om bij deze bookmaker te wedden. De andere favorieten waren Romer, Fehr, French, Nordhaus, Barro, Rabin en Tirole. Thomson noemt dit jaar Alesina, Kiyotaki, Moore en Murphy. Kiyotaki en Moore doen dingen die relevant lijken voor de actualiteit, en daar is het Nobelcomite altijd gevoelig voor. Murphy is een briljant empirisch econoom, maar lijkt te jong (mooie analyse over leeftijd en Nobelprijs staat hier) en voorzover ik kan inschatten ook niet baanbrekend genoeg.  Marginal Revolution noemt Thaler/Schiller, Weitzman/Nordhaus, “3 econometristen”, Tirole/Hart, (Douglas) Diamond, Jorgenson.

Bij ons vaste rijtje voorspellers voegen zich dit jaar, curieus genoeg, de Simpsons. Ja heus. In de eerste aflevering van dit jaar in de VS schijnen Lisa en drie vrienden een pooltje te hebben voor alle Nobelprijswinnaars. De aflevering is in Nederland niet te zien, maar hier staat een screenshot. De genoemde economen: Bhagwati, Holmstrom, Dixit, Helpman. Helemaal geen onaardig rijtje.

Fama en Barro verdienen um zeker, maar zijn politiek nog te gevoelig. Tirole’s kansen nemen met het jaar toe, maar is nog steeds jong. Op zich is het ook weer eens tijd voor een econometrist, Jerry Hausman misschien? Vooralsnog hou ik het op Peter Diamond, een econoom die ontstellend veel gedaan heeft, en inmiddels ook de juiste leeftijd heeft. Bovendien is hij met name bekend om zijn werk over sociale zekerheid, dus daar kan het Nobelcomite zich niet echt een buil aan vallen.

Lachwekkende belastingen

Op dit weblog mogen wij ons nog wel eens vrolijk maken over absurde douanebepalingen, zie bijvoorbeeld hier en hier. Ook de Zwitserse minister van Financiën ziet van dergelijke absurditeiten de humor wel in, getuige dit optreden in het parlement.

Volgens Google Translate zegt hij

In overeenstemming met aantekening 6 op hoofdstuk 2 van de GN, heeft de douane ook wel Zwitserse opmerkingen gepubliceerd op het douanetarief. Daarna bepaalde producten nog steeds geclassificeerd in hoofdstuk 2, die is verergerd in de productie van specerijen, op voorwaarde dat het karakter van de goederen van dit hoofdstuk niet wordt gewijzigd (bijvoorbeeld lucht gedroogd rundvlees). Uitgezonderd van dit hoofdstuk is echter vlees dat de kruiderijen distribueert op alle oppervlakken van het product met het blote oog worden waargenomen.

en dat is inderdaad vrij lachwekkend.

Alles is te koop

De oogst van de afgelopen week:

  1. Aandelen een slechte belegging? Nu is de markt voor postzegels ook al ingestort.
  2. In de VS blijkt marihuana aan de westkust een stuk goedkoper dan aan de westkust oostkust. Wie echt op een koopje uit is gaat echter naar Canada. Of Amsterdam natuurlijk. [via]
  3. In Afghanistan blijkt een stem voor de verkiezingen van aanstaande zaterdag in de rustige provincie Kunduz zo’n 15 dollar kosten, maar in het onrustige Kandahar slechts 1 dollar.

Commons, internet en hondenpoep

Het is een bekend probleem. Als meerdere mensen in dezelfde vijver vissen, zal ieder de neiging hebben om meer op te vissen dan maatschappelijk verantwoord is. Inderdaad, de tragedy of the commons. Volgens hardcore economen gaat het helemaal mis en is de vijver binnen de kortste keren leeggevist. Elinor Ostrom deed onderzoek naar wanneer het allemaal nog meevalt en kreeg daarvoor vorige jaar de Nobelprijs. Dat het probleem nog steeds actueel is bleek de afgelopen week.

Gevalletje 1, en al eerder in onze rechter kolom:  aanbieders van mobiel internet leveren dat voor een zacht prijsje, er van uitgaand dat gebruikers zich heus wel zullen beheersen. Dom natuurlijk.

Gevalletje 2: in de Groningse gemeente Thesinge krijgen alle hondenbezitters hun hondenbelasting terug, mits de collectieve hondenpoepoverlast aantoonbaar afneemt. En verdraaid, het lijkt te werken. Zie ook de berichtgeving van de gemeente zelf.

