Meer concullega’s

Het Nederlandse economenwebloguniversum dijt steeds verder uit en dat is alleen maar goed. Op weblog Sargasso schrijven Mark Dijkstra en Joël van der Weele onder de noemer Duopolie al weer een half jaar een column over economie.  Keurig elke week. Kunnen wij nog een puntje aan zuigen.

Overigens zijn de auteurs ook al allebei opgeleid in Groningen, maar dit natuurlijk geheel terzijde.

Money! Money! Money!

Dat belastingen gedrag beinvloeden wist u natuurlijk al lang. Dat betreft zelfs de meest essentiele gebeurtenissen des levens: geboorte en dood.

Nu we het toch over het Eurovisie Songfestival hebben: eerder dit jaar onthulde Björn Ulvaeus waarom Abba in de jaren ’70 en ’80 zulke extravagante kleding droeg: voor de Zweedse belastingen was hun kleding slechts fiscaal aftrekbaar als het met goed fatsoen niet op straat gedragen kon worden.

Solow over topinkomens (en Piketty)

It is of course possible that “supermanagers” really are supermanagers, and their very high pay merely reflects their very large contributions to corporate profits [?¦] This explanation would be harder to maintain if the phenomenon turns out to be uniquely American. It does not occur in France or, on casual observation, in Germany or Japan. Can their top executives lack a certain gene? If so, it would be a fruitful field for transplants.

Aldus een nogal droge Robert Solow in een recensie van Piketty, u weet wel, het boek waar iedereen het over heeft. Het is dan ook vrij uniek dat een economieboek de bestsellerlijst van Amazon aanvoert (meer over het verkoopsucces hier).

Die recensie van Solow is trouwens extreem helder en volledig, en maakt het lezen van het boek haast overbodig. Lang niet alle recensies zijn even positief, zie bijvoorbeeld deze en deze. Ook deze is boeiend. In het Nederlands (maar wel  technisch) geeft Bas Jacobs een uiteenzetting in drie delen. Ondertussen beweert Nassim Taleb dat het allemaal een statistische artefact zou zijn. Een video van een discussie tussen Piketty, Stiglitz en Krugman staat hier.

We zijn er weer!

Het is een tijdje akelig stil geweest op deze plek, wegens allerlei omstandigheden. U kent dat wel, hoge opportunity costs, dat soort dingen. Maar we zijn er weer. Mede due to popular demand, waarvoor dank. De komende weken gaan we onder meer wat oude meuk wegwerken die toch de moeite waard is, maar even was blijven liggen. En nieuwe dingen doen natuurlijk, voorzover die voorbij komen. U mag ons altijd tippen.

Het is goed weer terug te zijn.

Reggae en de S&P

Kijk, daar worden wij nu blij van. Onderstaand filmpje van CNN laat de ontwikkeling van de S&P500 in 2013 horen op een reggae beat. Elke toon geeft de hoogte van de slotkoers van een dag, en aangezien Wall Street in het weekend dicht is, levert dat een aanstekelijke 5/7 maat op. Al begint het fluittoontje in december wel irritant hoog te worden.

Hier staat meer achtergrond (via @FrederiekeH)

Het Mickey Mouse Monopolie

Eerder vandaag maakt Bas ter Weel op het ESB-blog  melding van de dood van Walter Oi, en van zijn analyse van de kosten van de militaire dienstplicht in de VS. Grappig, want ik kende de man alleen maar van zijn analyse van het two-part tariff in een klassiek artikel met de briljante titel A Disneyland DIlemma: Two-part Tariffs in a Mickey Mouse Monopoly.

Stel u bent eigenaar van Disneyland en elke bezoeker heeft dezelfde vraagfunctie voor ritjes in de achtbaan. U kunt dan de standaard monopolieprijs zetten waarbij marginale opbrengsten gelijk zijn aan marginale kosten. Stel echter dat u de prijs gelijk zet aan marginale kosten. Dat maakt bezoekers bijzonder gelukkig; zo’n prijs genereert een veel grotere vraag naar achtbaanritjes en dus een veel groter consumentensurplus. Maar, en nu komt het, vervolgens heft u een toegangsprijs die precies gelijk is aan dat consumentensurplus. De consumenten zullen nog net bereid zijn die prijs te betalen, u roomt de volledige sociale welvaart af en uw winst is uiteindelijk nog veel hoger dan door het zetten van die standaard monopolieprijs. Oi noemt dit een two-part tariff, een prijs die bestaat uit twee componenten: de toegangsprijs voor het park en de prijs per ritje in de achtbaan. Een zelfde prijsstructuur wordt bijvoorbeeld ook gehanteerd door uw lokale energiebedrijf. Bovenstaande analyse is inmiddels volstrekt standaard en staat in elk tekstboek over industriele organisatie. Maar de oorspronkelijke analyse is van Walter Oi. U weet wel, die van de dienstplicht.

Het meest gelezen van 2013

Gelukkig nieuwjaar! Ook een traditie: het jaarlijks overzicht van de meest gelezen berichten van het afgelopen jaar (zie ook 2011 en 2012):

Vooral onze berichtgeving over de Nobelprijs trok dit jaar veel lezers en beslaat precies de helft van de top 10 (#2, #5, #7, #9, en #10). Absolute topper is echter het bericht over de affaire Reinhart en Rogoff, met enkele straatlengtes voorsprong op de rest. Opmerkelijk: in de maand van verschijning was het aantal pageviews van dit bericht nogal modaal, in de maanden daarna ver25voudigden de kijkcijfers. Waarom, dat blijft een mysterie.

Please consider the environment

Even iets heel anders. Met enige regelmaat krijg ik ze, mailtjes die ondertekenend zijn met de tekst

Please consider the environment before printing this e-mail.

Uiteraard is het tegengaan van verspilling een nobel en prijzenswaardig streven. Maar elke keer vraag ik me weer af wat nu eigenlijk de milieueffecten van deze boodschap zijn. Ga maar na.

Enerzijds: er zijn twee soorten mensen. Mensen die hun mail uitprinten, en mensen die dat niet doen. Misschien heb ik het mis, maar het lijkt me dat het aantal mensen dat door deze mededeling besluit om de mail dan toch maar niet te printen, nogal klein is. Het positieve milieu-effect van de mededeling is dan dus ook nogal klein.

Anderzijds: voor iedereen die de mail, ondanks de wervende tekst, toch besluit uit te printen betekent die extra regel tekst wel meer inktgebruik, in het ongunstigste geval zelfs meer papiergebruik, en dus meer milieuvervuiling. Wat uiteindelijk het netto milieu-effect van de mededeling is, is mij niet duidelijk, maar het zou zo maar negatief kunnen zijn.

Ik overweeg dan ook mijn mails af te gaan sluiten met de mededeling

Please consider the environment before signing your mail with “please consider the environment before printing this e-mail”.