Volleybal en speltheorie

Fascinerend artikel in de sportbijlage van de Volkskrant afgelopen zaterdag over het Nederlands volleybalteam en, vooral, de wetenschap daarachter [helaas niet online]. Zo blijkt dat voor de gemiddelde international tegenwoordig een cursus speltheorie geen overbodige luxe is. Ga er vooral goed voor zitten:

‘Ik ben ervan overtuigd’, zei middenaanvaller Wytze Kooistra vorige week woensdag [?¦], ‘dat we beter weten hoe de Esten spelen dan de Esten zelf [?¦] Als Estland zou weten hoe het speelt, zouden ze niet zo voorspelbaar spelen. Wij zijn trouwens ook niet altijd onvoorspelbaar, maar ik denk niet dat zij dat weten. Want daar heb je een goede scout voor nodig. En als zij een goede scout hadden, zouden ze niet zo spelen zoals ze spelen.’

Ik bedoel maar. Even verderop wordt het nog interessanter, als wordt besproken hoe er verdedigd moet worden:

Als blijkt dat ze [?¦] meestal over rechts gaan, zet je alvast een stapje naar rechts’. Dit is een zogenaamd commit block. Je committeert je immers aan de informatie die je hebt gekregen. Het probleem met de commit blocks is dat de tegenstander waarschijnlijk weet dat jij weet wat zij meestal doen. ‘Klopt’, zegt Kooistra. ‘Maar je blijft dan toch gewoon die kant op gaan. Alleen niet te snel, want dan kan een goede spelverdeler het uit zijn ooghoeken zien. Je moet een beetje spelen met je kennis, een stapje naar de andere kant zetten, en dan toch weer terugkomen. Maar als hij hem dan toch de andere kant opspeelt, is dat zijn verdienste.’ Zo nu en dan komt het dus voor dat een tegenstander tegen een ‘nulblok’ staat – tegen niemand dus. ‘Dat ziet er dan dom uit, maar het is juist het gevolg van een gedegen analyse.’ Volleybal lijkt zo bezien een bizar speltheoretisch experiment. ‘Het wordt een beetje: wat denk ik dat hij denkt dat ik denk wat hij denkt dat ik doe.’

De echte speltheoreticus ziet nu natuurlijk waar het misgaat: het kan nooit een evenwicht kan zijn om altijd ‘gewoon naar rechts te gaan’, want dan slaat de aanvallende ploeg altijd naar links. Wie verstandig is, speelt gemengde strategieen, soms naar rechts, soms naar links, zo willekeurig mogelijk, maar met kansen die afhangen van hoe goed de aanvallende partij beide kanten opspeelt. Daar is serieus onderzoek naar gedaan, in de context van penalties [pdf] en opslagen bij tennis [pdf].

Overigens ging de beslissende tweede wedstrijd van Onze Jongens tegen Estland jammerlijk verloren.

De VVD en de Anti-Pigou Club

Vaak zijn belastingen verstorend. Maar soms zijn ze welvaartsverhogend: als er een belasting wordt geheven op goederen met negatieve externe effecten dan wordt er minder van geconsumeerd zodat we dichter bij het maatschappelijk optimum komen. En ze leveren nog geld op ook. Wat wil een mens nog meer. Een belasting op vervuiling is er zo eentje. Of een kilometerheffing. In vaktermen staan ze bekend als Pigou belastingen, we schreven er eerder over.

Greg Mankiw houdt op zijn weblog zelfs het ledenbestand bij van de Pigou Club: iedereen die zich in de VS uitspreekt voor belastingen die een marktverstoring corrigeren, wordt automatisch lid.

In Nederland zal die club toch ook leden hebben? De VVD misschien, toch de partij die er prat op gaat zo economisch verantwoord te zijn? Vergeet het maar.  Tweede Kamerlid Anne Mulder laat er vandaag in het AD geen enkele twijfel over bestaan:

Mulder is sowieso tegen belastingen die goed gedrag, zoals rijden in een schonere auto, moeten belonen. ‘Levensgevaarlijk’ noemt ze dat in de krant [sic]. "Belastingen zijn er niet om gedrag te veranderen maar om geld binnen te halen.”

[dank aan Eelco]

Update: Mathijs Bouman is ook met stomheid geslagen door de domheid van deze VVD-er: http://blogs.z24.nl/boumans_blog/2010/08/domste-opmerking-van-de-week-komt-van-de-vvd.html

Vickrey veilingen

In de Volkskrant gisteren (niet online) een artikel van Henk Strating over aanbestedingen en hoe we er voor kunnen zorgen dat niet alleen prijs maar ook kwaliteit een rol speelt bij de vraag aan wie de opdracht wordt gegund. Dat is inderdaad een ingewikkeld probleem, maar de oplossing die Strating aandraagt slaat de plank volledig mis:

?¦ [W]at echt zou kunnen helpen is een verbod om de opdracht te gunnen aan de aanbieder met de allerlaagste prijs. Dat zal hen stimuleren om kwaliteitsaspecten in hun aanbieding mee te nemen om een hogere prijs te rechtvaardigen?¦ De econoom Mathijs Bouman noemt dat [?¦] ‘een omgekeerde Vickrey-veiling’. Op een Vickrey-veiling betaalt de hoogste bieder voor bijvoorbeeld een kostbaar schilderij het op één na hoogste bod.  [?¦] Door de aanbieder met de allerlaagste prijs buiten spel te zetten, hoeven bedrijven die zich op kwaliteit willen onderscheiden minder bang te zijn door een pure prijsvechter te worden afgetroefd.

Helaas, hier gaat iets mis. Op een Vickrey veiling wint inderdaad degene met het hoogste bod en betaalt hij het op één na hoogste. Maar dat betekent geenzins dat, in de context van een aanbesteding, de “aanbieder met allerlaagste prijs buitenspel wordt gezet”. Integendeel, deze aanbieder wint nog steeds, alleen krijgt hij niet het bedrag waarvoor hij zelf heeft ingeschreven maar het bedrag van de op één na laagste inschrijver.

Slimme inschrijvers houden daar natuurlijk rekening mee, en passen hun biedgedrag aan aan de spelregels van de veiling. Dat doen ze zodanig dat de verwachte opbrengst bij een Vickrey veiling precies dezelfde is als die bij een standaard veiling, het revenue equivalence principle, en dat was precies de essentie van het artikel van Vickrey waarin hij zijn veiling introduceerde. Een Vickrey veiling lost het gesignaleerde probleem dus zeker niet op.  (dank aan Bastiaan)

Update: het artikel staat hier.

Woekerheimweeverzekering

Vorige week was het al in het nieuws. Ouders die hun kinderen mee laten gaan met een vakantiekamp van Simbo kunnen nu een heimweeverzekering afsluiten: ze krijgen dan al hun geld terug als kindlief wegens heimwee weer opgehaald moet worden. Dat klinkt sympathiek.

Nu zag ik gisteren toevallig een artikel in de Telegraaf (tja, een mens is wel eens op familiebezoek), waardoor het initiatief plots een stuk minder sympathiek klinkt. Iddo Schoen, directeur van Simbo, geeft onbedoeld een inkijkje in de kosten en baten van de verzekering. Lees eens mee (helaas niet online):

[V]aders en moeders [?¦] wilden wel een reis boeken voor hun kinderen, maar waren bang dat die door heimwee snel weer thuis zouden zijn. "Ik vertelde altijd eerlijk dat dat weinig voorkomt. Van de 14.000 kinderen die vorige zomer via ons op vakantie zijn gegaan, zijn er totaal 14 naar huis gekomen vanwege heimwee."

Aha. De kans dat er moet worden uitgekeerd is dus 0,1%. Goed, er zijn ook administratiekosten, verzekeraar de Europeesche moet er ook nog iets aan verdienen, dus wat zal zo’n verzekering uiteindelijk helemaal kosten? 0,2, 0,3% van de reissom? Vergeet het maar:

Het kost je zo’n 5 procent van het totale bedrag.

Ouders die zo’n verzekering willen afsluiten, moeten dus wel last hebben van een enorme risico-aversie. Maar goed, het zijn volwassen mensen, en ze kunnen altijd nog zelf beslissen of ze het wel of niet doen. Toch? Ehm, ook al niet:

De heimweeverzekering van Simbo is inmiddels standaard opgenomen in de reguliere reissom. Niet optioneel dus, maar verplicht.

Goed. Het ogenschijnlijk sympathieke initiatief komt dus neer op een verplichte verzekering die vijftig keer meer oplevert dan hij hoeft uit te keren. Daar kan menig woekerpolis nog een puntje aan zuigen.